Mahonia

Over Mahonia

Mahoniestruik, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt

Uit F. Pursh.

Een geslacht van 70 altijdgroene struiken, soms zijn het bomen, die gewoonlijk gekweekt worden vanwege hun mooie bladeren en de grote trossen met gele bloemen.

Blaadjes zijn getand, maar er staan geen dorens op takken en twijgen, ook zijn de bladeren samengesteld en altijd groen, het verschil met de nauw verwante Berberis. Bladen staan afwisselend en zijn geveerd, zelden driedelig.

Bloemen zijn geel en staan in veelbloemige trossen die uit de oksels of knoppen ontspringen.

Een 90 soorten komen voor waarvan meer dan de helft uit Azië stamt, de rest uit centraal en Noord-Amerika.

Mahonie is niet de leverancier van het tropische mahoniehout, dat is van Swietenia mahogoni.

Tegenwoordig wordt het geslacht wel in Berberis geplaatst, de tweede naam.

Berberidaceae, berberisfamilie.

1. =Mahonia aquifolium, Nutt. (hulstbladig of scherpe bladeren) (Berberis aquifolium, Pursh.) mahonie werd vroeger ingedeeld onder Berberis.

De Mahonia heeft in tegenstelling tot de Berberis samengesteld en altijdgroen blad en geen dorens aan de takken en twijgen. Het 5-9delige leerachtige blad is wel getand, eivormig en glanzend donkergroen, 4-8cm lang, in de winter verkleurt het blad bruinrood/brons.

Geel/bruine twijgen.

Talrijke goudgele bloemen staan in eindstandige en korte trossen in april/mei.

De bes is blauwachtig/wit berijpt.

Is variabel omdat het uit zaad vermeerderd wordt.

Sterk groeiende planten na de bloei sterk terugsnoeien zodat ze wat bossiger worden.

Kan in de zon als halfschaduw.

Opgaande en breed vertakte struik zonder uitlopers.

Uit Brits Columbia en Washington tot Oregon en Californië waar ze groeit in de Douglasbossen, wordt 60-150cm hoog.

Deze mahonie kwam als eerste vanuit Oregon in 1823 en was bekend als oregon grape, grape is een druif, de trossen vruchten waren eetbaar. Nog zijn ze geliefd bij de vogels.

De eerste planten waren vrij duur, 10 pond voor een plant.

Lyrisch.

Het hulstachtig blad kleurt als mahoniehout in brons of roodachtige tinten in de koude tijden. In heel koude dagen komt de plant tevoorschijn in een bruin doodskleed waarna het toch in mei weer taai loof vormt. Tussen de met suikerkristal bepoederde bladeren van een heldere wintermorgen staan de bloemknoppen te wachten op betere tijden. De korte gele bloemtrossen hebben in latere tijden een decor van blauwachtig loof rondom hen. Mahonia is een minnaar van de schaduw die bleek wordt bij het zien van de zon.

De struik klimt met enkele stugge compacte takken sierlijk naar grotere hoogtes. Met een meter pluimt het zijn hoofd overdadig met een fris geel. Net als bij de berberis is de bloem ook gevoelig voor aanraken maar is niet bewapend met dorens. In de herfst kronen dezelfde takken vele bloemstukjes vanwege de blauwe berijpte bessen die in trossen aan de tak hangen.

Vormen.

De cv. ‘Atropurpurea,’ tekent vooral in de winter mooi donker bronskleurig. Verliest wel eens zijn blad in een strenge winter, maar loopt weer goed uit. Een mooie plant die ook bij de bloemisten in trek is. Stoelt goed uit en hoeft weinig gesnoeid te worden.

‘Apollo,’ is een lage vorm met donkergroen blad en gewonnen in 1973 door Brouwers boomkwekerijen uit Groenekan. De diep goudgele bloemen staan op korte stammetjes in grote pracht. Deze vormen worden gestekt.

Naam, etymologie.

Mahonia is zo genoemd naar Bernard MacMahon, 1775‑1816. Een Ier die uitweek naar Amerika vanwege medeplichtigheid aan een opstand tegen de Engelse regering en zich te Philadelphia vestigde waar hij enige botanische tuinen aanlegde en een almanak voor tuinlieden uitgaf die vele drukken beleefde. Hij kreeg materialen die verzameld waren door de Lewis en Clark Expeditie.

Druifstruik, hulstberberis. In het Duits is dit Mahonie, Stechpalme of Stecheiche, Frans komt met het woord houx, zo ook Engels met holly tree of hollygrape, een vergelijking met hulst, Oregon grape, naar de trossen bessen als de druif, grape.

Gebruik.

Door de indianen werden de bessen gebruikt om er een soort drank uit te bereiden. Hiertoe werden de vruchten van de stengel ontdaan en uitgewrongen. Hiervan werd 2kg genomen die met 3kg suiker en 2l. water werd vermengd waarna ze dit in een gesloten vaatje lieten gisten dat na 6 maanden gebotteld kon worden. Dan was er een soort wijn verkregen die de smaak had van oude port. Gedroogd werden de bessen als een soort druiven gegeten. Ze hielden dit gewas voor antivenerisch. Ze gebruikten de bladeren om er een thee van te trekken en als middel tegen koliek. Van de schors werd een afkooksel gemaakt die gebruikt werd als mondspoeling en als middel tegen geelzucht.

6. Uit hortus camdenensis.

Mahonia bealei Carr. (Thomas Chay Beale, 1805-1856, Engelse zakenman, had een tuin in Shanghai waar Robert Fortune zijn planten opsloeg voor hij ze verscheepte naar England) (Mahonia japonica Bealei,’) Berberis bealei Fortune) De Japanse mahonia komt met enkele takken als een oosterse samoerai omhoog en wapent zich met metaalachtige platen van 40cm die op vleermuisvleugels lijken. De planten zijn bekleed met zachtgroen en gedecoreerd met gele strepen, aan de onderzijde voorzien van een metaalachtige kleur. Voorzichtig benader je enkele van deze geweldenaars die maar weinig meegeven en terugslaan met de dorens aan de platen. In het vervolg ga je met eerbied om hen heen.

Hun helm is met vele gouden klokjes bezet aan aren van 20cm.

Afgezet vormt die een mooi bloemstuk. Zo ook de trossen blauwe kogels waar het gewas later mee bedekt is.

De bloei is midden in de winter waardoor de kou wel eens schade veroorzaakt.

Wordt 3-4m hoog en is in 1850 beschreven.

Uit O. Azië.

Leatherleaf mahonia, Chinees kuo ye shi da gong lao, Frans mahonia de Beal, Engels Beales mahonie. Beale ‘s barberry.

Uit; https://www.mijntuin.org/plants/14162-druifjesstruik-soft-caress

Mahonia eurybracteata. (wijd of breed en bracteata; schutbladeren) =’Soft Caress, ‘heeft geen stekels op het blad.

Varenachtig blad.

Groengele bloemen in de winter die door blauwe bessen gevolgd worden.

Komt uit Azië, west China.

Niet geheel winterhard.

Druifjesstruik.

Uit Nederlandsche flora en pomona.

Mahonia japonica DC (Berberis japonica (Thunb.) R. Br. (uit Japan)

Aan de top draagt het gewas meestal een pluim van bladeren. Het 35cm lange blad met 4-5 paar deelblaadjes van 10cm lang en 6cm breed is matglanzend groen en stevig getand, van onder geel/groen, ovaal of eivormig met een scherpgepunte top.

De bloem is er in ijle hangende pluimen van 20cm in de winter, met een zwakke geur.

Vruchten zijn donker purper, tot bijna zwart en berijpt.

De Japanse Mahonia is ook weinig vertakt en straf opgaand met weinig vertakte twijgen en komt tot 2m.

Givernant.’ is een mooie vorm met niet vergelende bladeren en zeer lange, schuine pluimen

Japanische Mahonie, in Japan heet het Hiyeraginantin.

Uit www.havlis.cz

Mahonia × media Brickell. (Berberis × media Groot). (er tussen in) Kruising van Mahonia Japonica x Mahonia lomariifolia. Een opgaande struik die in gebieden met zachte winters 4m hoog kan worden.

Altijdgroene struik die sterk en weinig vertakt is.

Bladeren zijn 60cm lang en bestaan uit 17-21 deelblaadjes, ei/lancetvormig, glanzend donkergroen, van onderen geelgroen met duidelijke witte bladnerven en aan elke kant 5-11 tanden.

Heldergele bloemen staan in 35cm lange eindstandige trossen laat in de winter. Winterhard.

‘Arthur Menzies,’ , ‘Auckland,’ met overhangende trossen, ‘Charity,’ met heldergele bloemen in opgaande, later gedeelde trossen, ‘Lionel Fortescue,’ ‘Winter Sun,’ blijft klein en bloeit later dan ‘Charity.’

Uit; http://www.horticulture.lsu.edu/plantmaterials/species/mahonia_fortunei/mahonia_fortunei.htm

Mahonia fortunei. (Engels, Schotse botanist Robert Fortune die planten in China verzamelde, 1812-1880) Langzaam groeiende altijd groene en veel vertakte struik van 2m.

Samengestelde varenachtige gedoornde bladeren met een lichter groene onderkant

Gele geurende bloemen in korte pluimen.

Eetbare purperblauwe vruchten, bevat wel veel zaad.

Fortune's mahonie, holly grape.

2. Uit Mary Vaux Walcott.

Mahonia repens, Don. (Berberis repens) (kruipen of reppen) Geveerde bladeren met 3-7 blaadjes die eivormig en dof blauwachtig/groen zijn, stekelig getand en 3-6cm lang, 3-4cm breed, niet verkleurend in de herfst.

Lage kruipende struik met uitlopers.

Kleine gele bloemen staan in korte trossen in mei/juni.

Blauw/zwart berijpte bessen.

De kruipende Mahonia komt uit O. N. Amerika, Brits Columbia tot Californië, Wyoming en New Mexico en wordt 25-50cm hoog.

Deze soort komt zelden voor.

Wel meer de cv ‘Rotundifolia,’ die wel tot 2m hoog kan worden en een brede struik vormt

Bladeren zijn zwak glanzend donkergroen en meestal met 2 paar zijblaadjes, ovaal of breed eivormig, gaaf en zeer zwak getand.

Creeping Oregon grape, creeping barberry.

‘Pinnacle,’( Berberis × wagneri hort. ex Koehne) =Mahonia aquifolium x Mahonia pinnata. Deze heeft 25cm lange bladeren en 4-7 blauwgrijze deelblaadjes die fijn gepind zijn, ovaal of lancetvormig. Bij het uitlopen eerst bruin/rood en later matglanzend donkergroen en van onder iets lichter in het najaar niet verkleurend.

Als struik vormt het gewas mooi recht opgaande en weinig vertakte, dikke twijgen.

Lichtgele bloemen staan in korte trossen.

Is geschikt voor vak- en perkvulling. Ondanks de paar takken vult de plant het gehele vak op waardoor er weinig onkruid ontstaat. Door de tandige bladen is het een goede barrière tegen ongewenste indringers.

De pinnige Mahonia is afkomstig uit Californië en New Mexico, kan opgroeien tot 2m.

Wagners Mahonie.

‘Moseri,’ is meer roodachtig, ‘Undulata,’ heeft groene bladeren die aan de rand wat gegolfd zijn, in de herfst bronsachtig,

Planten.

Ze groeien in vrijwel elke grond, ook op kalkhoudende. Net als meer andere groenblijvende gewassen is de lichteis laag en kan dan ook goed voor onderbeplanting gebruikt worden. Dan zijn ze ook minder vatbaar voor strenge vorst.

De gewone mahonie is gemakkelijk te vermeerderen via zaad. Stratificeren vanaf september en in maart zaaien. Of voor de winter zaaien. Meestal worden ze als eenjarige plant opgenomen en verplant.

Afleggen is een mogelijkheid voor de moeilijkere soorten of stekken.

Neem een stek in oktober, knip die boven het oog af en onder het oog tot het volgende oog, zo lang mogelijk. Snij het houtige gedeelte verticaal door, haal er een paar bladeren af, laat er wel vier staan, en steek het houtige gedeelte in 1 % ibz groeistofpoeder, afkloppen van het stekje. Planten dakpansgewijze in scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon erdoor en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. scherp zand erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. Het meeste stek moet in de winter vorstvrij worden gehouden. In buiten brengen na de ijsheiligen, half mei.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/