Amaranthus
Over Amaranthus
Kattenstaart, majer, papegaaienkruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit E. Step.
Amaranten zijn meestal eenjarige planten. Ze bezitten bloemen in pluimen die na de bloei niet af vallen. Ze worden gekweekt om hun gekleurde bladeren en de opvallende bloemtrossen.
Een 40-60 soorten van meestal kruidachtige planten die wijd verspreid voor komen, meest in warmere gebieden. Het is het Jan Hagel onder de moeskruiden en over de gehele wereld bekend en veracht, in N. Amerika zijn er al 38 soorten. Toch zijn er bij die bekend staan als een kapitein van de groenten. Onder de naam ‘bajem’ worden verschillende soorten van dit geslacht in Indonesië als groente gebruikt. De voedingswaarde is ongeveer gelijk als die van spinazie.
Amaranthaceae, Amarantenfamilie.
Amaranthus caudatus, L. (gestaard) De stengel is roodachtig aangelopen bij de voet, in ieder geval zeer donker, en is de top verdeeld met smalle takjes waar brede bladeren langs staan van een roodgroene kleur. Subgenus Amaranthus.
De bloemen zijn geen echte bloemen, het zijn hangende pluimpjes. Geen geur maar wel van een mooie roodachtige kleur. Als je ze verwondt geven ze een sap van dezelfde kleur.
Een mooie en fors groeiende amarant, 1-2.5m.
Eenjarige en kan ter plaatse gezaaid worden. Het is een blikvanger.
Is afkomstig uit de Oriënt en kwam in 1596 naar Europa, kan een anderhalve meter hoogte halen.
Met groenachtige bloemaren is er de cv. ‘Viridis, grune Fuchsschwanz. Een bonte is ‘Early Splendor’.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit kruid wordt in het Grieks Amarantos bij Plinius genoemd omdat het niet gauw vergaat of verflenst al of men het onverflensbaar kruid noemde.
Amaranthus, Grieks amarantos, (Αμάρανθος of Αμάραντος) van a: niet, en mairaino: verwelken of vervagen. Het is een verwijzing naar de niet verwelkende bloemen van sommige soorten. Een onverwelkbare schoonheid. De th heeft wat van doen met Grieks anthos: bloem.
Mairaino, vergelijk het Latijnse marcere: verwelken, Gotisch ga-maurgjan: korten, waarvan de basis in oud-Engels komt als myrgje: aangenaam of verheerlijken. Origineel betekent het woord niet blijvend, een korte poos. Een poëtische naam van een denkbeeldige bloem die niet zou verwelken. Symbool van onveranderlijkheid, unfading love. Het is een woord dat in het Griekse N. T. gebruikt wordt, 1 Petrus 4: 5 ‘En wanneer de opperherder verschijnt, zult gij de onverwelkbare krans der heerlijkheid verwerven’.
A. Munting: ‘Deze bloemen werden in vorige eeuwen, in allerlei gevlochten kronen gemaakt die ter ere van een koning of prins opgehangen werden veel gebruikt. Omdat (zoals daarvan Hesichius verhaalt) ze niet verflensten of vervuilden en in de winter als ze met water besprengd worden wederom verfrissende groenden. Daarom werden die ook in de kerken opgehangen om aan de goden toegeëigend te worden zoals daarvan bij Plinius en Artemodorus gelezen kan worden. Waarom Clemens Alexandrinus de Christenen vermaande dat ze zich in geen manier met de heidense afgoderij besmetten zouden en die het goed deden een Amarante (dat is onvergankelijke) kroon was weg gelegd. Waardoor ook Petrus deze een Hemelse kroon genoemd heeft.’
Als een immortelle symboliseert het gewas onsterfelijkheid en werd op tomben gelegd en in hoofdtooien gewoven. (De amaranton van de Grieken lijkt toch een van de goudbloeiende soorten van Helichrysum geweest te zijn die ook helichrusos en chrusanthemon genoemd werd) Frans amaranthe, Italiaans amaranto, sciamito en disciplina religiosa.
Dodonaeus (b) ‘De lieflijke aren van deze bloemen die te boven gaan in zachtheid en schoonheid de zijde of fluweel zijn oorzaak geweest dat ze in Nederduitsland flouweelbloemen of fluweelbloemen genoemd worden en in Hoogduitsland Samat-blumen of Sanunatblumen in het Italiaans fiore velluto, in het Frans passe velours. in het Engels flouwer gentil wat Ruellius op het Latijns Passiveluteum heeft vertaald met welke naam de Fransen het karmozijn fluweel plegen te noemen met wiens fraaiheid de aren van dit gewas schijnen te strijden, dan het is meest bekend met de Latijnse naam Amarantus waar we de toenaam purpureus bij gevoegd hebben om dat van het Elichrysum of reinbloem te onderscheiden wat ook Amaranton genoemd is’.
Culpeper noemt het kruid amaranthus, flower gentle, flower velure, en velvet flower. Lyte schreef in 1578 dat de plant nog weinig voorkwam in de Engelse tuinen en gebruikte de Engelse naam floure gentill. Ook de naam Joseph’s coat komt voor. Het is onze fluweelbloem en Duitse Sammetblum.
Dodonaeus; ‘De eerste soort mag men gewone fluweelbloemen met purperen aren noemen, in het Latijn Amaranthus purpureusծ’.
Kattenstaart-amarant, Duitse Fuchsschwanz en Franse amarante queue de renard: vossenstaart, naar de hangende bloeiwijze.
Dodonaeus (d) ‘Het heet in het Duits ook Tausentschon’.
In Duits Tausendschon, Boheems kwեtmilosti en Pools szar kac.
(e) ‘Anguillara houdt ze voor de Phlox of Flamma van Theophrastus, maar te onrecht heeft Tragus het Circeae genoemd. Dan de naam Amarantus, zo Lobel betuigt, dient alle bloemen die overjarig worden en lang blijven zonder te vergaan waarom dat het ook gegeven is aan Chrysocome, bruinettekens, rijnbloemen en andere die vasthoudende zijn van kleur en schoonheid zoals deze soort van maier is wiens zeer mooie purperrode bloemen in zes of zeven jaar niet versterven. Sommige houden dit kruid voor Diosanthos van Theophrastus, maar onzeker, andere noemen het in het Latijn Flos amoris. Het heet in het Duits ook Floramor’. Culpeper noemt het ook floramor en floramour komt ook voor bij Gerard 1597. De Engelsen hebben zeer mooie namen als bijvoorbeeld thrum wort en love-lies-bleeding. Deze naam is zonder twijfel verbonden met de floramour van de Hortus Sanitatis, 1485, en dit van de Latijnse naam flos amoris, de bloem van liefde, waarbij amoris een onvolledige vermelding zal zijn van amarant. In het Duits van de 16de eeuw vinden we Blumle von der Lieb.
De naam love lies bleeding zou gegeven zijn door een poëtische legende van Campbell. In O’Connors Child lees je het verdriet van de eenzame lady onder de lange hangende volle pluimen van deze amarant. O’Connors lieflijke kind was de bruidegom van Moran en die viel door de hand van de broer van de lady. Ze koos als haar huis de woeste plek waar hij viel en waar ze hem begroef;
‘Hero’s bride, this desert bower
It ill befits thy gentle breeding
And wherefore dost thou love the flower
To call-my love lies bleeding?
This purple flower my tears have nurst
A hero’s blood supplied its bloom
I love it for is was the first
That grew on Connoch Moran’s tomb
* * * * *
Nor would I change my buried love
For any heart of living mould
No, for I am a hero’s child
Iլl hunt my quarry in the wild
And still my home this mansion make
Of all unheeded and unheeding
And scherish, for my warrior’s sake
The flower of love lies bleeding.’
Amarant, plant en bloem: symbool van hopeloos, niet liefdeloos,
Amaranthus atropurpureus uit L.van Houtte.
Gebruik.
De amarant wordt gebruikt voor bloemboeketten of als eenjarige tuinplant. De kattenstaart kan gebruikt worden als bijmateriaal in grote gemengde bossen snijgroen. Als je ze op tijd topt, worden ze meer struikachtig. Het is een kruid dat onder Saturnus staat als een excellent bevoegdheid tegen de onregelmatige acties en passies van Venus, hoewel Mars haar ook zou vergezellen. De gedroogde bloem stopt de stonden van de vrouwen, zoals de meestal rode dingen. Met het sap van de rode soorten kan men schrijven en wordt gebruikt als rode inkt.
Deze vorm werd als een graangewas, om de zetmeel houdende zaden, op tamelijk grote schaal in noordoost Kongo op 1500-2000m hoogte gekweekt.
Vroeger gebruikte men het zo. (164) ‘Van dit kruid vertelt Plinius een wonder ding dat het lijkt graag geplukt en soms van bloemen beroofd te wezen wat blijkt omdat het daarna veel weliger groeit en fraaier aren voortbrengt. Het is ook wonderlijk in dit gewas wanneer alle bloemen vergaan en verflenst zijn en dat het dan met water besproeid of nat gemaakt is wederom verkwikt wordt en opnieuw vers schijnt te worden en wederom in het leven schijnt te keren en zo zeer geschikt is om in de winterse dagen er mooie kransen en meien van te maken’.
Het zaad van deze kruiden wordt gewoonlijk in de herfst rijp en dat van de grote soort schijnt in het midden een helder oogappeltje te hebben als een eksteroog, doorschijnend als glas.
Al is het zaak dat Dodonaeus aantonen wil dat de fluweelbloemen geen ander krachten hebben dan de soort van majer, nochtans de vrouwen van deze landen achten deze bloemen veel (vooral die met netvormige bloedrode aren) en niet alleen om er tuiltjes en meien van te maken, maar ook omdat ze zeer goed zijn om vloed van de vrouwen te stelpen of te stoppen en ook te benemen het lopen van de etterachtige zweren.
De bloemen van dit kruid wordt hier te lande ook in stamppot of warmoes gegeten om de buikloop en witte vloed van de vrouwen te stoppen. Dezelfde bloem stelpt ook het bloedspouwen en vooral als er enige ader op de borst of in de longen geborsten is.
Deze bloem in witte wijn geweekt een uur lang maakt de wijnrood.
Historie.
Bij de ouden was de bloem zeer geacht. Homerus verhaalt dat bij de begrafenis van Achilles die van Thessalië hun hoofden met amaranten bekroond hadden. Symbool van onsterfelijkheid en werd gebruikt om de afbeeldingen van de goden en tombes te sieren. In de legende was Amarynthus een jager van Artemis en koning van Euboea. Er was een beroemde tempel van Artemis Amarynthia of Amarysia, (Strabo x. 448; Pausanias i. 31, p. 5). Volgens Engelse Wikipedia werd de amarant ook chrysanthemon en elichrysos genoemd en gewijd aan de Ephesische Artemis. Chrysos betekent echter gouden bloem waar de amarant niet mee overeenkomt, laat staan dat de oude het voor bloem’ aangezien hebben.
Fabels van Aesopus vergelijken de roos met de amarant om het verschil te laten zien in vergane en altijd blijvende schoonheid.
A Rose and an Amaranth blossomed side by side in a garden,
and the Amaranth said to her neighbour,
‘Now I envy you your beauty and your sweet scent!
No wonder you are such a universal favourite.’
But the Rose replied with a shade of sadness in her voice,
Aҁh, my dear friend, I bloom but for a time:
my petals soon wither and fall, and then I die.
But your flowers never fade, even if they are cut;
for they are everlasting’.
De amarant is een mythische bloem zoals we zien in Milton’s Paradis Lost iii, 351ff, 1667, waar de engelen hun kronen naar beneden gooien die ingeweven zijn met amarant en goud:
‘To the ground
With solemn adoration down they cast
Their crowns inwove with Amaranth and gold
Immortal Amarant, a Flour which once
In Paradise, fast by the Tree of Life
Began to bloom, but soon for Mans offence
To Heav’ remov’s where firt it grew, there grows
And flours aloft shading the Fount of Life
With these that never fade the Spirits Elect
Bind thir resplendent locks inwreathդ with beams’.
De amarant stond eerst naast de boom des levens in het aardse Paradijs, maar kwam na de eerste mensenzonde in het Hemelse Paradijs.
Koningin Christina van Zweden heeft de ridderorde van de amaranten ingesteld. Het ordeteken is een gouden medaille versierd met een geëmailleerde amarantenbloem, het omschrift is ‘Dolce nella memoria’.
Bij de Jeux Floraux te Toulouse geeft men als prijs voor het mooiste lierdicht, ter eren van Onze Lieve Vrouw, een gouden amarantenbloem.
Uit Fuchs.
Amaranthus blitum L. Subsp. (L.) Costea (groenteachtig) (Amaranthus oleraceus met lichtrode bloemen wordt een paar meter hoog en zal wel de grote majer zijn. (Dodonaeus) (a) ‘In het Duits heet dit gewas Maier, in het Frans blete, in het Italiaans biedom en blito, in het Spaans bredos, in het Latijn Blitum en in het Grieks Bletron.
De eerste soort noemen we Blitum majus, dat is grote majer. De grote soort heet ook Blitum majus album, in het Italiaanse gelosia, in het Spaans bledos en in het Engels wind-otrage en die van Tarente noemen het ook bredone.
(b) De derde soort die groot heet grote rode majer, in het Latijn Blitum rubens majus (rode vorm van voorgaande soort)
Ze hadden hier vroeger de naam echlotorpa in Egypte en elders ripla.
=Amaranthus blitum, L. (Blitum) Subgenus Albersia.
Een eenjarige.
Bladen staan aan een soms wat liggend kruid.
De stengel is gehoekt en van voren voorzien.
Culpeper vermeldt ze in twee kleuren, wit en rood die op smalle stengels staan.
Bloemen groeien in bosjes of in groepen. Van de rode zijn de bladen en bossige hoofdjes eerst rood maar veranderen later in meer purper in juli.
Amaranthus blitum subspecie blitum.
Amaranthus blitum subspecie emarginatus. (ondiepe inkeping aan de rand)
maranthus. subspecie emarginatus var. emarginatus.
Amaranthus blitum subspecie emarginatus var. pseudogracilis.(niet echt sierlijk)
Amaranthus blitum subspecie oleraceus.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) “In het Duits heet dit gewas Maier, in het Frans blete, in het Italiaans biedom en blito, in het Spaans bredos, in het Latijn Blitum en in het Grieks Bletron.’
(b)’De tweede soort heet kleine majer, in het Latijn Blitum minus’.
(c) ‘De derde soort die klein is Blitum rubens minus, dat is kleine rode majer’. (rode vorm van voorgaande soort)
Lobel: ‘Mayer. In Grieks Bliton. In Latijn Blitum maius album. In Hoogduits Mayer. In Frans Blette. In Italiaans Biedoni, Blito en Gelosia. In Spaans Bredos en Bledos. In Engels Wilde orrage. Blitum, alzo genoemd om de smetsen en onsmakelijke smaak die daarin bevonden wordt. Want Blax is in Grieks te zeggen, slecht, bot en zot en de ouders heten Blitos die we Duitsers noemen trage, dwaze, plompe, zotte en ongezouten waardoor de Fransen ook heten Belittre en Blitre diegene die nergens toe nuttig en bekwaam zijn, hoewel nochtans dat de Latijnen schijnen de biet gehouden te hebben voor een specie van Blitum of voor Blitum zelf tenzij dat de kluchtige Martialis het onderscheid niet goed heeft geweten als hij zegt; Ut sapiant fatuae fabrorum prandia Betae, O qum saep petet vina piperque coquus, dat is’ Omdat de onsmakelijk bieten de spijs van smeden zijn, Och hoe dikwijls zal daartoe de kok eisen peper en wijn’.
Culpeper blites die ook wel wild amaranth genoemd wordt, onze kleine majer.
Blitum en blite zijn namen die ontleend zijn van Keltisch blith: smakeloos, Frans blete, Engelse wild blite, (zie Chenopodium) Italiaanse blito.
Duitse Beermelde en Maier komt voor bij Bock en Brunfels, verder Erdbeerspinat en Guter Heinrich.
Gebruik.
Voor alle soorten was het gebruik vroeger zo.( Dodonaeus) ‘Majer is een eetbaar moeskruid dat vochtig en koud van aard is ver in de tweede graad, als Galenus betuigt (lib.6. De simp. Med. facult.) Het voedsel dat het ‘t lijf bijbrengt is weinig als dezelfde er ook van zegt (lib. 2. De aliment. facult.) Want het is een van de onsmakelijke moeskruiden die gans geen eigenschap of smaak op de tong nalaten die ook wat te waterachtig van stof zijn welke moeskruiden niet alleen weinig voedsel geven, maar ook genegen zijn om gauw van onderaf te gaan of door te slibberen, doch nochtans niet zeer geweldig gemerkt dat ze geen scherpe, nitreuze of salpeterachtige stof in zich hebben waardoor de darmen tot het uitlaten of afdrijven van de overvloedigheden gepord of verwekt zouden mogen worden.
De soorten van majer worden in sommige apotheken van Frankrijk door raad van de dokters bij de klysma’s gedaan om de buik week te maken, maar, als Plinius betuigt, majer maakt zulke beroerte in de buik dat het bij sommige vele ziekten veroorzaakt en vooral het onmatig braken en de buikloop, immers is de maag zeer hinderlijk.
Men zegt dat majer zeer nuttig ingenomen wordt tegen de steken van de schorpioenen en ook zeer goed is op de eksterogen gestreken en tegen de pijn van de milt en pijn in de slaap van het hoofd met olie gegeten of opgelegd.
Water daar de wortels en bladeren van majer in gekookt zijn doodt de luizen en neten.
Hippocrates meent dat met deze spijs de maandstonden van de vrouwen gestopt worden en tegenwoordig worden de fluweelbloemen daartoe met goede voorspoed gebruikt.
De Italianen gebruiken de kleine rode soort om de maandstonden te verwekken en de nageboorte af te drijven als de vrouwen de rook van dat kokende kruid van onder op in de moeder laten klimmen.
De rode kleine soort van majer is geschikt om daarmee te schrijven want met het sap van dit kruid kan men alzo mooi rood schrijven als met Brazilië inkt.’
De kleine majer is al bekend sinds prehistorische tijden. Sommigen vormen werden wel gegeten en later door spinazie verdrongen. Het blad wordt gestoomd als lalab of als sajoer bij de rijst gegeten. Andere soorten worden in tropische streken als groente gebruikt. Het is de bajam op Java. Chinezen geloven dat de Amaranthus spinosa het intellect verheldert. In India wordt het gebruikt als tegen middel tegen de steken van insecten.
Uit Flora de Filipinas.
Amaranthus hybridus L. (hybride) (Amaranthus cruentus) (bloederig) is de groene amarant. Subgenus Amaranthus.
‘Bronze Standard’ is een wat hogere amarant van een ruime meter.
De opstaande aren verschijnen in een bronzen kleur, heel apart.
(Dodonaeus) ‘De ander soort, in het Latijn Amarantus major floribus obsoleti rubotis, mag in het Nederduits grote fluweelbloemen met bleekrode aren genoemd worden.’Komt mogelijk uit Amerika.
Basterdamarant, smooth amaranth, smooth pigweed, red amaranth of slim amaranth, groene amarant, Frans amarante verder, Duits Grnhriger Fuchsschwanz.
Amaranthus hybridus subsp. paniculatus ‘Oeschberg’, (tros vormend) is een meter hoge met zeer donkerrood gekleurd blad. De pluimen zijn rechtopstaand. Een van de mooiste vormen voor de siertuin.
Rispen-Fuchschwanz.
Amaranthus hybridus subsp. hybridus L. Is de bastaardamarant of groene amarant. Duits Ausgebreiteter Fuchsschwanz. Engels: Green amaranth, green of smoothe pigweed, slim of smooth Amaranth. Frans Amarante verte, Amarante hybride.
Uit Hortus Romanus juxta.
Amaranthus hypochondriacus, L. (duister of somber) uit N. Amerika. Subgenus Amaranthus.
De hypochonder wordt wel gekweekt, vooral de ‘Green Thumb’. Die haalt nog geen halve meter maar met vele compacte en geelgroene aren.
De ‘Pigmy Torch’, is er in bloedrood, lage 50-80cm, met donkerrode, wollig behaarde en rechtopstaande pluimen. Mooi voor sierwerk.
Prince’s feather, prince-of-Wales-feather.
Uit Curtis botanical magazine.
Amaranthus cruentus L (bloederig) (Amaranthus paniculatus, L.) (trosvormend) Subgenus Amaranthus.
Vormt een zeer dichte en recht opgaande struik van anderhalve meter hoog.
De ook bijna recht opgaande bloemaren verschijnen in de kleur rood, groen of geel.
Paarse amarant.
Amaranthus cruentus of een hybride tussen Amaranthus cruentus en Amaranthus powelli (onderzoeker John Wesley Powell, 1834-1902) is ‘Hopi Red Dye’ amarant, zijn bloemen werden gebruikt door de Hopi Amerindianen als de bron van een diep rode verf. Er is ook een synthetische verf die ‘amaran’ heet.
Gebruik.
Huautli of nahuatl wordt het zaad genoemd dat al voor Columbus tijd in Mexico gegeten werd. Het was een van het belangrijkste voedsel voor de Inkas en het is tegenwoordig bekend als kiwicha in de Andes. Het werd ook gebruikt door de oude Azteken die het huautli noemden en andere inlanders van Amerika tot Mexico die het gebruikte voor rituele dranken en voedsel. Tot vandaag worden korrels van amarant veel geroosterd net zoals popcorn en gemengd met honing om een traktatie te maken die alegra heet (literair ԧeluk in Spaans). Het werd gebruikt in verschillende Azteekse ceremonies waar de afbeeldingen van hun goden, (Huitzilopochtli) gemaakt waren van amarant dat met honing gemengd was. Die afbeeldingen werden gesneden en door de mensen gegeten. Dat leek op de christelijke communie zodat de teelt eeuwenlang verboden was.
Uit J. Kops, www.BioLib.de
Amaranthus retroflexus, L. (naar achteren gebogen) is een opgaande eenjarige met lang gesteelde eivormige bladeren. Subgenus Amaranthus.
Aan de top van de meer dan een meter hoge steel heeft het een dikke pluim, ook in de oksels, juni-september.
Dit kruid is afkomstig uit N. Amerika. Komt verwildert voor aan wegranden en akkers.
Papegaaienkruid, Duitse Bogen-Fuchsschwanz en Engelse prince’s feathers, redroot amaranth of wild beet amaranth.
Uit E. Step.
Amaranthus tricolor L. (driekleurig) Heeft langwerpige bladeren die veelkleurig zijn. Subgenus Albersia.
De bloemen zijn groenachtig.
Vaak zie je de roodbladige vormen.
Kan een meter hoog worden en stamt uit Indonesië.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De vierde is Blitum maculosum of Blitum maculatum, dat is gespikkelde of geplekte maier en soms ook Herba Papagalli of beter Psittaci herba, dat is papegaeyen-cruydt omdat de verschillend gekleurde bladeren van dit gewas op de veren van de papegaaien enigszins lijken.
De aardigheid van deze soort is niet in de bloemen gelegen, maar in de verschillende plekken van de bladeren die zo zeer besprenkeld zijn met roodachtige, groene en geelachtige plekken en soms mooi geel, soms purper en soms geel, groen en bloedrood dat ze op de vleugels of veren van de papegaaien lijken waarom ze ook niet alleen in het Latijn Amarantus tricolor, dat is fluweelbloemen van drie kleuren, maar ook papegaaikruid in Vlaanderen genoemd wordt en in Hoogduitsland Papagen federn’.
Papegaaienkruid, Duits Papageienkraut of Papegeifeider of Stirr.
Dodonaeus (b) ‘Andere hebben het Herba admirabilis genoemd, dat is wonderbaarlijk kruid. De Italianen noemen het ook meraniglia. Deze soort wordt minder gevonden dan de ander en wordt gehouden voor de Symphonia Plinij of voor de Gomphaena en voor de Celosia Tragi (of beter Gelosia) en voor de Herba admirabilis van sommige’.
De Engelse naam is prince’s feather, die naam werd eerst gebruikt voor de London Pride, een Saxifraga soort. In Frans heet het discipline de religieuse.
Three coloured amaranth of tricolor. Rode klaroen, kattenstaart of olifantenhoofd. Eetbare amarant, edible amaranth.
Planten.
Ze zijn gemakkelijk te kweken. Vermeerderen door zaaien.
Ze houden van zon en warmte en vochtige grond, je krijgt betere bladkleuren met arme gronden en zwaardere planten en grote staarten op rijkere gronden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl