Polianthes
Over Polianthes
Tuberoos, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit; file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/P/Polianthes.html
12 zacht zomerbloeiende soorten komen voor in Mexico en midden Amerika.
Alleen Polianthes tuberosa L. wordt gekweekt.
Amaryllidaceae, Amaryllisfamilie, Agave klasse.
Uit J. Grandeville.
Polianthes tuberosa, L. (bol dragend) is een uit Mexico afkomstige plant die al in 1594 geteeld werd, beschreven in 1629.
De plant is onbekend in wilde staat en als het zijn oorsprong had in 1 van de Mexicaanse soorten, moet dit Polianthes gracilis geweest zijn.
Clusius kreeg in 1594 een armzalige exemplaar van de tuberoos in handen vanuit Indië.
De tuberoos draagt aan zijn top een aar van vele horizontaal uitstaande en 5cm lange, enigszins vlezige witte, trompetvormige en vooral ‘s avonds zeer geurende bloemen die voor bloemwerk, bruidsboeketten en parfumerie waarde hebben, 45cm. Symbool van “trots van de rijken”
Vormen.
Er zijn ook gevuld bloemige en halfhoge verscheidenheden. Vooral het ras ‘The Pearl’ wordt geteeld.
Uit Matthiola:’ Dit echter welke ik heb hiertoe gezet is me door bijzondere vriendschap en goedwilligheid naast andere schone gewassen van heer D. Rauwolff, die het in zijn reis in de Oriëntaalse landen verzameld heeft te tekenen vergund is geworden en beschreven in eerste deel van zijn reisboek in het 9de kapittel. Bloeit in de maand april, heeft lange en erg smalle blaadjes, onze Phalangium is tamelijk hoog en gewint in het bovenste 4 aanzienlijke bloemen aan welke de blaadjes vanwege hun verf en grootte de drie opgerichte in kleine blauwe lelies gans gelijk, de wortel in zijn kleur en ronde die in de tulpen. Is de inwoners te Tripoli onder de naam Ayur bekend.’
Naam, etymologie.
(a) De naam Polianthes werd door Linnaeus in 1737 gegeven in zijn Genera Plantarum. Ongelukkigerwijze schreef hij Polyanthes in een andere werk dat gepubliceerd werd in 1737. Dit was waarschijnlijk een fout. Sommige schrijvers hebben de naam Polyanthes gespeld in de veronderstelling dat Linnaeus polys: veel, en anthos: bloemen, in gedachten had, veelbloemig. Anderen namen aan dat het van polis: een stad, afstamde naar het gebruik van bloemen in stadsversiering.
Waarschijnlijk had Linnaeus polios: glimmend wit, en anthos: een bloem, bedoeld dat voor de tuberoos meer waarschijnlijker lijkt dan de andere afleidingen.
(b) De naam tuberoos is ontleend van tuberosa, deze plant is de tuber, de knoldragende hyacint om die te onderscheiden van de bol dragende hyacint. De naam is daarom tuber-ose en niet tube-rose. Duits Tuberrose, Knollige Nachthyazinthe, Engels garden tuberose. Frans tubereuse des jardins, jacinthe des Indes.
De Tuberoos is, vanwege de geur, een soort turbo roos van de ouden. 1700 :”Tuberosa, deze groeit wel zestig of negentig cm hoog met veel grote, sneeuwwitte en sterk riekende bloemen, genaamd Hyacinthus Indicus Tuberosus.”
De welriekende bloemen werden vroeger wel in bruidsboeketten verwerkt. Het tuberoos was een geliefkoosd bloempje van de ongelukkige Marie-Antoinette. Madame Richard, bewaakster van de gevangenis, bracht haar dagelijks een bloemtuiltje nachtviooltjes, ook anjelieren of nachtviolen. Zo verdreven die de bedorven lucht uit de plaats waar ze opgesloten was. Maar madame Richard werd ook aangeklaagd en opgesloten. Men heeft haar voor dit menslievend denkbeeld niet durven vervolgen en haar weer losgelaten.
De poet Thomas Moore schreef vele aardige botanische versjes, een van de mooiste is:
‘The tuberose, with her silvery light
That in the gardens of Malay
Is call’d the Mistress of the Night”.
De Azteken noemden het Omixochitl of been bloem.
Uit Redoute.
Planten.
De teelt van de bollen is in een warmer klimaat dan die van ons, zoals in N. Amerika, Z. Afrika, Frankrijk en Italië. Zij komen hier slechts eenmaal in bloei. Na de bloei kunnen de bollen weggegooid worden.
Tuberozen zijn geschikt voor potcultuur of volle grond. In de tuin worden ze eind april 8cm diep en op 15cm afstand van elkaar geplant op een warme plaats.
De bloei valt dan eind september. Deze tijd is helaas niet zo geschikt voor de zachte bloemen, door het meestal slechte weer komen er al gauw smetten op.
Beter is het om deze roos in te potten in maart/april en ze in een koude bak in te graven. Door ze, na voldoende beworteling met tussenpozen van enkele weken in de kamer te brengen krijg je bloei vanaf augustus tot en met september.
In volle groei verlangen ze veel vocht.
In potten geplant vormen ze een onvertakte bebladerde stengel van 60-100cm hoog met aan de top een bloemtros van 10-30 witte, bedwelmende, welriekende bloemen, de nachthyacint. De bloemen staan meestal gepaard, de trechtervormige zeslippige bloemkroon is enigszins gebogen.
De onderste lijnvormige en lichtgroene bladeren zijn ongeveer 20cm lang en nemen aan de stengel geleidelijk in grootte af.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl