Melicytus
Over Melicytus
Boomviooltje, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt, file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/M/Melicytus.html
Uit Missouri botanical garden.
Stijve struiken of kleine bomen.
Bladen staan afwisselend, gaaf of getand met kleine stippen en wintergroen of zeer laat afvallend
Bloemen zijn klein en komen op de kale takken onder de bladeren en zijn okselstandig. Tweeslachtig alleenstaand of in groepen, 5 kelk en kroonbladen, 5 meeldraden die zeer kort gesteeld zijn, de helmhokjes zijn aan elkaar verbonden door een vliezig buisvormig aanhangsel, 1 korte stijl met tweelobbige stempel.
Vrucht is besvormig met 1-2 zaden.
Ongeveer een half dozijn soorten uit N. Zeeland en Australiƫ, Tasmaniƫ en Norfolk eilanden.
Violaceae.
=Melicytus crassifolius (Hook) Muell. (dik bladig) (Hymenanthera crassifolia, Hook.) Bladen zijn dik en leerachtig, 1.5-2cm lang, 3-6mm breed en donkergroen, omgekeerd eivormig met gave bladrand of aan de top wat ingesneden.
De bast is ruw, met voren. Jonge twijgen zijn behaard.
Bloemen zijn klein en staan solitair of met een paar bij elkaar en komen uit de bladoksels van vorig jaar gevormde twijgen al in april en min of meer geel.
De vele bessen zijn wit en 5mm in doorsnede waarvan de voet soms wat purper gevlekt is.
Een lage en veel vertakte struik die tot een meter kan komen, lijkt wel wat op een Lonicera pileata.
Het is een variabele vorm die afkomstig is uit N. Zeeland, wordt 50-100cm hoog. Is beschreven in 1875.
Naam, etymologie.
Melicytus, Grieks meli; honing, kytos; hol vat, naar de nectarin van de bloem.
Hymenanthera, Grieks humen: een membraan, anthera, stuifmeel, de stuifmeeldraden zijn gescheiden door een membraan.
Scrub boxwood of Chatham Island, porcupine shrub, tick-leaved mahoe.
Uit de.academic.ru
Melicytus dentatus Molloy (getand) (Hymenanthera dentata) een wintergroene struik met stekels, 0.5-2.5m.
Is bekleed met smalle, licht getande bladeren.
In het voorjaar komen langs de takken kleine, gele, zeer welriekende bloemen, tweehuizig, mannelijke en vrouwelijke planten.
In het najaar komen de tamelijk grote, ronde paarse bessen.
Afkomstig uit het zuidoosten van Australiƫ en bijzonder vorstgevoelig. Tree violet.
Planten.
Groeit goed in zandige, humus houdende grond op een beschutte en niet te droge, zonnige plaats
Dit struikje wordt niet gesnoeid.
Moet op een open zonnige plaats gekweekt worden als een rotsplant. Mooi vanwege de vroege bloei in maart april en gedeeltelijk door de mooie bessen die er lang aan blijven. Vraagt enige bedekking in de winter.
Neem in juni/juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste blad er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Planten in stekgrond, dit is 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.
Zaaien bij 15 graden.
Ook vermeerderen via afleggers.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/