Trifolium

Over Trifolium

Klaver, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt, planten,

Uit www.vanherbaryum.yyu.edu.tr

Lage een- en meerjarige kruiden die geschikt zijn voor veldbedekking, grondverrijking en in gazonmengsels.

Bladeren zijn verdeeld en 3tallig, zelden 5-7-bladig.

Bloemen zijn meestal purperachtig, rood of wit en zelden geel. De bloemen staan in aren of hoofdjes of schermen, zelden alleenstaand.

Tussen de 200 en 300 soorten komen voor en het meest overdadig in de Noordelijke gematigde zone, ook Z. Amerika en Afrika.

Vele klavers zijn meerjarig, hoewel ze relatief kort leven zodat geregeld inzaaien nodig is om de planten in goede vorm te houden.

Fabaceae, vlinderbloemige, Trifolium klasse.

Subgenus Trifolium sectie Trifolium.

=Trifolium alexandrinum, L. (uit Alexandrië) is een snel groeiende eenjarige kruidachtige plant net liggende, aan de knopen wortelende en uitlopers gevende stengels, 1m en lijkt op luzerne.

Lange bladstelen, drie blaadjes zijn verkeerd eivormig en fijn getand.

Lang gesteelde bloemhoofd met geelwitte bloemen die zwak naar honing ruiken in mei-september.

De plant is afkomstig uit Egypte en Klein‑ Azië en is in 1820 beschreven.

Alexandrijnse klaver, Engelse Egyptian clover of bersin, Ägyptische Klee, Alexandriner-Klee.

Uit G. Oeder.

=Trifolium alpestre L. (uit de Alpen) is een meerjarige kruidachtige plant van een 40cm.

De stengel is aanliggend behaard.

Smalle driedelige bladeren zijn tot 8cm lang, boven kaal, beneden behaard.

Kogel tot eivormige bloemhoofdje is nauwelijks gesteeld en door de bovenste bladeren omgeven in juni-augustus.

Uit Europa, Klein Azië.

Alpenklaver, Hügel-Klee.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Trifolium incarnatum, L. (vleeskleurig)

Heeft ook drietallig blad dat behaard en omgekeerd eivormig is.

Bloeit al vroeg in het voorjaar, mits ze vorig jaar gezaaid is en de winter overleeft heeft. Mooi rood kleurt de plant en de velden. Bloemhoofdjes zijn eivormig en gesteeld, alleen staand en eindstandig.

De inkarnaat klaver is een eenjarige die een halve meter met gemak haalt.

Is een prima groenbemester.

Komt uit Italië en is in 1596 beschreven.

Naam.

Inkarnaatklaver of Franse klaver, Duitse Inkarnatklee, Blutklee, Rosenklee, Franse trefle fauroche en Engelse crimson clover, Italian clover.

Uit J. Kops.

Trifolium medium, L. (middelste) (subgenus Trifolium sectie Trifolium)

Deelblaadjes zijn elliptisch en smal.

Bloemen staan aan gesteelde, losse en ronde hoofdjes van juli tot september op lichtere gronden Een wat dunnere plant dan de rode, bloemhoofden groter en donkerder gekleurd en bladen smaller.

Meerjarige uit Europa tot centraal Azië.

Naam.

Bochtige klaver, Engelse zig-zag clover naar het scherpe draaien van de stengels op de knopen, ook cow grass, meadow clover of marl grass, Duitse Mittel-Klee, Zickzack-Klee.

Uit J. Sowerby.

Trifolium ochroleucum, Huds. (okergeelwit) Lagere bladen staan aan lange stengels, bovenste deelblaadjes zijn ovaal, de lagere hartvormig.

De stengel is meer dan 30cm hoog.

Bloemen staan in dichte en gesteelde, eindstandige hoofdjes, crème achtige en zijn min of meer gekleurd met geel die tot bruin verkleuren bij verwelken in juli/augustus.

Meerjarige uit Europa, M. Zeegebied, West Azië.

Naam.

Zwavelkleurige klaver, Engelse sulphur coloured trefoil, Blassgelbe Klee.

Uit O. Thome, met campestre.

= Trifolium arvense, L. (van de akkers) de akkerklaver of hazenpootje heeft aan de voet van het blad een helle vlek in het midden en als die vlek verschijnt is het een teken van goede cultuurgrond.

Een lage eenjarige klaver van 30cm met dunne stengeltjes, liggend of opgaand en vertakt.

Kleine en donzige, licht roze bloemen staan in bol- of eivormige hoofdjes die tijdens de bloei langwerpig uitgroeien en dan wel wat op een zacht dierenpootje of -staartje lijken.

Komt algemeen voor op open arm begroeid droog zand, droge weiden en vastgelegd stuifzand van Europa en W. Azië.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Deze kruiden zijn hier te lande hasen-pootkens en hasen-voetkens genoemd, in Hoogduitsland Hasenfusz, Hasenklee, Catzenklee, Katzle en Katsenklee,in Engels rong claver en hares foote, in Frankrijk pied de lieure, in Italië pie de lepre, in Spanje pio de liebro en in het Latijn Pes leporis en Leporinus pes of ook Lagopus naar het Griekse Lagopus en dat naar de gedaante en kleur die de harige aren van deze kruiden met hun bruine schubjes en ruige wolligheden die op een hazenvoet lijken hebben’.

Hazenpootje, Duitse Hasenfuss of Hasenpfotchen, Engelse hare’s foot trefoil, Franse pied-de-lièvre is zo genoemd naar de vorm van de bloemhoofdjes. Een vertaling van Plinius pes lagopus, van Grieks lagopous door 16deeeuwse botanisten. Hasenpfotlin en Katzenklee bij Bock, Engels ook rabbit foot of stone clover en oldfield clover.

Dodonaeus (b) ‘Sommige willen het Trifolium humile, dat is nere klaver of lage klaveren noemen.

Daarom zal men de eerste soort van deze kruiden kleine Lagopus of kleine en gewone hazenpootjes noemen of ook gele hazenpootjes als de bloemen geel zijn zoals het meest gebeurt en in het Latijn eigenlijk Lagopus of Lagopus minor’.

Dodonaeus © ‘De tweede soort mag in het Latijn Lagopus major folio Trifolij heten, dat is grote paarse hazenpootjes met bladeren van klaver’.

Dodonaeus (d) ‘De derde soort heet Lagopus major alter, dat is andere grote of paarse hazenpootjes of andere hazenpootjes met lange smalle bladeren.

(e) Waarschijnlijk is dit de heart trefoil van Culpeper omdat het blad driehoekig is als het hart van de mens, maar ook omdat elk blad de perfecte afbeelding: icon, van een hart laat zien.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Hazenpootjes zijn droog en tezamen trekkend van aard en hebben kracht, zo Dioscorides betuigt, om de buik te stoppen, in rode wijn gekookt en gedronken, dan diegene die de koorts hebben moet men ze met water en niet met wijn ingeven.

Hetzelfde kruid van buiten aan de liezen gebonden of gehangen is zeer bekwaam tegen de gezwellen er van en om de breuken te bedwingen en in te houden.’

Het is een kruid van de Zon en zou een goede hartversterker zijn.

Er werd wel een thee van getrokken die gebruikt werd als een middel tegen diarree.

=Trifolium campestre, Schreb. (van het veld) T. procumbens) is een kruidachtige twee of eenjarige plant van 10-30cm.

Mooie gele bloemhoofdjes die op hopbloemen lijken. Elk hoofdje is cilindrisch en bevat een 20-40 bloemen. Die worden bruin als ze oud worden.

Afwisselend geplaatste bladeren met 3 deelblaadjes die ovaal tot elliptisch zijn en 4-10mm lang.

Lijkt veel op T. aureum.

Uit Europa en west Azië op droge zandige grasvelden, bossen en velden.

Liggende klaver, Duits Feld Klee, Engels hop trefoil, low hop clover, in Wales “meillionum hoppysaidd”, naar de oude naam Lupulus sylvaticus.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

= Trifolium pratense, L. (van de weide) (Trifolium procumbens)

Deelblaadjes zijn breed, ovaal en omgekeerd hartvormig, vaak met een wit blok. De planten gaan ‘s avonds slapen, de bladen zien er dan uit alsof ze midden in het avondgebed in slaap zijn gevallen met gevouwen handen, vele planten hebben zich volledig ineengerold net als een paraplu en de bloemen hebben hun kopjes naar de aarde gebogen zodat geen dauw of plotselinge stortbui hun meeldraden zal verrassen. Plinius vertelt al dat ze met naderend slecht weer een teken geven door de bladeren te vouwen.

De purper/roze en ronde hoofden van klaver, de bobby-roses, zijn opgaand in hun jonge dagen maar bij ouder worden hangen ze moe en vervagen van kleur waarna een bruine bedekking de ontwikkelende zaden bedekt. De bloemen bezitten veel honig en worden door kinderen wel geplukt om de honig eruit te zuigen. Bestoven bloemen van klavers gaan hangen.

Dit is de klaver die Darwin beroemd maakte.

De rode klaver is algemeen in goed bemeste weilanden en ook in wegbermen.

Is een indicator voor kalkgebrek en krijgt dan witte vlekken langs de randen.

Het is een tweejarige en soms meerjarige plant.

Het plantje kruipt niet, maar groeit op tot meer dan een halve meter in Europa tot centraal Azië, W. Afrika.

Er zijn 7 var.; Trifolium pratense var. pratense, algemeen. Bullenklee.

Trifolium pratense var. americanum, (uit Amerika) Harz, zuidoost Europa.

Trifolium pratense L. var. villosum DC., (frigidum) bergen van centraal en zuid Europa.

Trifolium pratense var. maritimum, (van de zee) zuidelijk Baltische zeekust.

Trifolium pratense var. parviflorum. (kleine bloemen) Europa.

Trifolium pratense var. perenne Host.(meerjarig)

Trifolium pratense var. sativum, Schreb. (geteeld) M. Zeegebied, groeit robuust met bijna of geheel haarloos blad. Saatklee, spanischer, großer, welscher Klee, de belangrijkste soort.

Trifolium pratense var. villosum, DC. Alpen, (dicht behaard)

Naam, etymologie.

Voor de witte en rode klaver of samen zijn ze de beemdklavers. (Dodonaeus) ‘Dit gewas is hier te lande eigenlijk klaveren genoemd en tot verschil van de andere soorten zullen we ze gewone klaver of beemdklaver noemen. De Hoogduitsers noemen het Wisenklee, de Engelse noemen de klavers ook klaver en de Hungaren lo here omdat ze de paarden er mee voeden, andere zeggen dat ze klaver genoemd zijn als kalverkruid omdat de kalveren er zo vet van worden. Andere noemen ze cleveren’.

Klaber, Klaver, Klawer, Kle, Klee, Klehe, Klewer, Klaus in Gotisch, Oud-Hoogduits Chleo komt van Chlewes: gekloofd blad, als Kliff en Kleie, oud-Hoogduits Clie, opengespleten, van chliopan, oorspronkelijk wel Chlewesblat, Chleoplat, Noord Duits klowen: splijten, vergelijk ons klooven en Engels cleave: splijten, de gepleten bladeren. De naam klaver stamt waarschijnlijk uit het Fries, hoewel de oorsprong onzeker is. In midden-Nederlands komt claver(e) halfweg de 13de eeuw voor, vergelijk midden Nederduits klaveren naast Noordduits dialect Klever, Angelsaksisch claefre of clafre tot claver (nu clover) dat uit een Germaanse grondvorm klaib-ron, oud-Germaanse klaib-r(i)on-klaiwa stamt.

Daarnaast komt een woord klaiwa voor. Dit verschijnt in het oud-Hoogduitse als Chleo, (nieuw-Hoogduits Klee), oud-Saksisch Kle en zeldzaam Cle, oorspronkelijk een zuid Ger­maans woord? Dit woord past bij de Indo-Germaanse wortel glei: kleven, omdat de taaie plant als het ware aan de grond gekleefd is. De stad Kleve heeft de klaver in zijn wapen opgenomen.

Een gewone term in verschillende vormen. De plantnaam is uitgelegd als verbonden met cleave, naar zijn drie bladeren, mogelijk naar een Fries woord wat club: knots, betekent. De naam klaver zou zo uit het Fries kunnen stammen hoewel de oorsprong onbekend is. Of het woord is afgeleid van het Latijnse clava en verwijst naar de clava trinodis. Hercules werd beschreven als dragende een clava trinodis: of knots met drie punten. Zou het woord stammen uit Latijn en zo Grieks? (Clava herculis: de knots van Hercules, die hij op de grond zette, toen hij van Atlas zijn taak over nam om de wereld te dragen.)

Dodonaeus (b) ‘In het Latijn heet het Trifolium pratense, in het Italiaans trifolglio, in het Spaans trebol,

in het Frans trefle, Engels herbe trifoglie’.

Trifolium is afgeleid van Grieks triphullon: letterlijk drieblad, zo ook Latijn tres, tria: drie, en folium: blad, driebladig, dit werd in Angelsaksisch trifoil, Engels trefoil, in Frans trèfle des prés en Duits Dreiblatt.

Isidorus XVII 9.72: “Trifolium est, quod Graeci triphullon vocant, quod foliis trinis sit per singulas adnationes”.

Dodonaeus © ‘In het Hoogduits Fleyschblumen en in de oude Franse taal visumarus, zoals de oude schrijver Marcellus betuigt’.

Rode klaver, Duitse roter Kopfklee of Rotklee, Fleischklee rode schapebloem, Engelse red clover, common purple clover.

Dodonaeus (d) ‘De wilde soort heet Trifolium silvestre op het Latijns en op het Hoogduits Smicken.’

(e) De nectar uit de bloemen, Be-, Ben-, Bey-, Binsaug, Sugeln, Engels bee-bread of honey suckle, onze suikerbloem of zuigen. Himmelsbrot, Hergottsbrot, Johannisbrot, Susser, Zuckerbrot, Pfundklee, per pond verkocht, Zwitsers Hungblume, Stroffel-Chlee, Stupfle-Chlee.

(f) Kopf-, vooral voor zaad gekweekte klaver, Kopfklee of rother Kopfklee.

(g) Land van afkomst, zie Trifolium rubens.

(h) Groeiplaats, veldklaver, Wiesenklee bij Bock, Franse trefle commum of trefle des pres, weideklaver.

(i) Engels marl grass of cow grass, in Wales “Meillionen goch”.

(j) Bargebloem, paardenklaver, of zaaiklaver.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De bloemen van de klavers zijn de bijen zeer aangenaam.

Het is ook zeker, zegt Plinius, dat de klavers zichzelf intrekken al of ze verschrikken en dat de bladeren te berge staan en zichzelf oprichten als er enig onweer of storm van wind zal opstaan of aankomt.

Want de klavers met witte bloemen hebben soms heel ruige stelen en heel wittere plekken en heel grote bladeren zulks als in Waals Nederland overvloedig op goede vette landen gezaaid plegen te worden.

Enige zoeken deze klavers met vier of meer bladeren zeer vlijtig en hopen er iets wonders mee uit te richten omdat iemand hun heeft laten geloven dat ze goed zijn om met de minnedranken in te geven. Zodanig is het Quadrifolium phaeum, te weten een soort van klaver die bruin van kleur is en, zo men zegt, dikwijls vier bladeren bijeen heeft die anders Trifolium fuscum heet.

Men gelooft dat de klavers voor een goede en nuttige spijs mogen gebruikt worden zodat diegene die het eens gewend is die niet gauw zal kunnen laten en daarom plegen de Ieren er koekjes en kleine broden van te bakken en met boter te beslaan, als Lobel betuigt, die ze in hun hongerige maag steken nadat ze drie dagen lang geen spijs genoten hebben wat de wilde mensen en rovers dikwijls gebeurt.

Platearius zegt dat klaverzaad in wijn gekookt en de rook hiervan ontvangen en opwaarts gelaten de baarmoeder reinigt en opent.

Klavers met witte plekken in water gekookt en gedronken genezen de witte vloed van de vrouwen door hun kracht van drogen en middelmatig teren.

Klaverzaad en ook de bladeren in water gekookt en gedronken genezen de zweren van de longen en borst en hetzelfde water is goed tegen de bloedgang, waterzucht en derdedaagse koorts, immers als de veldscheerders verzekeren.’

De plant wordt veel gebruikt als groenbemester. De Ieren gebruiken deze klaver onder de naam van chambroch tot spijs en de Laplanders maken bij gebrek van koren brood van de bloemen. Culpeper noemt de witte en rode klavers meadow trefoil en honeysuckles als planten van Mercurius.

Honeystalks (ook voor witte klaver)bij Shakespeare Titus Andronicus iv, iv.;

“I will enchant the old Andronicus

With words more sweet, and yet more dangerous

Than baits to fish, or honeystalks to sheep”.

In Zweden worden de bloemhoofdjes gebruikt om wol groen te verven, gemengd met aluin wordt de tint lichter.

Symbolen.

Symbool van smeekbede, “mijn hart smacht naar liefde, gelijk een paard naar de klaver”. Ook een symbool van ijver als het een driebladige is en een vierbladige het symbool van wees de mijne.

In de middeleeuwen was het een symbool van oprecht verlangende liefde, zowel goddelijke als wereldse liefde. Een witte klaver: Symbool van denk aan me.

,, rode klaver, bezigheid, vlijt.

,, purper, vooruitzien, zorgzaam.

Kleefeld.

Een linnenwever maakte het gewas populair bij de Duitse boeren tegen het eind van de 18de eeuw. Die man heette van huis uit Schubert. Eerst was hij linnenwever en later klom hij op tot secre­taris en in 1769 verwierf hij het riddergoed Wurchwitz. In een schrift beval hij dit kruid als voerkruid aan. De Berlijnse academie van wetenschappen bekroonde dit schrift met een prijs en keizer Joseph II verhoogde de samen­steller met de naam Edler von Kleefeld in de adelstand.

De rode klaver is de staatsbloem van Vermont, 1894, vanwege zijn waarde voor de boerengemeenschap.

Folklore.

De rode klaver zou niet door bijen bezocht worden omdat die de rode kleur niet kunnen zien, wat hun eigen schuld is. Bij de schepping had God hen verteld dat er op zondag niet gewerkt wordt. De bijen besloten toch na ampel overleg om ‘s zondags maar aan het werk te gaan, want als het de hele week regent verhongeren wij ‘s zondags. Zo is het gekomen dat de bijen ook op zondag werken en als straf geen honig mogen halen uit de bloem die daar het meeste van bevat.

Tafelrede.

Darwin verhaalde al eens dat de klavers er de oorzaak van zijn dat er zoveel weduwen zijn. Weduwen houden katten, hoe meer katten, des te minder muizen, des te minder muizen des te meer hommels, hoe meer hommels hoe vruchtbaarder de rode klaver, hoe meer rode klaver hoe meer vlees, hoe meer vlees, des te sterkere mannen, des te sterkere mannen, des te meer oorlog, hoe meer oorlog, hoe meer weduwen.

Uit N. Jacquin.

=Trifolium rubens, L. (rood) Drietallige bladeren met langwerpig/lancetvormige en fijn getande heldergroene blaadjes, steunblaadjes zijn ei/lancetvormig en spits.

Opstaande stengels zijn behaard.

Eindstandige en 5-9cm lange, 3cm brede trossen met purper/rode bloempjes, kelkbuis is 20nervig in juni/augustus.

Uit Midden en Z. Europa, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1633.

Naam.

(Dodonaeus) (a) Spaanse klaver worden van sommige ook hierbij gerekend die in Spanje omtrent Salamanca, daar ze groeien, ook trebol de prados heten, maar Clusius beschrijft het en noemt het Trifolium pratense Salamanticum’.

Is rond 1550 ingevoerd tijdens Spaanse overheersing. In Friesland heet het vandaar Spaenske klaver, Spaansche klaver, Franse klaver, Duitse klaver, Brabantsche klaver of Zeeuwse klaver, Duitse spanischer of steirischer Klee, Deutscher Klee of Turkischer Klee, Niederlander of of brabanter Klee, Frans grande-rouge-de-Hollande: grote rode Hollandse, deutscher Klee. Grosser Geissklee bij Bock, red clover of trefoil. Purpur-Klee, Fuchsschwanz-Klee. Sierklaver.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

=Trifolium scabrum, L. (ruw)

Deelblaadjes zijn omgekeerd eivormig of smal lancetvormig, getand en glad van boven met een priemvormige top.

Bloemhoofden staan in paren en zijn rondachtig met een prikkelige kelkbodem, rode en witte bloemen in juli.

Eenjarige van 10cm hoog uit M. Zeegebied tot West Azië.

Naam.

Ruwe klaver, Engels rough rigid trefoil. Rauen Klee.

Uit J. Sibthrop.

Trifolium stellatum, L. (stervormig)

Deelblaadjes zijn omgekeerd eirond.

Bloemhoofden zijn eindstandig en rond, gesteeld en ruig door de losse haren, wordt later sterachtig van vorm, van juni tot augustus.

Eenjarig.

Sterklaver, Engelse starry headed trefoil.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

=Trifolium striatum, L. (gestreept, naar de sterk gestreept kelknerven)

Deelblaadjes zijn omgekeerd eivormig of eivormig.

Bloemhoofden zijn eindstandig en okselstandig, eivormig en donzig in juni en juli.

De kleine donzige hoofdjes groeien in het gras meestal vlak bij de zee in droge velden.

Eenjarige van 10-20cm hoog uit Eurazië.

Naam.

Gestreepte klaver, Engels soft knotted trefoil, striated clover, Duits Streifen-Klee, Gestreifthülliger Klee, Frans trèfle strié.

Subgenus Trifolium sectie Glycyrrhizum.

Uit commons.wikimedia.org

Trifolium alpinum, L. (uit de Alpen) is een kale meerjarige kruidachtige plant van 5-20cm.

Taaie paalwortel die zoet smaakt. Grondstandige driedelige bladeren met een bladsteel van 5cm, deelblaadjes zijn ongeveer 10cm, lijn/lancetvormig.

Bloemhoofdje van 3-5cm met 3-12 gesteelde purperrode bloemen die balsemachtig geuren in juni-augustus.

Groeit in de Alpen en Pyreneeën, liefst op kalkarme grond. Geliefd voer voor koeien, schapen, gems en marmot.

Vanwege de hoge voedingswaarde wordt het gewas gebruikt als voer.

Is beschreven in 1775.

Naam.

Alpenklaver, Westalpen-Klee, de Duitse naam Berg-Sussholz, in het Frans reglisse, heeft ze te danken aan de zoetstof in de wortels dat ook in zoethout voorkomt, Glycyrrhyza. Een afkooksel werd gebruikt tegen borstkwalen. Alpine trefoil.

Subgenus Trifolium sectie Trifoliastrum.

Uit J. Sowerby.

Trifolium glomeratum, L. (opeengehoopt of tot een kluwen verenigd)

Deelblaadjes zijn omgekeerd hartvormig en getand.

Bloemhoofden zijn eindstandig en okselstandig, zittend en rondachtig in juli.

Eenjarig.

Kluwenklaver, Engelse smooth round headed of clustered trefoil.

Uit G. Oeder.

Trifolium montanum L (van de bergen) is een 15-40cm hoge meerjarige kruidachtige plant wiens geheel wollig behaarde stengel rechtop groeit.

Aan de grond zit een bladrozet die uit resten van oude bladeren bestaat.

De aan de rand getande bladeren zijn langachtig lancetvormig gevormd en aan de onderkant behaard.

De meest met twee bij elkaar groeiende bloemhoofdjes worden meestal 15-20mm groot, witgeel en na de bloei in mei-juli worden ze roodachtig bruin,

Groeit in midden en zuid Europa, Kaukasus, Iran.

Bergklaver, Berg-Klee, mountain clover.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

= Trifolium repens, L. (kruipend) Het blad van witte klaver rijst op uit lange stengels. De drietallige bladeren bezitten op elk van die blaadjes vaak een lichte vlek en vaak ook een witte lijn, ze zijn licht gezaagd, breed eivormig en 1-2cm lang.

Liggende stengels, wortelend, toppen vaak opstijgend, spreidt snel en vormt een aangenaam dik karpet, mooi voor gemengde lawns. Een klein zaadje kan in een zomer enkele vierkante meters bedekken.

De gesteelde bloemen worden geboren boven de bladen in een ronde bol en zijn wit, of wit met een roze tint van mei tot september. Dan worden ze geleidelijk aan licht bruin en valt de een na de ander naar beneden in een hangende positie. Langtongige hommels halen er honing uit.

De klaverwortels bevatten kleine zakjes met stikstof zodat zij vet zijn en anderen stimuleren. Als alle gras verbrand is door de zomerhitte behoudt de witte klaver zijn mooie groene kleed.

Verdraagt betreding.

Uit Europa, W. Azië N. Afrika, wordt 10-25cm hoog.

Trifolium repens var repens.

Trifolium repens var. biasolettii (Steud. & Hochst.) Asch. & Graebn. (apotheker en algenkenner en weldoener van de botanische tuin te Triest, dr. Biasoletti)

Trifolium repens var. giganteum Lagr.-Foss.(gigantisch)

Trifolium repens var. latum.(dragen)

Trifolium repens var. macrorrhizum Boiss.(grote wortels)

Trifolium repens var. pallescens. (verblekend)

Er is een vorm waarvan de 3-5 deelblaadjes donker purper gevlekt zijn, sommige blaadjes zijn geheel purper. Bij een ander zijn ze bronskleurig tot purperkleurig.

Naam.

Zie pratense.

(a) Engelse honey suckle grass, Duitse Bieneklee, Zwitsers Wiessa Suger.

(b) Witte klaver, Duitse weiss Fleischblumen en klein weiss Klee bij Bock, Weiszer Klee, Weiß-Klee, Kriech-Klee, Franse trefle blanc en Engelse white clover of clover.

(c) Schapenbloem Schapeblome, Lammerklee, Schafklee, Hirzeklee, Zwitsers Geissechlee, Schlirpchlee, Schnurchlee.

(d) Steenklaver, Steinklee.

(e) Feldklee, Wiesenklee.

(g) In Italië trifoglio en bij de Denen klover.

(h) Dutch clover, een klaver van de Dutch geleend. De witte wordt Dutch genoemd omdat het eeuwen geleden in Holland als waardevolle klaver gekweekt werd. Het duurde lang voordat Engelse boeren zijn waarde onderkende. Toen zij dat deden importeerden ze grote hoeveelheden zaad uit Holland. Curtis in zijn “Flora Londinensis” beschreef dat 1 fa alleen al, Messrs. Gordon and Dermer, elk jaar 40 of 50 ton verkocht. Dat was in 1777. Zijn krachtige groei zie je in het Franse trefle rampant. Het gaf driemaal zoveel voer als grasland, vooral op kleigrond.

Folklore.

In Rijnsburg staat een kerk waarvan de plattegrond de vorm heeft van een klaverblad en in de Gotische bouwstijl komt het klaverblad nog verscheiden malen terug, vooral in raampartijen.

Het blad komt wel gebeeldhouwd voor in de Gotische bouwstijlen, vooral in de opengewerkte omlijstingen en vensters in de kerken. Dit komt omdat het driedelige klaverbladen geluk zou brengen, nog meer geluk geeft het viertallige blad, dit is een speling van de natuur en komt weinig voor.

Vierklaver.

(349) Het viertallige blad beschut de vinder tegen bedrog en toverij. Het klaverblad lijkt op een kruis en heeft daaraan zijn gelukbrengende kracht te danken. Zo werd het blad in de kerkboeken gedaan bij de heiligenplaatjes. Als een verliefde een klaver in zijn schoen doet blijft hij trouw, een verliefde plaatst ook een vierbladige onder de kussen van zijn sweetheart. Ervan dromen voorspelt een gelukkig huwelijk. Leven in weelde is als liggen in klavers.

De vierklaver groeit aan de boorden van de hel en daarom zijn die zo zeldzaam en noemt men ze in Frankrijk herbe du diable, een duivelskruid. Het was zeer gevaarlijk om een vierklaver barrevoets te betreden, een man kreeg prompt witte koorts, was het een vrouw was ze door haar man bedrogen.

Het vierblad moet op zondag voor zonsopgang geplukt worden en dan herken je bij de kerkgang alle heksen in de kerk.

Om het vee tegen hekserij te beschutten en gedurende het hele jaar te doen gedijen neemt men op de avond van de Walpurgis nacht, van een andermans veld van de vier hoeken, stilzwijgend een handvol klavers en geeft die aan het vee.

Een emigrant, wiens schip zo zou vertrekken ging bij de nabij gelegen botanische tuin wandelen. Bij de ingang stond een waarschuwingsbord waarop stond dat er niet buiten de paden gewandeld mocht worden. Hij lette daar niet zo op en dromerig liep hij door de tuin en zag tot zijn verrassing een klavertje vier. Hij dacht aan de verhalen van vroeger en het geluk dat ze overal veroorzaakte. Hij twijfelde niet lang, geluk kon voor hem wel eens nodig zijn op de lange reis naar een vreemd land. Snel plukte hij het blaadje, maar even zo snel stond daar een wachter, die hem zei dat het verboden was buiten de paden te gaan. Hij moest mee. De betrapte zei dat het hem speet, dat hij het niet wist etc. De wachter wees alleen maar op het bord bij de ingang. Maar ook zou zijn schip zo vertrekken. Hij vroeg alstublieft en legde zijn omstandigheid uit, dat hij de tocht al betaald had en als hij niet komt is hij een arme, verlaten man, ik wil zo wel betalen als je me nu loslaat etc. etc. De wachter bleef onaangeroerd. Er kwamen er zovele die planten plukten roofden en allerlei verhalen, hij had ervaring in die dingen en geloofde ze niet, ook durfde hij geen geld aan te nemen. Toen de man zag dat alles overbodig was schikte hij zich in zijn noodlot en kwam bij het gerecht, betaalde zijn straf en rende dan naar het schip. Toen hij daar aankwam was die al lang weg. Zijn verdriet was groot. Hij schold en vloekte op zich en op de hele wereld, niets hielp. Treurig slenterde hij door de stad overleggend wat te doen. Na enige dagen zit hij in een herberg in diepe gedachte. Om zich te verstrooien pakt hij een krant. Dan leest hij met grote letters afgedrukt: “Het schip S.S. is in volle zee met man en muis vergaan”. Het was hetzelfde schip waarmee hij had willen varen. Nu zag hij dat het klavertje vier hem toch geluk gebracht had.

In Ierland (volgens Yaets) is er een haan die op een dak een balk voorttrekt. Een meisje houdt in haar hand een graszode met (buiten haar weten) een klavertje vier en ziet hoe de zaak eigenlijk toegaat. Ze vraagt aan de toeschouwers wat voor wonder zij erin vinden dat een haan stro in zijn bek heeft? De tovenaar vraagt haar de het klavertje vier, voor zijn paard, zegt hij. Ze geeft hem die en terstond gilt zij dat de balk gaat vallen en iemand zal doden. Zo waren er vele tovenaars die kunststreken uithaalden wat alleen gezien kon worden als iemand een klavertje vier bij zich had.

Om een toverheks te ontdekken en tegelijkertijd te pijnigen kookte men olie met spelden en naalden erin. Iemand die een “bezempje stuiver” (vroegere Nl. geldmunt) en een klavertje vier bezat kan zo de tovenares te zien krijgen. Zij droeg alleen voor zijn oog, een omgekeerd braadpannetje op het hoofd. Het gebeurde ook tijdens deze bezwering, dat de heks van de zolder viel en aldus een arm of been brak en bleef voor haar leven getekend.

Indien een vermoeide wandelaar zich bij zekere bronnen te slapen legt, dan gebeurt het wel eens dat witte duiven aangevlogen komen met een vierklaver in hun bek en die op het hart van de slaper laten vallen. Ontwaakt die voor de vierklaver verwelkt is, dan kan hij als hij ze in de mond neemt, zich onzichtbaar maken en de geheimzinnige grotten van de zogenaamde Zalige Jonkvrouwen, aan wie de duiven toebeho­ren, met zekerheid vinden.

Vijfklaver.

Nog zeldzamer is de vijfklaver. Slecht geluk komt er als je een 5 bladige vindt. Als een heks dit op het wijwa­tervat legt, waaruit de persoon die zij beheksen wil wijwater haalt, dan staat ze onder haar invloed.

Tweebla­dige klavers vinden betekent geluk en wordt verzameld met een spreuk.

Kaarten.

Het klaverblad komt ook voor op speelkaarten, het is de club, de klaverkaart, hartenkaart is het lindeblad, schoppenkaart is eikel en ruit is de ruit of Ruta.

De vier kleuren vertegenwoordigen de vier standen, harten de geestelijkheid, klaveren de burgerlijke stand, ruiten de wapenknechten en schoppen de adel.

Men zegt dat Etienne Chevalier, de beste symbolist van zijn tijd, het klaverblad bij het kaartspel invoerde en daarmee het vlierblad uit het wapen van Agnes Sorel wilde voorstellen. Zo werden Roland van Roncevaux als klaverboer, Sanscouci (een scheldnaam) als klaver heer en la Tromperce als klavervrouw (zinspelend op Isabeau van Beieren) voorgesteld.

Triniteitbeker of klaverblad.

Tot de eigenaardige disgebruiken van de oude Grieken behoorde de ‘driedronk’. De eerste beker was aan de goden, de tweede aan de helden of halfgoden en de derde aan Zeus gewijd. Zo wijdde de Romeinen vaak drie bekers aan de drie gratiën.

In het Christendom vinden we de driedronk in gewijzigde vorm onder de naam Triniteitbeker. Een beker ter eren van God, de tweede ter eren van Jezus en de derde ter eren van de H. Geest of de H. Maagd. Na de 17de eeuw bleef de driedronk voortbestaan onder de naam ‘klaverblad waarvan Heinsius verhaalt”

“Het meeste dat ik wens, dat is een klaverblad

Het eerste voor de maag, het ander om de zinnen

Te brengen tot geneugt, tot lachen en tot minnen

het derde mag wel met, want dat is om gerust

Te vallen in den slaap, die alle sorgen sust”.

Het klaverblad-beker bestond uit drie kelkjes die door dunne buisjes met elkaar en tevens met een holle steel verbonden is zodat na vulling van de beker de wijn zich zowel in de kelkjes als in de beker bevindt. Drink je nu uit zo’n beker dan vermindert de wijn tegelijk in de drie bekertjes zodat de wijn alleen nog in het steeltje of staartje bleef. Vandaar de uitdrukking “er is nog een staartje wijn in de fles”.

Shamrock.

De Dutch clover of witte klaver is het nationale teken van Ierland, het is de Ierse shamrock.

Shamrock.

Shamrock is afgeleid van de oude naam, Herba Trinitatis de Seamrog, in Iers werd het seamrog en Keltisch seamrag, het is een verkleinwoord van seamar of seamair: het betekent trefoil: een klein drieblad. Of het is afgeleid van het Arabische shamrakkh: driebladig, waarschijnlijk is dit de rode klaver die het wijdst verspreid was. De naam seamrog is bij de Kelten voor meer planten in gebruik. Seamrog chapuilli is de purperen klaver en seamrog chre is de speedwell of Veronica, seamrog m’huire is de pimpernel.

St. Patrick.

17 maart, St. Patrick: Latijn patricier: adellijk.

Apostel en schutspatroon van Ierland.

Hij is geboren ca. 407 en was van geboorte een Schot. Zijn geboorteplaats is niet zeker. Zijn oorspronkelijke naam zou Succath: strijder, zijn geweest. Volgens anderen Maenwyn. Nadat hij in zijn jeugd, hij woonde waarschijnlijk aan zee, door zeerovers als slaaf naar Ierland was verkocht, wist hij te ontsnappen en ging naar Frankrijk waar hij monnik werd te Tours en Lerins, met het doel voor ogen de voor het merendeel nog heidense Ieren te bekeren. In 431 ging hij naar Rome en werd door de paus Celestinus naar Ierland gezonden om daar het evangelie te prediken. Hij nam de naam Patricius aan, wat een soort verwaandheid was, maar hij wist dat alleen een grote Romeinse naam invloed op zijn gehoor zou maken. St. Patrick landde in 433 te Wicklow. Er bestond weliswaar al een kleine christelijke gemeenschap in Ierland, maar het is hem gelukt het hele eiland tot het christendom te bekeren. Hij zou 365 kerken gesticht hebben. In 440-450 stichtte hij het bisdom Armagh. Overleden te Saul bij Downpatrick ca. 468.

Vele legende bestaan er over hem wat bewijst dat hij een krachtige en opvallende persoonlijkheid was. Hij werd dan ook de Ierse nationale held. Uit eerbied gebruikten de Ieren aanvankelijk niet zijn naam als doopnaam. In Engeland was dit veel vroeger het geval. Door de Ierse predikers kwam de naam later naar het vasteland.

Hij wilde de grote koning Loaghaire zelf bekeren. De koninklijke hal stond in Tara’s Hill bij Dublin, in het graafschap Wicklow, de oer­plaats van de heidenen. (Tara, Gaelic torra: rotsachtige bergtop, op de top waarvan zich een steen bevindt die beschouwd wordt als de steen waarop de koningen van Ierland werden gekroond. Het was een koninklijke verblijfplaats tot 560 en in 980 werden de Denen hier verslagen) Toen de druïden de terugkeer van hun zonnegod Beal als voorjaarsfeest vierde, durfde niemand vuur te maken voor het vuur ter eren van de zonnegod op Tara aangestoken was. Alle vuren waren deze nacht verboden. Dit vuur werd ontstoken op de steen Lia Fail, de steen die later naar Scone in Schotland gebracht werd en daar onder de koningsstoel van de Westminsterabdij rust. Daar stak St. Patrick, om het Paasfeest te vieren, een vuur aan op de tegenover gelegen heuvel. Toen de druïden priesters dat zagen stortten ze zich ontdaan op koning Loaghaire. De koning beval de boosdoener bij hem te brengen. De heidense koning was met woede vervuld, de druïden vertelden hem dat als dit vuur niet uitgedaan werd voor de morgen, het nooit meer uit zou gaan. Toen Patrick bij hem stond rende de kleine zoon van de koning naar St. Patrick en kuste de zoom van zijn kleed. De koning veroorloofde hem te spreken en St. Patrick verhaalde van Jezus en God die de wereld geschapen had. Maar het was moeilijk om de drie-eenheid te verklaren. Dan bukte hij zich voorover en plukte een klaverblad. Zie, zei hij, dat zijn drie bladen in een blad. Koning Loaghaire was overtuigd, nam het christendom aan en het klaverblad werd de grondvorm van het Keltische kruis.

Of, volgens anderen, ofschoon de koning een “zoon van de dood” bleef, stond hij toe dat hij vrijheid van preken kreeg in Ierland. Sindsdien is de shamrock het nationale embleem van de Ieren en wordt gedragen op St. Patricks dag, 17 maart. 17 maart is het begin van het voorjaar en het einde van de winter. Een tijd dat de duivel verdwenen is.

De Ieren van de 5de eeuw waren een vrolijk volkje zonder veel remmingen. Ze stalen heen en weer runderen en vrouwen, ze waren vitaal, mannelijk en brutaal. Het moet een belevenis geweest zijn hen te horen vloeken. Men verhaalt van Patrick dat hij deze ‘kunst’ ook volledig beheerste. En toch was er zelden een ernstiger en geschikter man die de Ieren over God sprak. De eerste jaren van zijn missie zullen moeilijk geweest zijn, zijn rug droeg vele littekens die hem door de zwaarden van zijn tegenstanders gegeven waren. Dat waren de druïden, de priester/heersersklasse. Ze waren zijn vijanden tot ze merkten dat de overgang naar het christendom en het ontvangen van het priesterschap hun figuur eerder versterkte dan afbrak. Patrick zelf won als eerste de jeugd. Hij verstond het om van de jongeren mooiere, dapperder en ridderlijke mensen te maken. Hij was een ongecompliceerde mens en zijn hart onderwierp zich zelden aan de heerschappij van het verstand. Als hij preekte en bad, dan bruiste de kracht van God en zijn geloof over de luisterende, dan barstten de afgodsbeelden, verlieten de schadelijke dieren Ierland, werden demonen en tovenaars in de poorten der hel gestoten. Daarbij leek het alsof hij zelf een machtige tovenaar was. Toen Patrick en zijn begeleider zich eenmaal in hoge nood bevonden, in een woud wachtte moordenaars op ze, nam de heilige met een luide stem een ochtendlied aan die nog kort zijn gedachtenis in de Ierse kerk klinkt:

‘Christus bescherm me nu

Tegen gif en vuurverwondingen

Voor verdrinken en wonden

Zodat ik rijk loon zal ontvangen’.

De vijanden wachtten vergeefs, ze zagen alleen een koppel herten met een hinde rustig door het woud gaan.

Naast het christendom bracht hij de Ieren nog een tweede geschenk mee. Van elke priester die hij wijdde, verlangde hij dat ze lezen en schrijven leerde. Twee honderd jaar na zijn aankomst bloeide hier een geleerdheid in literatuur waar het continent niets tegenover kon zetten kon. Onder de dichters en denkers bevonden zich vele monniken, de tonsuur en pij remde niet de hoogte in fantasie.

Die Ierse/Schotse monniken kwamen weer als missionarissen op het vaste land en verkondigden de wereld de roem van Patrick. Wij hebben onze christianiseren aan hen te danken en niet aan Rome.

Hij wordt met het klaverblad afgebeeld. Aan zijn voeten brandt vaak een vuur, met een staf die een slang door een slang omwonden wordt. Hij geldt als helper tegen slangen en giftige dieren als demonen.

Op 17 maart loopt iedereen in Ierland met een klaverblad in de hand. In de tijd dat St. Patrick door Ierland trok legde hij het mysterie van de drie-eenheid uit door middel van deze klaver. Een kruid met het merkteken van het kruis beschermt tegen alle duivelse machten.

In feite was deze christianisering een ouder gebruik van de shamrock als een kracht tegen heksen en elfen die speciaal rond de 17de maart actief waren, het eind van de winter en begin van het voorjaar. De klaver was in hoge aanzien bij de Druïden als een kracht tegen duivelse geesten en vanwege veronderstelde medische krachten. Bij de druïden symboliseerde het blad de drie afdelingen van natuur, zee, aarde en hemel.

De shamrock van geluk en zegening is een vierbladige klaver, maar het is niet goed ernaar te zoeken, het moet toevallig gevonden worden.

Voor de echte Ier zijn alle klavers heilig.

De plant verschijnt in oude klassieke versieringen er is een goed gebrandschilderd raam, gebaseerd op zijn hangende bladeren en knoppen in King’s College, Cambridge, Fra Angelico en andere eerdere schilders beeldden haar af. De drie bladeren en witte bloemen doortrokken van purper gaven het mogelijk christelijke interesse. Het bloeit volop met St. Patrick. In een boek, Fynaes Morison, dat geschreven is voor 1598 staat de passage “ They willingley eat the herb shamrock, being of a sharp taste, which as they run and are chased to and fro, they snatche like beastes out of the ditches”. Dat zal wel op deze plant slaan die wat scherp is, een duidelijk herkenningsteken. Het komt nu niet zoveel meer voor omdat de bossen in Ierland vrijwel verdwenen zijn, met het bos ging ook de klaverzuring.

Op zijn dag draagt men de shamrock en oude vrouwen, voorzien van zijn embleem, roepen: “Buy my shamrocks, green shamrocks”. Kleine kinderen hebben Patricks kruisen op hun kragen. Op die dag zal je geen loyale Ier zien zonder shamrock “even though the sea should roll between him and his belovend Isle”. Nadat men uit de beker heeft geplengd wordt de ondergedompelde shamrock goed bekeken.

“For show me the true-gearted son of old Erin

Who love not the land where the green shamrock grows”.

Uit commons.wikimedia.org

Trifolium thalii Vill. (Thal’ s of uit Thal in Oostenrijk)Is een meerjarige kruidachtige plant van 4-10cm hoog.

Vormt dichte pollen waarbij de opgaande stengel zelden 3cm haalt.

Drietallige bladeren, elk blad met 7-10 bladnerven.

Bloemkroon is eerst wit en wordt later roze, na de bloei in juli-augustus bruin.

Lijkt op Trifolium repens met zijn wortelende en kruipende stengels.

Uit de Alpen, Spaanse bergen.

Rasige Klee, pale trefolil.

Subgenus Trifolium sectie Vesicastrum.

Uit G. Oeder.

= Trifolium fragiferum, L. (aardbei dragend) De liggende stengels wortelen in de knopen en de plant vertoont overeenkomst met de witte klaver, waarvan die door de bloemkleur en scherp gepunte steunblaadjes is te onderschei­den.

Ronde hoofdjes van vleeskleurige bloemen waarvan de kelken in de rijpingstijd opzwellen en mooi geaderd zijn in juli/augustus.

De vrucht vertoont dan een zeer oppervlakkige gelijkenis met een aardbei.

De aardbeiklaver is een overblijvende plant.

Komt algemeen voor in grasland op rivier- en zeeklei en verdraagt zout.

Meerjarige, kruipende plant uit Europa en zuidwest Azië..

subsp. bonannii groeit meer in het M. Zeegebied.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Klaveren met bessen is van Clusius beschreven en aan hem uit Friesland van Joannes Dortmannius gezonden. Men vindt ze in de weiden of polders die ‘s winters onder het water liggen en vooral in Groningen en daarom heten ze Trifolium fragiferum Frisicum’.

Aardbeiklaver of ringelbolt, Duitse Erdbeerklee, Himbeer-Klee, Engelse straw berry headed clover, Franse trèfle fraise.

Uit Curtis botanical magazine.

Trifolium hybridum L. Heeft een opgaande stengel.

Verkeerd eironde blaadjes.

Lang gesteelde rondachtige bloemhoofdjes met rozerode bloemen. Groeit overal en is een van de beste klaversoorten in zanderige grond en rauw klimaat waar luzerne niet groeit.

Is voor het eerst gevonden door Linnaeus in Uppsala, parochie Alsike. Het is een twee of meerjarige die veel geteeld wordt en sterker is dan de rode klaver en kan goed tegen vocht en kou.

Naam.

Schweden Klee, Bastardklee, trefle hybriden of bastaardklaver, Zweedse klaver of Zweedse bastaard, Engels alsike clover, Swedish clover, Frans trèfle hybride.

Uit G. Oeder.

Trifolium ornithopodioides Oeder, (op vogelpoot gelijkende) Trigonella ornithopodioides (L.) DC.)

Vogelpootklaver.

(Dodonaeus) ‘De ander soort mag (Ornithopus perpusillus) ook wel vogelvoet heten en voor het groot vogelvoetkruid, in het Latijn Ornithopodion majus, gehouden worden omdat de hauwtjes al zijn ze niet zo bescheiden in leden verdeeld hebben ze nochtans enigszins de gedaante van kleine vogelklauwen hebben’.

Uit J. Kops, www.BioLib.de

Trifolium resupinatum, L. (omgebogen of omgekeerd) Deelblaadjes zijn omgekeerd eivormig.

Stengel liggend of opstijgend.

Bloemhoofden zijn eerst vlak en worden later rond, gesteeld, kroonbladen zijn na de bloei gedraaid, voor wordt achter wanneer de vlag komt naar beneden, roze in juli.

Eenjarige uit zuid Europa tot zuidwest Azië.

Is beschreven in 1820.

Naam.

Omgekeerd bloemige klaver, Perzische klaver, Engelse reversed trefoil, Persian clover, Duits Persischer Klee, Wende-Klee, Frans trèfle Perse, trèfle à corolle renversée.

Subgenus Trifolium sectie Trichocephalum.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Trifolium subterraneum, L. (onderaards)

De stengels vertakken zich en liggen over de grond.

Bloeit in mei en juni op droge gronden met dunne witte bloemen. Aan de 3-5 bloemhoofdjes zitten maar een paar witte bloemetjes, de ongeveer 6 anderen bestaan uit een buisvormige kelk met stekelvormige tanden. Zodra de bloemen verwelken buigen ze zich naar beneden met de gemeenschappelijke steel naar de grond. Ze worden dan met de stijf tegen elkaar gedrukte onvruchtbare bloemen, die met de kelktanden een punt vormen, in de grond gedrukt. De middelste bloemen met de stekels buigen zich nu naar boven en werken zo de aarde om, zodat het zaad geplant wordt.

Het is een eenjarige die hoogstens tot 25cm komt

Komt voor op sommige plaatsen in Zeeland, noordwest Europa.

Trifolium subterraneum subsp. subterraneum is de gewone vorm die in het hele gebied groeit.

Trifolium subterraneum subsp. yanninicum Katzn. & Morley groeit in vochtige gebieden die overstroomt worden.

Trifolium subterraneum subsp. brachycalycinum Katzn. & Morley (korte kelk) houdt van drogere gebieden.

Naam.

Onderaardse klaver, Engelse subterranean clover. Bodenfrüchtige Klee.

Subgenus Chronosemium.

Uit G. Oeder.

Trifolium aureum Pollich (goudkleurig) (Trifolium agrarium. L. (agrarisch) is een smalle opgaande tweejarige plant van 10-30cm.

Bladeren met 3 deelblaadjes, elk van 15-25mm lang en 6-9mm breed.

Gele bloemen staan in een smal verlengd hoofdje van 12-20mm diameter aan het eind van de stengels, bij ouder worden krijgen ze een bruine kleur en worden papierachtig. Nauw verwant aan hopklaver, T. campestre.

Uit centraal en midden Europa.

Akker klaver, large hop trefoil, golden clover of hop clover.

(Dodonaeus) (a) ‘Veldklavers hebben ronde dunne steeltjes en daaraan groeien de bladertjes die nu hier en nu daar geschikt zijn en op de klaverbladeren lijken, maar kleiner en rondom de kanten wat gekarteld of geschaard.

De bloemen zijn geel en klein, veel bijeen en in korte aartjes of rietpluimpjes verzameld en vergaan in ronde bolletjes of zaadhuisjes en van vele zwarte of bruine, kromme zaden tezamen gehoopt’.

Naam.

(Dodonaeus) ‘Dit gewas wordt tegenwoordig wel meest steenklaver genoemd, maar veel beter veldklaver, in het Hoogduits Steinklee of liever Feltklee en daarom zou men het Trifolium agrarium in het Latijn mogen noemen en dit schijnt wel te wezen een geslacht van Medica en dat alleen omdat het zaad met de linzen enige gelijkenis heeft, hoewel dat het niet rond is, noch als een rond horentje of als een slakkenhuisje ineen gedraaid of gedrongen is waaruit merkelijk blijken kan dat dit kruid genoeg van de Medica verschilt.

Andere noemen het Lotus silvestris, in het Hoogduits is het ook Geel Klee en Geel Wisen klee genoemd en in onze taal kleine gele klaver’.

Goldklee.

Uit www.fao.org

Trifolium badium, Schreb. (bruin) is een kale meer harige kruidachtige plant van 10-20cm.

Liggende of opgaande stengels.

Drietallige bladeren met blaadjes tot 2cm lang.

Kopvormig bloemhoofdje met een 60 bloemen die eerst goudgeel zijn in juni-augustus en daarna bruin en worden groter en blijven aan de zaden en helpen bij het verspreiden van de zaden..

Groeit in de Alpen, noord Spanje tot de Balkan op 600-3000 m , meest kalkachtige grond.

Bruine klaver, Duitse Braunklee, bruine klaver omdat de gele kroon bruin verwelkt, Engelse brown trefoil.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Trifolium dubium Sibth (twijfelachtig)

Bladen zijn nauwelijks gesteeld, de deelblaadjes omgekeerd hartvormig, de centrale staan op een langere steel.

Stengels kruipend en harig.

Bloemen staan in dichte hoofdjes met 6-15 stuks bij elkaar in juni/juli, geel en worden na de bloei bruingeel.

Een- of tweejarige uit Europa tot Kaukasus.

Groeit op droge en arme gronden, langs wegen.

Naam.

Kleine klaver, Engelse lesser yellow trefoil of lesser hop trefoil, Faden-Klee, Kleiner Klee, Zweifelhafter Klee. Klaver van St. Patrick?

Uit G. Oeder.

Trifolium micranthum, Viv. (met kleine bloemen) (Trifolium filiforme, L (draadvormig) (Subgenus Chronosemium)

Bladstelen hebben allen dezelfde lengte, deelblaadjes zijn omgekeerd hartvormig.

Bloemhoofden staan in losse hoofdjes met 2-5 bij elkaar, geel/oranje en na de bloei vrijwel kleurloos.

Eenjarig. Een 10cm hoog kruid met gele bloemen van juni tot augustus. Afkomstig uit Europa.

Groeit op zandgronden en elders.

Naam.

Kleinste klaver, draadklaver, Duitse Fadenklee, Engelse yellow suckling clover, slender yellow trefoil.

Planten.

Allen vermeerderen gemakkelijk door zaden. De zaden zijn klein en olieachtig en kiemen slecht in droge, hete gronden. Zaaien bij 20 graden of scheuren in april/juli of oktober. Scheuren kan ook.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/