Clerodendrum

Over Clerodendrum

Pindakaasboom, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Klimmers en struiken of kleine bomen komen voor in dit geslacht die gekweekt worden om hun mooie witte, violette of rode bloemen.

Een 400 soorten verschijnen in de tropen en subtropen en meestal in het oostelijk halfrond.

Het geslacht wordt verdeeld in 2 groepen, de heesterachtige en de klimmers.

De meeste zijn zoet geurend.

Diegene die in Z. Afrika groeien hebben blauw, diep violet, wit en soms groene bloemen. De bloemen lijken vaak op vlinders.

Bladen tegenoverstaand of in kransen en lang gesteeld.

Bloemen staan meestal in eindstandige trossen, soms op het eind van de twijg, kelk en kroon 5spletig of tandig, de eerste valt zelden voor de vruchtzetting af, de laatste met smalle buis en gave bloemkroonslippen, 4 ongeveer even lange meeldraden en 1 stijl die beide voor de bloemkroon uitsteken.

Kleine 4 en soms 2zadige besvormige steenvrucht.

De meeste Clerodendrum ‘s zijn meer geschikt voor kamergebruik. Dat zijn zeer opvallende potplanten vanwege hun mooie en langlevende bloemen.

Verbenaceae, ijzerhardfamilie.

1. =Clerodendrum thomsoniae, Balf. (Mrs. Thomson, echtgenoot van de Engelse zendeling W.C. Thomson die de plant in 1861 naar Europa stuurde) Het donker groene, eironde en toegespitste blad is 12cm lang en 5cm breed, staat meestal kruisgewijs aan de vierkante takken, de nerven zijn aan de onderkant paars gekleurd.

In het latere voorjaar zie je de okselstandige bloeiwijze met 10-30 rode bloempjes tussen de 3 sterk afstekende, helderwitte kelkblaadjes.

Ook is het meer een klimplant met windende en houtige stengels van 4m lang. Als potplant wordt het meestal in struikvorm gehouden. Top ze dan ook geregeld.

Is voor de verandering afkomstig uit W. Afrika.

‘Delectum’, met grotere trossen paars/rode bloemen.

‘Variegatum’, heeft bladeren met licht groene rand die in het midden lichter en donkerder groen is gemarmerd.

Zet ze in het licht, geen felle zon.

Naam.

De scharlakenrode bloemslippen staan scheef op de witte buis uitgespreid, zodat de bovenste twee op de kelk liggen. Aan het uiterlijk van de bloem dankt het de Maleise naam njonja tjina makan sirih: ofwel een Chinese dame die sirih pruimt, (en daardoor vuurrode lippen heeft gekregen). Glorybower, bagflower, bleeding glory-bower of bleeding heart vine.

Gebruik.

De bladen worden voorgeschreven in koortsen en huidziektes. Ze hebben een bittere stof als in Swertia. De bladen worden bij de Maleise soorten gebruikt tegen reuma, als tonic en tot een lotion die in bad diegene vrijwaart die aan koorts lijdt.

Uit; Curtis botanical magazine.

Clerodendrum chinense, Willd. (uit China) (Clerodendrum fragrans) (geurend) De geurende is onder aan de stam verhout en heeft kruisgewijze staande bladeren.

De meestal gevulde wit/rode bloemen ruiken aangenaam, ‘s avonds zelfs verdovend.

Deze plant werd vroeger veel gekweekt.

Is ook afkomstig uit Japan/China en beschreven in 1790. Chinse glory bower.

Naam, etymologie.

Clerodendron, nu Clerodendrum, is afgeleid van het Griekse kleros: een kans of lot, en dendron: een boom. Het Grieks kleros is een stuk steen of hout waarop een naam werd aangebracht dat als lot werd gebruikt. Deze boom werd noodlotsboom genoemd omdat er twee soorten van waren, de een is goed en de ander slecht voor de mensen. Kansenboom, omdat de een geneeskrachtig en de ander juist giftig was, zodat men met ziekte geluk moest hebben of er blad van de goede boom geplukt was.

Duits Losbume of Losstrucher, Engels glory tree, glorybower, bagflower, bleeding heart of garden quinine, Frans clereodendron fortune en coeur de marie; hart van jong gehuwde, Italiaans clereodendron, Sanskriet bhandira, kundali en aquimantha, Maleis nirnotajil, Perzië cahwa en Arabisch kahwa.

Pindakaasboom omdat de gekneusde bladeren sterk naar pindakaas ruiken.

6. Uit Addinsonia.

Clerodendrum trichotomum, Thunb. (3x gevorkt), de laatste naam heeft het naar de zeer grote en tegenover staande of in drien staande, eironde bladeren.

Bladstelen zijn 2-9cm lang.

Laat, zeer laat in het voorjaar verschijnen de zeer grote bladeren die gewreven een onaangename geur afgeven, aan de onderkant van de bladeren bevinden zich zwarte klieren. Bladeren zijn 8-14cm lang en 5-9cm breed, soms wel 18cm lang, eivormig met stompe of spitse top, zeer onduidelijk klierachtig getand, of gave bladrand, van boven spaarzaam behaard en van onderen dicht behaard en vooral langs de nerven spaarzaam geklierd.

Twijgen zijn vooral aan de top blijvend grijs behaard.

De plant bloeit in de herfst en geeft een show in grote eindstandige en tot 20cm grote tuilen van wit met rode kelk. De kleine bloemen van 3cm breed zijn zeer geurend en al te ruiken op afstand, trekken talloze vlinders aan. Elke bloem staat in vijf felrode schutbladen.

Na enkele weken rust volgt de opening van de rode kelk waarin de blauwgekleurde bes getoond wordt, een blauw/zwarte parel van 6-8mm in een helrode ster.

Een kleine boom of een dichte struik met een ronde kroon. Meestal verschijnt het boompje met enkele stammetjes, maar wordt na enkele jaren 3-4m hoog en ook zo breed. Kan 8m hoog worden De plant verzamelt veel jonge scheuten rondom de oude boom als kinderen om de moeder. Die zijn zo te gebruiken om te vermeerderen.

Deze sierplant wordt, jammer genoeg te kort, gebruikt als solitair in de tuin.

Bescherm deze opvallende plant wat in de winter. Dat is ze waard. Zet ze op open en lemige grond op wat beschutte plaats.

Is door von Siebold is het gewas meegenomen uit Japan. In 1843 kwam het aan in Europa.

De var. fargesii (is door P.G. Farges, Franse missionaris en plantenverzamelaar in W. China, 1844-1912) naar Europa gestuurd. Deze vorm heeft kleinere bloemen dan vorige maar zou de winters beter doorstaan, hoewel de struik minder behaard is. Deze witbloeiende komt uit China en is in 1907 ingevoerd. De struik loopt met wat bruin getint blad uit. Het blad is wat meer hartvormiger dan de vorige.

Uit; http://tropical.theferns.info/image.php?id=Clerodendrum+bungei

2. Clerodendrum bungei (Baltisch, Duitse botanist Alexander Georg von Bunge, 1803-1890) Grote roze geurende bloemen in juli-augustus.

Groene en grote bladeren die bij kneuzen naar pindakaas ruiken.

Is niet geheel winterhard en kan invriezen, loopt dan gewoon weer uit.

Wordt 2-3m hoog.

Komt uit Japan, China.

‘Pink Diamond.’

Uit; http://www.shutterstock.com/pic-308728562/stock-photo-branch-of-blue-butterfly-bush-clerodendrum-ugandense-on-white-background.html

Clerodendrum ugandense (uit Oeganda) Bloeit van eind april tot bijna oktober met bloemen in eindstandige trossen van 10-20cm lang. 3 lobben zijn licht blauw en 1 violette.

Komt uit de tropen, Oeganda Zimbabwe.

Wordt een 2-3m hoog.

Tegenoverstaande eivormige groene bladeren die sterk getand zijn, 7-10cm lang.

Is niet winterhard.

Kansenboom, glory bower, blue butterfly.

Uit; http://www.decorumplantsflowers.com/site/nl/het-merk/producten/producten/clerodendrum-prospero/nl-33-543

Clerodendrum prospero. (Italiaanse arts Prosper Alpini, 1553-1617) Heeft helder witte bloemen.

Glanzend groen blad

Is in India rond 1800 gevonden door Nathaniel Wallich.

Vermeerderen.

Dit kan met wortelstek. Snij de wat dikkere wortels in stukjes van 10cm. Leg ze plat in stekgrond. Bedek ze met een paar cm. grond. Zet ze op een 17 graden weg. Na een ruime maand komen jonge spruiten omhoog. Plant er een 3-5 in een pot en na half mei buiten zetten. Plaatsen in niet te zonnige, lichte plek, vochtig houden.

Zaden eerst stratificeren en in februari zaaien bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl