Cedrela

Een geslacht van grote bomen.

7 soorten komen erin voor, meestal in Tropisch Amerika. Soms worden de Aziatische/Australische soorten er ook onder geplaatst. Die worden ook onder het geslacht Toona gerekend. Dat geslacht bestaat uit 5- 6 soorten.

Ze zijn beroemd vanwege hun timmerhout.

Bladen staan afwisselend en zijn meestal abrupt gepunt en kort gesteeld, gaaf of licht gezaagd. Bladverliezend in droge seizoenen of bladhoudend en oneven geveerd.

Knoppen zijn bijna rond met talrijke knopschubben. Bloemen 2slachtig en klein, groen of wit, 4-5tallig met 4-6 meeldraden die kleiner zijn dan de kroonbladen, vruchtbeginsel 5hokkig, doosvrucht met gevleugelde zaden.

Witte bloemen zijn onaanzienlijk in grote hangende trossen.

Meliaceae, Mahoniefamilie, bidboomfamilie.

Uit J. Mutis.

Cedrela odorata, L. (geurend) De bladeren bezitten aan de voet van de steel een dik, bolvormig gewricht. De bladeren worden wel tot een meter lang en staan schijnbaar even geveerd. De tot 40 blaadjes staan nagenoeg in paren.

In de bladoksels verschijnen grote en groenachtige bloempluimen.

Een grote boom van 30m, met een kaarsrechte stam en diep gegroefde grijze schors.

Het is de Jamaica ceder, Engelse west Indian cedar uit Z. Amerika en is beschreven in 1739.

In Suriname is er een geplant op het Gouvernementsplein ter herinnering aan de dag waarop Koningin Wilhelmina in 1898 de troon besteeg.

Gebruik.

Het roodbruine kernhout bevat een 3% aan vluchtige olie die insectenetende eigenschappen bezit. Het hout wordt gebruikt voor kleerkasten, ofschoon de uitzwetende olie een bezwaar is. Het hout is gemakkelijk bewerkbaar en trekt niet. Het is bruin en geurend, zeer duurzaam en wordt in de west gebruikt voor meubels en kano ‘s. De boslandcreolen maken hun met snijwerk versierde platte borden van 50cm diameter bij voorkeur uit dit hout.

Cederhout is belangrijk artikel voor de wereldmarkt en wordt gebruikt als grondstof voor de oude sigarenkistjes.

Naam, etymologie.

De geur van het hout lijkt op die van de echte ceder, vandaar de Engelse naam west false cedar, indian ceder of Jamaica ceder, Spanish cedar, Mexican cedar, cigar-box cedar, cedro-cheiroso.

Cedrela, is een woord dat is afgeleid van Grieks kedros: de ceder, het is een verwijzing naar het geurende hout dat op die van de ceder lijkt.

Vermeerderen.

Gewoonlijk en het gemakkelijkste is via wortelstek. In februari rooi je wat wortels op. De stevigere wortels verdeel je in stukken van een 10cm en leg je ze horizontaal in stekgrond. Afdekken met een 2cm stekgrond en bevochtigen. Bij warmte, 18 graden, zullen de knoppen direct beginnen te groeien, na het uitlopen verspenen en half weg mei in buiten te planten.

Zaden eerst 6 weken 0 graden geven, zaaien in maart bij 18 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl