Epipremnum

Over Epipremnum

Silver vine, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Naam, etymologie.

Epipremnum, Grieks epi: op, premnon: een stengel, groeit aan de stengels van bomen.

Uit plantillustrations.

Klimplanten met mooi blad. Ze lijken op het geslacht Rhaphidophera.

Ze geven op de knopen adventief wortels die zich aan onderste lagen vasthouden als boomstammen.

Eenvoudige, gesteelde afwisselende geplaatste bladeren zijn vaak gedeeld.

Bloemen met een kolf en spatha, bloeikolf als andere leden van dit geslacht.

Een 15-30 soorten komen voor in het Maleise gebied en Polynesië. Het geslacht Epipremnum werd in 1857 door Heinrich Wilhelm Schott gevormd en baseerde zich op de enigste hem bekende soort Epipremnum mirabile Schott, nu Epipremnum pinnatum (L.) Engl. (nu aureum)

Ze groeien in tropisch Azi.

Araceae.

=Epipremnum giganteum, Schott. (zeer groot, gigantisch) De hartvormige tot ovale bladen zijn niet verdeeld en 1.50 tot 2.50cm lang, inclusief de bladsteel die even lang is als het blad en gevleugeld over de lengte.

Bloeit in geelgroen.

Een plant met touwachtige wortels.

Uit Maleise eilanden is beschreven in 1904 en kan wel 60 m ver komen.

Epipremnum aureum, G. S. Bunting. (goudkleurig) (Epipremnum mirabile, (prachtig) Epipremnum aureum (Scindapsus aureus, Pothos)(Epipremnum pinnatum) dus met blaadjes langs de gehele bladsteel.

Kan in aquaria groeien en zorgt daar voor beter water.

Kantige en geel/groene stengels die tot 20m kunnen komen met een doorsnede van 4cm die klimmen met luchtwortels over de bomen.

Licht groene, altijdgroen bladeren staan afwisselend, hartvormig, gaaf bij jonge planten, worden wat onregelmatig getand bij oudere planten, 100cm lang en 45cm breed, bij jonge planten veel smaller en meest 20cm. Onregelmatige, goud/gele strepen en vlekken zijn 6-10cm lang en breed. Blad is vrij groot en langwerpig, hartvormig met grillig getekende gele vlekken en wordt bij goede groei steeds groter naar de top toe en komt steeds verder van elkaar af te staan, dan wordt de kleur ook minder. Ook in te veel schaduw wordt de kleur minder, kan echter niet tegen felle zon.

Bloemen als andere soorten van deze groep, een omwindsel van 23cm lang, hoewel ze zelden bloeien.

Meerjarige kruidachtige plant is altijdgroen.

Het is de tonga plant van Tropisch Azië, Salomonseilanden, beschreven in 1882.

‘Aureum ‘is de gele en gekweekte vorm.

‘Golden Queen,’ heeft bijna helemaal goud/gele stengels en bladeren.

‘Marble Queen,’ met roomwitte stengels en witte bladeren met groene strepen en vlekken.

‘Wilcoxii’ heeft scherp getekende groen/gele bladeren.

Naam, etymologie.

Silver vine, devils ivy, het is bijna onmogelijk te doden. Duits Efeutute.

Scindapsus, van Grieks skindapsos, een soort boom die op de klimop lijkt, niet dit geslacht. Indian ivy.

(Rhapidophora, Grieks prhapsis: naald, pherein: dragen, naar de vele kristalnaalden in de vrucht.

Planten.

Houdt van een zeer vochtige omgeving.

Vermeerderen door scheutstek.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl