Aechmea

Over Aechmea

Kokerbromelia, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Aechmea.html

Naam, etymologie.

Aechmea komt van Griekse aichm: spits of lans, en is zo genoemd naar de punten van de ongeopende bloem.

Kokerbromelia, Duits Lanzenbromelien. Bromeliaceae.

Uit Curtis botanical magazine.

Het is een groep van epifytische kruiden die met ongeveer 100-150 soorten van Mexico, tropisch midden en Z. Amerika voorkomen.

Enkele soorten leveren vezels uit de bladeren. Ze lijken veel op Billbergia, waar ze ook nauw mee verwant zijn. De Billbergia ‘s hebben echter hangende bloemtrossen en Aechmea heeft staande bloemtrossen.

Ze hebben gestekelde randen aan stevige, dikke en lange bladeren die tezamen een koker vormen, het is de kokerbromelia. De meeste soorten zijn van huis uit epifyten, er zijn ook terrestrische planten. De wortels van de epifyten leven in de bomen van het oerwoud en dienen meer om steun te geven dan om voedsel op te nemen. Daar zorgen de zuigmondjes voor die onderaan de rozetten zitten. De bladrozetten zijn vaak gedoornd. De bladeren zijn omgebogen als gootjes die het water opvangen. Aan de basis van het blad bevindt zich een schede, waardoor een waterhoudende bladkoker wordt gevormd. Bladeren van sommige soorten vormen lange en smalle buizen, bij een andere is de rozet meer open. Elk rozet vormt maar 1 bloeiwijze, na de bloei sterft de plant, maar tijdens de bloei vormen zich kleine rozetjes aan de voet van de moederrozet en die kunnen voor vermeerdering gebruikt worden.

Kenmerkend zijn de schutbladen, die nog mooi van kleur zijn als de plant zelf al lang uitgebloeid is. De bloeiwijzen van Aechmea varieert van blauw, violet, rood, wit en groen tot geel en soms veranderen ze van kleur tijdens de bloei, meestal van mei tot oktober. De vruchten zijn ook opvallend, wit, geel, rood, purper of zwart.

=Aechmea lindenii, Morr. (Jean Jules Linden, Belgische directeur van de Illustration Horticulture, 1817-1898) (Aechmea comata)

Dichte rozet met zeer lange en brede bladeren die kleine dorentjes aan de rand hebben.

Wit viltige bloemstengel met een dichte tros van citroen/gele bloempjes en roodachtige schutblaadjes. 

Uit; http://www.gardensonline.com.au/GardenShed/PlantFinder/Show_2745.aspx

Aechmea caudata Lindman. (gestaart) Deze komt ook uit Z. Amerika. Altijdgroene epifyt met trosachtige bloemen van rode schutbladen en gele bloemen. Lijnvormige bladeren zijn leerachtig en met scherpe dorens langs de rand bezet. Ze vormen een rozet waarin water opgeslagen wordt.

Uit www.sci.muni.cz

=Aechmea chantinii, Baker. (M. Chantini, tuinman te Parijs) komt uit Peru, Brazili en Venezuela.

Rozet van stijve en gebogen, olijf/groene bladeren met scherp afstekende, grijze en vaak wat roze dwarsstrepen, 45cm lang met stekelige rand.

Lang gesteelde, aarvormige bloeiwijze met roze bloemen en rode, geel gepunte schutbladeren

‘Pink Goddess’ met roze/rode schutbladen.

‘Red Goddess’ met rode schutbladen.

Amazonian zebra Plant.

Aechmea correia-araujoi E. Pereira & Moutinho. (genoemd naar Luiz K. Correia de Araujo) Komt uit de regenbossen van Bahia, O. Brazilië. Epifyt met glanzende groene bladeren die donkere markeringen en gevlekt zijn aan beide zijden. Dunne bloemtros.

Uit L. van Houtte.

= Aechmea fasciata, Baker. (met banden)

Kokervormige rozet met stijve en fijn getande, grijs gestreepte en gevlekte, gedoornde bladeren van 30-50cm lang.

Na 3-4 jaar is de plant volgroeid en geeft een bloemstengel met 15cm lange bloeiwijze. De piramidale bloemtop bestaat uit sterk gestekelde roze schutbladen waar de donkere tot blauw gekleurde bloemen tussen zitten. Bloemen zijn gauw verwelkt maar de schutbladen blijven nog maanden mooi.

Uit Brazilië. Is vermeld in 1826

‘Albomarginata’ heeft wit gerande bladeren.

‘Variegata’ heeft de witte vlekken meer op het blad.

‘Primera’ heeft geheel gave randen, groen en zilver gestreept/gevlekt.

Silver-vase, urn plant, Duits Lanzenrosette.

Uit; https:/en.wikipedia.org/wiki/Aechmea_nudicaulus

Aechmea nudicaulis Griseb. (naakte stengels, zonder haren) Komt uit Centraal Amerika tot Z. Amerika. Er zijn verschillende variteiten, hybriden en vele cultivars. Deze epifyt geeft een rode en gele bloeiwijze met zwaardvormige bladeren.

Uit undistilled.deviantart.com

Aechmea racinae Smith (wortel of trosachtig).

Losse rozet met zacht glanzende groene bladeren zijn 30cm lang en 3cm breed. Een van de kleinste vormen, geschikt voor terraria.

Hangende stengel van 40cm lang met een tros van 12 ovale licht rode en besachtige bloemen rond kerstmis. Die worden gevolgd door rode bessen. Christmas jewels.

Hybriden.

Met bladeren van 20cm lang.

‘Foster’s Favorite’, met glanzende, nauwe en buisvormige, donkerrode bladeren die zich halverwege uitspreiden. Vaak wat buigende bloeiwijze met wijnrode bloemen en gevolgd door donker rode bessen.

‘Royal Wine’ met olijf/groene, glanzende bladeren die aan de onderkant wijn/rood zijn. Blauwe bloemen worden gevolgd door oranje/rode bessen.

Aechmea recurvata (Klotzsch) L.B. Smith. (terug gekromd) Deze komt uit Z. Amerika. Een kleine vorm geschikt voor een terrarium. Uit de wat bolachtige basis komen groene bladeren die wat met bruingrijs gekleurd zijn. Het centrum kleurt roze op waarin roze bloemen staan.

Uit; http://www.floricode.com/Portals/0/Downloads/Productcoderingen/svsB1503032.pdf

Aechmea tayoensis. Deze komt uit Ecuador, de wouden van Los Tayos. Een aard Bromelia. Wordt een 20cm hoog met een bladrozet. Getande bladeren zijn scherp toegespitst. De bloem is een samengestelde aar van licht tot donker rood.

9. uit christchurchcitylibraries.com

Aechmea weilbachii, Dietr, (Aug. Weilbach, hortulanus aan de botanische tuin te Kopenhagen, 1813-1868)

Vormt een dichte rozet met lange en donkergroene bladeren.

Koraal/rode bloemstengel draagt een losse en smalle tros van vleeskleurige bloempjes met blauwe kelkblaadjes.

Uit Brazilië. Is vermeld in 1854.

10. uit L. van Houtte.

Aechmea fulgens, Brongn. (lichtend of schitterend) Dicht rozet met brede en glanzend donker groene bladeren van 30-40cm lang, op het eind blauwgroen, meer naar het midden worden ze grijsachtig en een violetkleurige achterkant.

Dit is een van de mooist bloeiende Bromelia ‘s. De bloemstengel komt verticaal omhoog vanuit een kokerrozet. De bloempjes zijn eerst blauw en staan in lila/oranje schutbladen, later kleuren de bloempjes ook naar lila. Zo staan er verschillende kleuren in de tros.

Is afkomstig uit Cayenne en kwam hier in 1842.

Var. discolor (tweekleurig) wordt het meest geteeld en heeft glanzend olijf/groene bladeren met wijn/rode achterkant. Na de bloeitijd komen de rode bessen.

Coralberry. 

11. uit www.sci.muni.cz

Aechmea miniata, Baker (klein) heeft een rozet van brede, groene en fijn gezaagde bladeren, de randen zijn bezet met kleine dorens of vrijwel glad.

De bloemsteel is aan de onderkant vertakt en los gevormd, 20cm lang, rood met kleine lila/blauwe bloempjes.

Uit Brazilië.

Potten.

Ze worden hier wel gekweekt als kamerplant die na normale behandeling pas na jaren bloeien, vooral de grote vormen als Aechmea fulgens. Door toeval werd ontdekt dat ze eerder kunnen bloeien. In een kas met carbidlampen ging er een lamp kapot. Het carbid viel in het met water gevulde hart van de plant. Aanstonds kwam de plant in bloei. Zo werd ook een wat handzamer plant bereikt. Een ander middel voor hetzelfde effect is om wat verrot fruit in het hart te doen. Het gas dat hierdoor gevormd wordt, ethyleen, geeft een bloeiprikkel.

Het zijn planten die in de oerwouden van Brazilië groeien. Zorg daarom voor een vochtige omgeving, hoewel ze ook redelijk goed tegen droge lucht kunnen. Felle zon moet vermeden worden. In het hart kan je ook gewoon water geven, in de winter hoef je de kokers niet bij te vullen. Temperatuur van minimaal 18 graden, in de winter 12 graden.

Vermeerdering is mogelijk via zijscheuten die zich aan de plant ontwikkelen. Na de bloei sterft de oude plant af maar dan zijn de zijscheuten meestal groot genoeg om gescheurd en gepot te worden. Dat doe je meestal als de planten de halve hoogte van de moederplant hebben bereikt en wortels hebben gevormd zodat de plant met wortel en al eraf gesneden kan worden. Pot ze in zeer luchtige grond, normaal groeien ze op bomen waar veel lucht is en weinig grond.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl