Picrasma

Over Picrasma

India Quassia, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit Curtis botanical magazine.

Naam, etymologie.

Picrasma, van Grieks pikrasmos: bitterheid, naar de bittere bast en hout. Sommige soorten worden net zo gebruikt als Quassia bast.

Bomen en struiken komen erin voor, 20m.

Geelgroene bloemen staan in lange losse trossen dat gevolgd wordt door een droge en besachtige vrucht.

Ongeveer 6-9 soorten komen voor in Z. en O. Aziƫ, W. India en tropisch Amerika.

Simarubaceae.

Picrasma quassioides, Bennet. (Quassia-achtig) Bladen met 4-8 paren of deelblaadjes die ovaal, licht gezaagd en getand zijn, 15-40cm lang en 1.5-4.5cm breed.

Bloemen zijn groen tot groengeel in trossen van 8-15cm lang laat in het voorjaar.

Vrucht is erwtachtig en helder rood met 1 zaad.

Geeft een mooie herfstgloed, bladverliezend, ook is het mooi door de rode vruchten.

Vrijwel gladde bast.

Het is een opgaande struik of kleine boom tot 9, zelden 20m met een stam van 50cm diameter uit de Himalaya, China, Japan.

Chinees ku shu, Japans nigaki; bitter hout, India Quassia, Quassia wood, Shurni.

Wordt gebruikt in kruidenmedicijnen en als natuurlijke insecticide.

Planten.

Is in Z. Duitsland winterhard. In jonge toestand vraagt het zeker beschutting.

Vermeerderen door wortelstek, 18 graden geven.

Zaad stratificeren en zaaien bij 12 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl