Laserpitium
Over Laserpitium
Laserkruid, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit Hortus Romanus.
Laserpitium heet in Engels laserwort.
Kruidachtige planten.
De bloemen staan in brede schermen waarin witte of geelwitte bloemen staan.
Kelkbladeren zijn talrijk en aan alle kanten aanwezig, smal lancetvormig of smal driehoekig.
De vruchten dragen vier rugvleugels waarvan er 2 dicht bij de rand staan, in doorsnede zijn ze rond.
Bladeren zijn meestal 2 tot 3 maal geveerd waarmee de verschillende vormen geïdentificeerd kunnen worden.
Ze groeien in de regel op kalkachtige grond in geheel Europa.
Een 9 soorten komen voor.
Apiaceae, schermbloemenfamilie.
=Laserpitium gallicum L. (Frans) Franzosisches Laserkraut, Frans laserkruid.
Groeit in bergland van Spanje, Frankrijk en Italië.
Laserpitium gaudinii Moretti, (Zwitserse prediker en botanist Jean Francois Aime Philippe Gaudin, 1766-1833) Gaudins Laserkraut.
Komt uit Zwitserland, Oostenrijk en noord Italië voor.
Laserpitium halleri Crantz, (Zwitserse botanist Albrecht von Haller, 1708-1777) Rauhhaar-Laserkraut.
Uit de Alpen,
Subspecies cynapiifolium P. Fourn, subspecie halleri Crantz.
Uit Fuchs.
=Laserpitium latifolium, L (brede bladeren) een meerjarige kruidachtige plant van 50-150cm.
Deze is gemakkelijk te herkennen van Peucedanum oreoselinum en Peucedanum cervaria, door de drietallige grote bladeren en de grote opgeblazen bladschijven. De bladafsnijdingen zijn breed eivormig en ongelijk gekerfd.
De bladeren zijn twee tot driemaal geveerd en zeer breed eivormig met een zwak hartvormige grond. De hele plant is kaal en wat blauwachtig.
De stengel is maar weinig gevoord.
De schermen hebben een doorsnede van 10-15cm, juli-augustus.
Komt vooral voor in gebergte op kalkgrond op stenige, bossige afhangen, Alpen, 50-150cm.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) Zie Peucedanum cervaria waar de wortel niet met hars vergeleken wordt en zwarte Libanotis genoemd werd, dan de witte Libanotis is volgens Dodonaeus deze; ‘De derde soort noemt hij in het Hoogduits Weisz Hirtzwurtz of in onze taal witte harswortel die ook een geknoopte rechte steel heeft en daaraan groeien bladeren die groter zijn dan de bladeren van eppe. De bloemen groeien ook op kronen en leveren zaad dat groot, lang, dik en oneffen is en scherp van smaak. De wortel is lang, groot, dik en wit en met groot grof haar boven bekleed die ook als wierook of hars ruiken.’
De Hoogduitse naam Weysz Hirtzwurtz is van sommige in 't Latijn Alba Cervaria overgezet, dat is witte hertenwortel en in onze taal heet het nochtans hars wortel naar de reuk van hars die de wortel heeft, in het Engels is het ook witte harte-roote genoemd.
De wortel lijkt echter op een hertenstaart, dus niet van hars, vandaar ook de naam cervaria. Het is al lang bekend, in de Joodse taal heet het zibi zanab. In Syrië groeit het veel op de Libanon en wordt daar masz genoemd waar het veel wordt verzameld. Dat sap of gom wordt gebruikt door de Turken als ze oorlog willen voeren zodat ze moedig, dapper en mannelijk worden als een soort opium.
Verschillende subspecies in Europa tot Iran.
Engelse broad leaved sermountain, herb frankincense, wierookplant, breed lazerkruid, Duitse Breitblttrige Laserkraut, breiter Waldkiemel bij Bock, weiss Ilirschwurz bij Gessner en Fuchs, Bocklaub. Frans le laser feuilles larges.
Gebruik.
Het gebruik is met Peucedanum cervaria.
Dodonaeus ‘Dioscorides schrijft dat het zaad van Seseli van Ethiopië veel beter reuk heeft en veel krachtiger is dan dat van Seseli van Marseille.
Dit zaad van Seseli van ons beschreven is zeer goed om bij de teriakels te doen. Het zaad van Seseli in een zakje gedaan en warm gemaakt geneest de koude vloeden van het hoofd als het van buiten opgelegd wordt en vooral de verstijving van de hals. Die zakjes in sterke wijn gekookt en opgelegd verzoeten de zijdepijn en ontdoen alle winderigheden.
Hetzelfde zaad met de wortels beletten het opstijgen van de baarmoeder en zijn zeer goed tegen alle inwendige gebreken van het lichaam.
De bladeren met de wortels gestoten en warm opgelegd ontdoen alle soorten van klieren en koude gezwellen.’
Uit luirig.altervista.org
Laserpitium nitidum Zanted. (glanzend) Is een uitstoelende, wat stijf behaarde kruidachtige plant van 30-70cm.
De opgaande stengel heeft fijne groeven en van boven vertakt.
Dikke bladeren die boven kaal zijn en van onderen glanzend, de onderste lang gesteelde bladeren zijn breed eivormig., drie maal geveerd, deelblaadjes kort gezaagd en borstelig behaard, de bovenste bladeren zitten op smalle zijbladeren.
Grote bloemschermen van 15-25 of meer stralen, wit, juli-augustus.
Gele vruchten.
Groeit bij het Garda meer, berg afhangen op droge plaatsen, liefst kalkachtig.
Glanzende Laserkraut.
Uit grega18.deviantart.com
Laserpitium peucedanoides L. (Peucedanum-achtig) Haarstrang-Laserkraut. Komt uit zuidoost Alpen.
Uit G. Oeder.
Laserpitium prutenicum, L. (Pruissen)
Bezit een karakteristieke kantige gevorkte stengel met stijve haren.
de 2- tot 3maal geveerde bladeren hebben lancetachtige blaadjes die aan de rand gewimperd zijn. Tweejarige tot een meter.
De geelwitte bloemen zijn 10- tot 20straalvormige schermen.
Groeit in Duitsland op vochtige weiden en bossen.
2 subspecies, dufourianum, Br. Bl. In noord Spanje en zuid Frankrijk, subspecie prutenicum. Midden, oost en zuid Europa.
Naam.
Preuische Laserkraut heet Hirschwurz, Mohrenkraut en Pestilenzwurz in Silezië.
Dit zal wel de eerste soort van Seseli zijn bij Dodonaeus. (Dodonaeus) ‘De eerste van deze twee is het echt Seseli Aethiopicon van de Grieken, in het Latijn noemt men het ook Aethiopicum Seseli en tot verschil van het andere Seseli Aethiopicum frutex, dat is heesterachtig of boomachtig Seseli van Ethiopi of Moors Seseli met houtachtige stelen. De Egyptenaren plegen het op het Grieks Kyonos phrice te noemen, dat is in het Latijn Canis horrorծ
Uit Krauss, www.BioLib.de,
Laserpitium siler, L. is een meerjarig kruid, 30-100cm.
De meest kale stengel is fijn gerimpeld, in doorsnede rondachtig.
Grondbladeren zijn 1m, meestal 30-50 cm groot, de stengelbladeren worden naar boven toe smaller. In omvang zijn de bladeren driehoekig, en twee- driemaal geveerd, de deelblaadjes liniaal/lancetvormig en gaafrandig, vaak met een wat donker gekleurde korrelige rand, blauwgroen.
De bloemen staan in 20- tot 50-stralige schermen.
De vrucht is 6-12mm lang en is breed gevleugeld, ruiken naar kummel of venkel, smaken bitterder en scherper.
Komt in de bergen van centraal en Z. Europa voor, een plant die van warmte houdt.
5 subspecies, garganicum, Sardinië en Balkan, Bulgarije., subspecie laeve Hartvig, Griekenland, subspecie siculum, Italië en Sicilië, subspecie siler, zuid en midden Europa.
(Dodonaeus) ‘Sermontaine brengt voort grote wijde en in vele delen verdeelde en gesneden bladeren wiens snippels of delen elk apart veel breder zijn dan de bladeren van Peucedanum en hangen altijd drie bijeen aan een steeltje als het gebeurt in de bladeren van geel steenklaver of Melilotus, ze zijn nochtans smaller en zachter en geven enige reuk van zich wanneer die tussen de vingers gewreven worden. De steel is dun, geknoopt en soms negentig cm hoog, dikker en langer dan die van dille, de kransen zijn zeer groot en wijdt, de bloempjes wit en het zaad langwerpig als het venkelzaad, maar langer en dikker en ook groter dan dat van komijn bovendien ook scherper van smaak, anders komt het daarmee zeer veel overeen en niet alleen aangaande de kleur, maar ook enigszins aangaande de smaak.’
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De eerste van deze kruiden wordt gewoonlijk in het Latijn Siler montanum genoemd en daarvan is de bedorven naam Sermontaine gekomen die zowel in Frankrijk als in Vlaanderen van de gewone man gebruikt wordt, sommige apothekers noemen het Seseleos. Lobel noemt het Siler montanum officinarum en Seseli Massiliense van Matthiolus, in het Engels Siler montain, het plag ook veldkomijn te heten en ook Salmontain en Sutmontain met bedorven namen.’
Duitse Romescomel. In Hebreeuws chamonasus is Roszkummich of Bergkummich of kleiner Kummich naar de kleinere zaden. De Arabieren noemen het kemum.
Siler, Silre, Seselkraut Silermontana, Simenden, Simoudan, Simontan, Zirmet, ook Velthaber in midden-Hoogduits, Wiltkomel, bij Tabern en Rosschummi.
Dodonaeus (b) ‘Het is nochtans geen Seseli, noch geen medesoort ervan, maar het is het echt Ligusticum van de ouders dat van de Grieken Ligysticon genoemd was naar het landschap van Italië dat omtrent Genua ligt en dat Ligurië in het Latijn en in het Grieks genoemd wordt. Galenus noemt het Libysticon en andere noemen het Panaceia, andere Panaces. Dat het ‘t echt Ligusticum is blijkt eensdeels omdat het zo goed overeen komt met de beschrijving van Ligusticum die in de boeken van Dioscorides staat en eensdeels ook om dat de plaats en stede van geboorte in beide deze kruiden hetzelfde is, want deze onze Sermontaine is ook meest in Ligurië, dat is omtrent Genua, te vinden daar het Ligusticum van Dioscorides plag te groeien en waarvan dat zijn naam gekregen en behouden heeft.’
Het is de echte Ligusticum, Duitse Welscher Liebstockel; buitenlands maggikruid, Poles-, Poloshavern, ook marsilischer Seseli Kundelkraut in 1515. Berg-Laserkraut, Bergkmmel, bergkummel.
Zie Seseli.
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Het zaad van de Sermontaine in drank genomen drijft de plas en de maandstonden af en is zeer goed om de smarten en krampen van de darmen te verzoeten die van ruwheid veroorzaakt zijn. De wortel, het zaad en de bladeren van dit gewas in de spijs genoten en in de badstoven gebruikt zuiveren de vrouwen die van kind geleegd zijn. Om de plas en ook de maandstonden te verwekken moet men zitten in het warm water daar dit kruid in gekookt is en zo is het zeer goed om de steen uit het lijf te jagen en het hele ingewand te verwarmen.
Hetzelfde zaad verwarmt de maag en laat de spijs verteren en verdrijft de winderigheden, zwellingen en opblazen van de buik en hetzelfde is ook goed tegen de beten en steken van de slangen en diergelijke dieren. Deze wortel een half drachme zwaar met wijn ingenomen geneest alle inwendige pijn van het lichaam.
Het zaad met de wortel worden gemengd in de medicijnen die gauw helpen verteren en zijn zeer smakelijk in de mond op die manier dat de inwoners van Ligurië die in spijs voor peper gebruiken. Dit zaad wordt voor krachtiger gehouden dan de wortels, immers het is veel heter.
Sommige zeggen dat het zeer goed is uit de holle pijpen of stelen van echt Ligusticum te drinken om de keelblaren te genezen.
Hetzelfde water is goed om alle gebreken en vuile puisten van de mond te genezen en de huid heel zuiver te maken.
In het kort gezegd, men schrijft dit gewas alle krachten van de Angelica toe en, als gezegd is, sommige houden het voor de echte Panax.’
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl