Eupatorium

Over Eupatorium

Leverkruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

nUit icwow.blogspot.com

Eupatorium komt met Bartlettina, Stevia en Ageratina minstens 36-60 soorten voor in het Noordelijk Halfrond.

Het zijn meestal meerjarige kruiden, een paar zijn eenjarig, enkele zijn struikachtig, 0.5-3.m. Sommige soorten die geplaatst werden onder Eupatorium, zijn vaak nog te verkrijgen onder de handelsnamen Hebeclinium en Conoclinium.

Bladen zijn meestal tegenoverstaand.

De grote bloemtrossen bevatten talloze kleine hoofdjes waarvan de bloemen buisvormig zijn, purper, roze-kleurig of wit, zelden lila of blauwachtig violet en nooit geel.

Asteracea, Eupatorium klasse.

=Eupatorium ayapana, Vent. (tegengif) heeft klimmende stengels met veelbloemige hoofdjes. Een plant uit Tropisch Amerika.

Heeft lange dunne bladeren die gebruikt worden om er een stimulerende drank van te maken.

Engels aya-pana, water hemp.

Gebruik.

Dit kruid levert een zweetdrijvend geneesmiddel op de Soenda-eilanden en wordt onder de naam ayapana door de inboorlingen tegen slangenbeten gebruikt.

Guaco is de naam van een plant die in Columbia en Venezuela groeit en bladeren draagt aan wier sap een onfeilbaar vermogen wordt toegeschreven om de beet van de vergiftige slangen onschadelijk te maken, ja, ze sterven onder hevige stuiptrekkingen wanneer je ze dwingt er enige druppels van te verzwelgen. Net zoals Eupatorium ayapanum als tegengif tegen slangenbeten gebruikt wordt. Volgens Hancock is Aristolochia anguicida de echte guaco. Men beweert dat men rustig de venijnigste slang bij zich kan dragen wanneer men zich met het sap van een van deze planten laat inenten en maandelijks gedurende enige dagen daarvan een lepel inneemt.

Uit; http://plantlust.com/plants/10538/eupatorium-capillifolium-elegant-plume/

Euonymus capillifolium Small. (haarfijn blad) Groent tot bronsgroene fijne bladeren die de stengels bedekken als fijne groene draden. Gekneusd ruiken ze onplezierig.

Meerjarige van 100-200cm hoog die aan de basis gevorkt is.

Niet geheel winterhard, bedekken.

‘Emerald feather.’

Komt uit noord Amerika.

Dogfennel.

Uit en.wikipedia.org

Eupatorium megalophyllum Br. (grote bladeren) (=Bartlettina sordida) is een altijdgroen en opgaand kruid met rood purperen twijgen die bekleed zijn met licht ruige, donker groene bladeren met duidelijke nerven en lichtere onderkant.

Bladeren zijn 25cm lang en 20cm breed.

Grote trossen van lila bloemen verschijnen in het voorjaar, 1.5 hoog en vrijwel zo breed..

Kan tegen -5 Celsius.

Komt uit Mexico. Blue mist flower.

Uit; http://www.bastin.nl/webwinkel/eupatorium-rugosum-chocolate-detail.html

Eupatorium rugosum. (gerimpeld) crème witte bloemen in juli-september.

Wordt 170cm hoog.

=’Chocolate’ heeft mooi donker bruin blad, 140-160cm.

18. uit www.mossecrossinggardencenter.com

Eupatorium maculatum, L. (gevlekt) Lijkt veel op purpureum maar verschilt ervan door de purper/rood gevlekte stengel die zacht behaard is, dikke eivormige tot lancetvormige bladeren die getand en behaard zijn en met 3-5 in een krans staan, de bovenste vaak tegenoverstaand.

Grote, platte schermvormige trossen van kleine purper/roze bloemhoofdjes in augustus.

Is afkomstig uit N. Amerika, New Yersey tot Minnesota en Kansas en wordt 60-180cm hoog. Is beschreven in 1656.

‘Atropurpureum ‘is de donkere vorm.

Joe-Pye-weed.

18. Uit ru.wikipedia.org

Eupatorium purpureum, L. (purperachtig)Bladeren staan met 3-6 in een krans en zijn langwerpig tot ei/lancetvormig, toegespitst en gezaagd, kort gesteeld.

Sterk groeiende plant met opstaande, groene tot purperen stengels die hol en meestal niet behaard zijn.

Piramidevormige trossen van kleine licht purperen bloemhoofdjes met purperen omwindselblaadjes in vele rijen in augustus/oktober

Het purperen koninginnenkruid uit Manitoba tot Florida en Texas wordt 90-200cm hoog. Is beschreven in 1640.

Var. albiflorum heeft witte bloemhoofdjes.

Var. atropurpureum verschilt door de lagere groeiwijze en donkerder gekleurde bloemenhoofdjes.

Naam.

Het purperen koninginnenkruid en Engelse purple hemp-agrimony of trumpet weed, gravel root. Dit is het Amerikaanse sweet scented Joe-Pye-weed. Dit naar de naam van een meer kleurrijke Amerikaanse broeder. Joe Pye was een dokter van betekenis bij de Indianen.

20. uit www.angelfire.com

Eupatorium coelestinum, L. (hemelsblauw) Tegenoverstaande en gesteelde bladeren zijn getand en zacht behaard.

Opstaande stengels.

Dichte trossen van talrijke kleine hemelsblauwe bloemhoofdjes met kegelvormige bloembodem, omwindselblaadjes staan in 2-3 rijen en zijn lijnvormig en spits in augustus/oktober.

Uit New Yersey tot Michigan en Kansas wordt 50-100cm hoog.

Mist flower, bluish-flowered hemp-agrimony, blue thoroughwort.

21. Uit J. Bigelow.

=Eupatorium perfoliatum, L. (doorgegroeid, het blad is door de stengel heen gegroeid)

Een vorm met witte en losse bloemhoofden in juli.

Excellent voor opvallende effecten, vooral in lage gronden. 1m.

Is ook een Amerikaanse plant die beschreven is in 1699.

Naam.

Is bekend als boneset omdat het gebroken beenderen en koorts geneest, ook Indian ague-weed, vegetable antimony, agueweed, feverwort of sweating-plant. Het werd gebruikt door Amerikaanse kolonisten die het van de Indianen hadden om de koorts te breken door zwaar te zweten. Doorgroeid leverkruid, Durchwachsene Wasserdost, Durchwachsener Wasserhanf, Amerikanischer Wasserdost, Wasserdostenkraut, Knochenheil, Fieberkraut, Wechselfieberkraut, Indianerkraut.

26. uit www.biolib.cz

Eupatorium aromaticum, L. (geurend) Tegenoverstaande bladeren zijn dik en kort gesteeld, eivormig met hartvormige voet, gekarteld/getand en wat behaard.

Opstaande en weinig vertakte stengels.

Grote, los gevormde trossen van talrijke kleine witte bloemhoofdjes met de omwindselblaadjes in 1-2 rijen die lijnvormig en stomp zijn in augustus/oktober.

Uit Massachusetts tot Florida wordt 30-70cm hoog. Is beschreven in 1739.

Aromatic hemp agrimony, small white snakeroot.

(Ageratina ligustrina King. (liguster-achtig) (Eupatorium micranthum, Less (kleine bloemen), Ageratina riparia (Regel) R. M. King & H. Rob. (aan de oevers groeiend) (Eupatorium riparium, Regel (en Eupatorium purpusii, Brandegee.(Duitse botanist Carl Albert Purpus, 1851-1941) stammen uit Mexico. Met Eupatorium haageanum, Regel. & Koern. (Duitse botanist Friedrich Adolph Haage, 1796-1866) uit Z. Amerika zijn dit niet winterharde en groenblijvende planten die geteeld werden vanwege de mooie donkergroene glanzende bladeren en milde bloei in het najaar of winter.

Bartlettina sordida (smerig) (Eupatorium atrorubens, Nichols. (donker rood), Eupatorium ianthinum, Hemsl. (vioolkleurig) en Eupatorium megalophyllum, Klatt. (met grote bladeren) bloeien in de winter met blauwe of blauw-purperen hoofdjes. Zij hebben grote dicht behaarde bladeren en bloeien al als jonge plant. Zij zijn bij de kwekers meer bekend onder de naam Hebeclinium.)

19. Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Eupatorium cannabinum, L. (hennepachtig) Aan de rijzige, opstaande en stevige stengels zitten driedelige bladeren die er ruw uitzien en aanvoelen.

Leverkruid of basterdleverkruid heeft op hennep (cannabis) gelijkende, gesteelde dofgroene bladeren, tegenoverstaand en grof gezaagd, lancetvormig. Het leverkruid is een plant die groot en statig naar de vissers buigt. Die wuiven terug, maar meer om de insecten te verjagen die deze zoete plant vergezellen.

Op de stelten verschijnt een dichte eindstandige en soms met wat witte korrels bedekte bloemhoofdje die in bloei dof roze/mauve kleuren met omwindselblaadjes in 2-3 rijen in juli/augustus. Ook het hele gewas lijkt wel met een koninklijk purper doortrokken. Op het eind van de bloeitijd lijken de aartjes met een mistige waas bekleed. Mist flower of draadjesbloem, de bloemen zijn aan elkaar verbonden door kleine draadjes.

Uit Europa, W. en Midden-Azië, wordt 80-150cm hoog.

Var. indivisum wijkt af door de ongedeelde bladeren.

Var. pleniflorum verschilt door de lagere groeiwijze en gevulde bloemhoofdjes.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Gewoonlijk heet dit kruid Hepatorium, sommige noemen het ook Eupatorium. In het Italiaans noemt men dit kruid ook Eupatorio volgare en Eupatorio de Avicenna. De naam Hepatorium is dit kruid gegeven omdat het de lever zo nuttig is die men in het Latijn Hepar noemt want koning Eupator mag voor de vinder van dit kruid niet gehouden worden. Leonard Fuchs noemt het Eupatorium adulterinum als of men bastaard agrimonie zei.’

Het is dus een valse Eupatorium en de echte is Agrimonia eupatoria. Agrimonia en Eupatoria worden wel meer met elkaar verwisseld. Eupatorium is zo genoemd naar Mithridates Eupator, koning van Pontus, die ontdekte dat deze plant een tegengif leverde. Het is een naam die door Plinius gebruikt werd die er waarschijnlijk Agrimonia eupatoria mee bedoelde waarvan alleen de smaak overeenkomt.

(b) Leverkruid wordt de plant genoemd omdat het blad op de lever zou lijken, dus werd de plant in de sympathie leer gebruikt tegen leveraandoeningen. De naam leverkruid zou ook op een verkeerde vertaling slaan. Hepar is de Griekse naam voor de lever, de naam zou in dat geval niet van Eupator afgeleid moeten zijn, maar van Hepatorium. Culpeper noemt de plant dan ook Eupatorium en Hepatorium omdat het de lever sterkt. Het is de eupatorie van de Spanjaarden en Italianen.

Dodonaeus Ԍobel noemt het boelkenskruid mannetje of Eupatorium mas. (vrouwtje is Bidens) Dit kruid wordt van Dodonaeus Hepatorium vulgare genoemd en ook Hepatorium adulterinum en Pseudohepatorium, in het Nederlands boelkenskruidծ (boelen: vrijen)

Boerhaave gaf de plant de naam van Herba‑Meretricia (hoerenplant) omdat hiervan een drank bereid kon worden die als liefdesdrank was te gebruiken. Door dominee Hondius werd het, in zijn kruidboek Moufeschans of Dapes inemptae, 1621, ook zo beschreven:

‘Met het cruyt dat sijnen naem

van den boelen draecht, en bequaem

tot de lever ende milte

dat haer pijnen brenght tot stilte

Weerich cruyt dat in Hoven

sy met beter naem getoyt

Boelkenscruyt is weert om loven

maer de boelen dochter noyt

die van vooren Դ aller stont

minlick vleyen met de mont

maer van achter u geweken

met haer scherpe angel steken

is de boelen te vergeven

dien niet anders is geleert

en dit cruyt door haer verheven

hare schande in eere keert.’

Tot dit doel werden de bladeren van boelkenscruyt in de salade verwerkt.

Bolkenskruit of Bolkens‑cruyt komt in een plantenlijst uit de 16deeeuw voor. Al deze schrijvers zouden deze naam overgenomen hebben van Fuchs, 1543. Boelkenscruyt zou de letterlijke vertaling geweest zijn van Eupatorium adulterinum. Fuchs onderscheidde, door de toevoeging adulterinum, (wat overspelig als ook onecht betekent) onze Eupatorium van Agrimonia eupatoria. Andere schrijvers na hem dachten dat hij overspelig bedoelde en noemden de plant boelkenscruyt. Oorspronkelijk was dit mogelijk maar een gewone papieren naam die later een heel andere betekenis kreeg. Toch blijven er nog vragen over, Fuchs en Gessner noemden de plant toch Mannskraft en Mannsliebe, was hier nog verwarring of werkt het toch stimulerend? Oude Duitse namen zijn; Mansliebe, Mannskraft bij Brunschweick, rothes Ruhrkraut in Oostenrijk, Schumpferblume (: Liebhaberblume)

Maar voorgaande naamgeving door Fuchs was ook niet de eerste, in Herbarius in Dyetsche (rond 1480) komt de naam boelkenskruid toch ook al voor, bij van Ravelingen zien we dat de naam een bastaard soort betekent.

Heeft het iets met liefde van doen?

Dodonaeus (d) ‘Lobel zegt dat het ten onrechte in de Nederlandse winkels Eupatorium Graecorum genoemd geweest.’

De echte Eupatorium is Agrimonia eupatoria, vergelijk zijn Franse naam Eupatoire des Grecsծ

Dodonaeus (e) ‘Lobel noemt het ook Cannabina aquatica en Eupatorium Cannabium Avicennae van de apothekers en ten onrechte is het in de Nederlandse winkels Eupatorium Graecorum genoemd geweest. Van sommige wordt het Cannabina genoemd vanwege de gelijkenis die het heeft met de bladeren van hennep.

Hemp is een boeknaam die verschillende oude namen combineert. In de 15de eeuw was het bekend als canabria, dit van het Griekse Kannabis agria: de wilde hennep van Dioscorides. Bij 16deeeuwse botanisten werd het Cannabina aquatica: waterhennep, Duits Wasserhanf, Hanfkraut, Frans chanvrin: hennep, of lՠeupatorie, Engels hemp-agrimony, hemp weed, water hemp of bastard hemp, vanwege de hennepachtige bladeren.

Dodonaeus (f) ‘Daar zijn ettelijke die vermoeden, dat dit het kruid is dat Baptista Sardus Terzole noemt. In het Hoogduits noemt men het S. Kunigund kraut.’

Dan zijn we er nog niet. Ook de naam Koninginnekruid komt wel voor. Dit is ook niets anders dan een foutieve vertaling van het Duitse Kunigundekraut, Zwitsers Kunda-Chrut, Kunigundkraut bij Bock. Kunigundekraut werd de plant genoemd naar de vrouw van keizer Hendrik II, de later heilig verklaarde Kunigunde, patrones van zieke kinderen die zoveel genezingen op haar graf verrichtte. H. Bock noemde het in zijn Kreuter Buch ҈erba Sanctae KunigundisӬ kruid of St. Cunigond, St. Cunegunda en in Frans Herbe de Sainte Cunegonde. Heidnisch Wundkraut.

Dodonaeus (g) ‘In het Hoogduits noemt men het Hertzklee, Hirtzenklee, in het Nederlands hertsklaveren. De naam hertekenkruid komt omdat zoals sommige willen verzekeren dat de herten die nadat ze met pijlen geschoten zijn en gekwetst dit kruid eten en daardoor genezen worden zonder er enig letsel van te behouden.’

Duitse Hirschgunsel, Hirssklee en Hirtzklee.

Dodonaeus (h) ‘In het Hoogduits heet het ook Wasserdost of Wasserdost.’

Brune Dosten, de bloembos. De Fransen vergelijken het met marjolein, origan des marais: moerasmarjolein, vergelijk Duitse Wasserdost: watermarjolein.

Fuchs;’Kunigundkraut, koninginnekruid wordt ook watermajoraan, Wasserdost, genoemd, daarom dat het de majoraan of welgemoed aan de gestalte wat gelijk is. Het wordt van ettelijke Hirssenklee, hertenklaver, geheten, derhalve dat de herten zo ze gewond zijn zichzelf met dit kruid helen. Heb noch geen Latijnse naam gevonden alleen dat de apothekers, doch niet zonder grote verwarring, zulks kruid Eupatorium noemen.’

(578) (i) De middeleeuwse naam Eupatorium wordt ook voor wilde salie gebruikt en vandaar zie je afleidingen van die naam voor de plant in Noord-Duitsland. Zie de oude Duitse namen wild Scarleye of Scarleyge, wilde Scharleie of Scharlige in midden-Noord Duits, wilde Selbe in Hortus Sanitatis, Veltsalway in midden-Hoogduits.

(j) Een middeleeuwse naam was holy rope. Een naam uit de monnikentijd toen de kruiden in religieuze diensten gebruikt werd, de bulrush werd heilig riet en een ander Christus doorn. Naar zijn hennepachtige bladeren zou deze plant het koord geleverd hebben dat de Redder gebonden zou hebben.

(k) Werkt laxerend, in Belgi heet het bloedplant en werd bij koeien gebruikt tegen bloedwateren, Duits Stundekraut.

(l) Overige, Albkraut bij Bock, Alpkraut, Donnerkraut, Drachenkraut, Gieschklee, Leberbalsam, Schlosskraut, Schomperblume, Routlasekraut, Zwitsers Brand-Chrut. Engels andurion, Dutch agrimony en thoroughwort, Culpeper noemt de plant water agrimony of bastard agrimony als een kruid van Jupiter onder het teken van de kreeft. De Russen noemen het griwa kouskaja,

Cornish scawen du: zwarte vlier, Iers scaechog Mhuire: Maria ‘s kleine bosje.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (141, 164, 311, 309) ‘Het water waar dit kruid in gekookt is geweest is nuttig voor diegene die met schurft of diergelijke onzuiverheid van de huid gekweld worden en ook vooral die de milt of de lever verstopt, opgeblazen en gezwollen hebben, want het kan al zowel de milt als de lever van de verstopping verlossen en insgelijks ook de galblaas, daarom is het de geelzuchtige (vooral na het begin van hun ziekte) zeer nuttig. Boelkenskruid in wijn gekookt en gedronken geneest de kwetsingen en wonden en is een goed wondkruid in alle inwendige en uitwendige wonden.

Alle venijnige gedierten worden verdreven met de rook van dit kruid dat droog op het vuur gelegd is. Met korte woorden gezegd, dit kruid doet al hetgeen dat Agrimonia kan doen en noch veel krachtiger en gauwer. Voor wonden en kwetsingen: Drink twee of drie keer per dag van het afkooksel van waterboelkenskruid dat met water of wijn klaar gemaakt is. Fuchsius.’

Het sap ervan smaakt bitter. Volgens A. Pratt werd het vroeger in Holland gebruikt door de tufstekers in die ziektes die ze door hun beroep kregen. Maar het heeft een krachtige werking en moet voorzichtig ingenomen worden.

In wijn geeft het een aromatische medicijn die door Franse dokters voorgeschreven werd bij hoesten.

Folklore.

Als het midden van de bloem tussen de vingers gewreven wordt ruikt die als een roos en naar cedergom als de bloem verbrand wordt. Dit is zo een aangename plant om te gebruiken bij de Johannesvuren. De plant werd ook wel hommelskroed genoemd, hommelen is donderen. Behoorde tot de zogenaamde rookkruiden of onweerskruiden. Duitse Donnerkraut, aan Donar geheiligd, en werd aan deuren en vensters gehangen zodat die beschermen zou tegen bliksem.

De kwade geesten zorgen voor onweer en ander ongerief. Om dit tegen te gaan werd dit kruid in het vuur gegooid of in bosjes aan de zolder gehangen of op het dak gegooid. In de zogenaamde. rooknachten, dit zijn de nachten tussen St. Thomas, Kerstmis en Driekoningen, werden deze kruiden aangestoken en in slaapkamers, stallen en dergelijke gebracht waar ze zoveel rook omwalmden dat in die uitgerookte vertrekken geen heksen meer kwaad konden doen. Met die rook werden ook ziektekiemen, (de heksen) uitgerookt.

Planten.

De schermen wuiven in de zomer vaak naast de scherp magenta gekleurde kattenstaart. Mooi is ook de combinatie met het gouden boeren­wormkruid, Tanacetum. Symbool van uitstel, delay.

Ze groeien gemakkelijk in elke grondsoort op tamelijk vochtige en zonnige plaatsen.

Combineer deze plant met lichte tinten de gele of oranje Helenium’s of Helianthus vormen. Vermeerderen door scheuren in april.

Vermeerderen door stekken en zaaien. E. perfoliatum kan gezaaid worden bij 20 graden. De anderen eerst 3 weken 20 graden, dan 6 weken –2 en dan zaaien bij 7 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl