Taxodium
Over Taxodium
Moerascipres, vorm, coniferen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, teelt,
Uit facultystaff.richmond.edu.
Een boom die in de Tertiaire tijd ook in Europa voorkwam, eigenlijk een fossiel is en ook zeer oud kan worden, is de moerascipres.
Pinaceae, Taxodium klasse, nu Cupressaceae.
Hiervan zijn 3 soorten bekend, bladverliezend of altijdgroen, 2 in Amerika, nauw verwant aan de Chinese Glyptostrobus en Cryptomeria.
Zaaien in maart/april, zaad 2 dagen voorweken en bedekken.
=Taxodium ascendens, Brong. (opstijgend) (Taxodium distichum var. imbricatum (Nutt.) Croom.) heeft kortere bladeren dan distichum, 3-10mm lang, dunner aan scheuten die eerder opgaand zijn dan spreidend. Kegels zijn smaller en tot 2.5cm.
Bast is ook lichter grijs. Groeit ook in water en vormt cipres knieën.
Komt uit zuidoost N. Amerika, kust van N. Carolina tot zuidoost Louisiana.
Pond Cypress. Aufrechte Sumpfzypresse.
Uit J. Moninckx.
=Taxodium distichum, A. Rich. (bladen in 2 rijen)
De ook hier bekende moerascipres of Virginische moerascipres is net als Metasequoia bladverliezend, maar wijkt van deze af door de korte bladen die niet tegenoverstaand zijn. Net als Metasequoia vormt het twee soorten loten, langloten die de boom zijn vorm geven en waaraan de knoppen zich ontwikkelen en kortloten die zich ontwikkelen tijdens de groei, waaraan de bladeren zich ontwikkelen en in de herfst in hun geheel afvallen. Vermeerderen van de kortloten is zo onmogelijk.
Het zijn grote en slanke, vaak dik stammige bomen met een dunne roodbruine bast. De stam is vaak op grote hoogte vertakt en vormt daarop een eironde/lange kroon en horizontaal staande takken, 25-40, stamdoorsnede van 2-3m.
Uit zuidoosten van N. Amerika, is in 1640 door Tradescant in Engeland ingevoerd.
Vormen.
Meestal wordt alleen Taxodium distichum aangeplant, er zijn wel cv’s van, zoals de opgaande zuilvormige ‘Fastigiatum’, de treurende ‘Pendulum’ maar die zijn in ons land vrijwel afwezig. Je ziet ze dus alleen bij het water. Langs de lanen en wegen zie je de veel erop gelijkende Metasequoia. Die kan beter tegen droogte.
Naam, etymologie.
Taxodium is een naam van het Latijnse taxus en Griekse eidomai: erop gelijken, op taxus gelijkend, naar de naaldvormige bladeren van Taxodium distichum Rich.
Moerascipres, Virginische moerascipres, Duitse Sumpfzypresse, Sumpfeibe, Engelse deciduous cypress, swamp cypress, bald (bladverliezend) cypress tree, Franse cypres d’Amerique, arbre de Cypre.
Gebruik.
De boom levert redelijk werkhout wat roze of rood gekleurd is. Oude huizen in New Orléans zijn vaak van dit hout gebouwd. De grootste is ‘The Senator ’bij Longwood, Florida, 35m hoog met een stamdiameter van 344cm en inhoud van 119.4 m³. de hoogste is bij Williamsburg, Florida, 44m, de breedste is op Cat Island, Louisiana, 521cm diameter.
Luchtknobbels.
Zoals de naam al aangeeft komt de moerascipres op vochtige gronden voor, de moerassen van Z. Amerika en wordt daar een 40‑50m hoog. Kan meer dan 1000 jaar oud worden met een stamdoorsnede van 11,9m.. Maakt daar meer ademwortels dan hier die daar wel een paar meter hoog kunnen worden. Die cipres-bobbel die als een knie boven de grond uitsteekt wordt door de boom waarschijnlijk gebruikt om het in die vochtige gronden van zuurstof te voorzien. De knobbels staan in ieder geval altijd boven het wateroppervlak. Dit komt hier niet of weinig voor, alleen op terreinen die vaak of geheel onder water staan. Ze verankeren in ieder geval de boom in de sompige grond en zouden ze ook een versteviging kunnen zijn van het wortelsysteem. Doordat die knobbels hol zijn komen er veel mieren in voor. Ook worden ze door de Indianen wel gebruikt om er bijenkorven van te maken.
Uit www.flickr.com
Taxodium mucronatum Ten. (scherp gepunt) (Taxodium mexicanum, Carr.) (uit Mexico) is een grote altijdgroene boom van 40m met een stam van 1-3m diameter (vaak veel meer).
Bladeren staan spiraalvormig maar gedraaid aan de basis in 2 horizontale lagen, 1-2cm lang en 1-2mm breed.
Ovale kegels van 1.5-2.5cm lang en 1-2cm breed.
Groeit langs rivieren en niet in meren en geeft ook geen luchtknobbels, zijn zeer droogtetolerant..
De Mexicaanse moerascipres groeit in Mexico op 16‑2300m zee hoogte en vormt daar grote wouden.
Deze wordt nog veel ouder dan de sequoia’s en door sommigen worden er exemplaren op meer dan 4000 jaar geschat. Bij de geweldige mammoetbomen van Amerika vergeleken is dit meer een bonsaiboompje met een hoogte van 38,7m maar wel met een stamdoorsnede van meer dan 13m. De ‘Arbol del Tue in Santa María del Tule, Oaxaca, Mexico, is de grootste boom met een diameter van 11.42 m. Verschillende anderen met een diameter van 3-6m zijn bekend.
Historie.
(349) In de inlandse taal heet de Mexicaanse vorm op zijn Spaans sabino of sapin, =Montezuma cypress, Mexican cypress. Ahuehuete is een Nahuatl frase dat oude man van het water betekent, een mooie naam omdat de boom altijd geassocieerd wordt met moerassen of stromen. Ook soms Ciprés de los Panatanos (Cipres van de moerassen). De Mexicaanse soort heeft vele van die bomen die beroemd zijn om hun grootte en dikte, zoals de cipres die zich bevond op het kerkhof van Santa Maria del Tule, 6 mijl van Oxaca die El Gigante genoemd werd. Deze boom werd gevonden door von Humbold in 1802 die zijn naam in de stam kerfde. Het is de Methusalem van alle bomen. Naar een meting in 1825 bedroeg de omtrek 34m met een hoogte van maar 37m. De Franse kruidkundige deCandolle schatte zijn leeftijd op 6000 jaar en Humboldt op 4000 jaar.
Deze indrukwekkende boom is met veel sagen omgeven. Foto’s, die de stam van dit oudste wezen van onze planeet weergeven, tonen aan dat ze een doorsnede van 13 heeft. Die geeft een indruk als of je in een gesplitste takkengrot zit die door bosachtige takken overhangen is. Een diep gevorkte oude steun, als versteend, is doorsneden van duizenden jaren lang schuren. Geen wonder dat de eenvoudige en in vele dingen het bijgelovige volk de legenden van de boom heilig houden en dat geen mens hem kan beschadigen, souvenirjagers worden weg gehouden. Steeds wordt de boom bewaakt zodat botanisten de kans niet krijgen om een diep onderzoek op te zetten. Vandaar dat het steeds schattingen waren.
Door de indianen werd deze boom zeer vereerd en men wil geloven dat aan deze boom in vroegere tijden mensen zijn geofferd. Cortez maakte er in zijn veroveringen van Oxaca al gewag van, als een van de grootste wonderen die hij ooit gezien had. Een heel legertje kon er onder plaatsnemen.
Een andere bekende cipres werd tijdens de verovering door de Spanjaarden in 1520 in het dorp Tacuba in de tuin van Che(a)pultepec ontdekt.
Dit is de boom van de treurige nacht, arbor des la noche tristis. Dit was een Mexicaans heiligdom. Op het eind van de vorige eeuw was de stam 18m in omvang. Onder zijn twijgen zou Cortez op 1 juli 1520 de resten van zijn geslagen leger verzameld hebben. Vanaf een heuvel in de buurt zou hij de volgende morgen zijn in gevangenschap geraakte krijgers, die door de Azteken levend aan de zon geofferd werden, gezien hebben.
Vlak bij deze boom bevindt zich een bron die Montezuma’s bad wordt genoemd waarvan het water een anderhalve eeuw lang door een aquaduct naar de oude Azteken stad Oaxaca geleid werd. Aan deze boom liet Cortez de laatste keizer van de Azteken als een gewone dief ophangen. Deze boom werd tweemaal door een mensenhand beschadigd, de eerste keer door de klerus omdat hij door de hervormingen het land verlaten moest en de tweede maal door de Fransen die daarmee de Mexicaanse trots wilden breken.
Toen in 1847 het slot van Chapultepec door Amerikaanse troepen bestormd werd zochten de soldaten onder deze boomreus beschutting tegen de kogelregen. Hier onderscheidde zich luitenant Grant, later generaal Grant, door zijn koelbloedigheid.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/