Calophyllum
Over Calophyllum
Rozenhout, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten
Uit flora de Filipinas.
160-200 soorten omvat dit geslacht die voorkomen in tropisch Azië en tropisch Amerika.
Houtachtige planten met glimmende en altijdgroene leerachtige bladeren. Bladeren parallel nervig in rechte hoeken ten opzichte van de middenrib.
Bloemen staan in vele okselstandige of eindstandige groepen. Vrucht is een bes.
Nauw verwant aan Garcinia.
Guttiferae, Clusiaceae.
=Calophyllum inophyllum, L. (vezelbladig) Zeer grote bladeren.
De vierkante stengels leveren een kleverig geel sap als ze gesneden worden.
Heeft fraaie en welriekende witte bloemen met opvallend veel gele stampers.
Draagt gedurende 300 jaar tweemaal in het jaar roodachtige vruchten.
Donkergroene glanzende bladeren met een stomp einde.
Het is een statige boom van 30m groot, groeit ten zuiden van Hindoestaan en O. Indische eilanden. Het is een bekende strandboom in Indonesië en komt verder langs de kusten van de Indische oceaan en oost Azië. Is beschreven in 1793.
Gebruik.
Fetau is de naam op Samoa, wat op andere plaatsen tot tamanu werd. De vrucht wordt gebruikt om de tapa klederen te verven in Hawaï. Door de Polynesische culturen werd het als heilige boom vereerd en werd het in de buurt van tempels geplant. Het hout diende voor het snijden van religieuze beelden en figuren. Bij alle volken die de boom kennen speelt deze een grote rol in hun farmaceutische kennis. Hieruit perst men een geelachtig sap, een vette olie, domba olie, die voor verschillende doeleinden gebruikt wordt. De olie wordt in lampen gebruikt en als medicijn.
De schors levert een hars, takamahakka of tamacaha olie dat als braakmiddel en uitwendig tegen huiduitslag gebruikt wordt. Het blad wordt tot blauwverven gebruikt.
Het hout is hard en wordt gebruikt voor scheepsraderen en timmerhout. De meeste soorten hebben fraai en duurzaam roodbruin hout wat voor snijwerk en in de scheepsbouw gebruikt wordt. Het hout wordt in Oost-Afrika ‘Tondo’, genoemd en vaak als mahonie of rozenhout verkocht. Duits Indisches Mahagoni of Rosenholz.
Naam, etymologie.
Engelse Alexandrian laurel, oondee, pinnacotty, poon seed of poonay oil plant, St. Maryճ wood, tamana of dilo oil plant.
De gewone en handelsnamen voor deze boom zijn; bintangor boom in Maleisië, poon boom in India, guanandi, jacareuba of arbol de santa maria in Latijn Amerika. De gom wordt medisch gebruikt onder de naam tacamahac dat van deze boom komt en C. tacamahaca.
Uit www.seedsplants.kimeracorporation.com
Calophyllum brasiliense Cambess. (uit Brazilië ) Komt uit de tropische gebieden van Centraal en Z. Amerika.
Altijdgroene boom van 20–50m met een stam tot 1.8m diameter en een dichte ronde kroon.
Bladeren tegenoverstaand, 6.3–12.5cm lang en 3.2–6.3cm breed, elliptisch tot ovaal, leerachtig, glanzend groen boven en lichter beneden.
Bloemen zijn 10–13mm in diameter met vier witte bloembladen, twee grotere en twee kleinere, staan in trossen van 2.5–9cm lang.
De vrucht is een ronde bes van 25–30mm diameter.
Naam.
Guanandi, een woord dat van de Tupi taal komt wat betekent zeep dat kleeft, naar de gele latex van de bast die bekend is als Jacareubin dat gebruikt wordt bij prostaat, huidbeschadiging en zonverbranding, cosmetisch en dermatologisch gebruik. De vrucht bevat 44% olie en kan gebruikt worden als biobrandstof. Handelsnamen van het hout zijn: Jacareba, Guanandi en ‘sol de Santa Maria. Ook bekend als: Landim, Olandim, Landi, Cedro do Pntano, Guanandi-Cedro (Brazilin, Arary, Ocure, Cachicamo, Balsamaria, Aceite Mario, Palomaria or Pallomaria, Brazil beauty leaf (Brazilian pretty leaf) en zelfs Alexander Laurel of crown of parrots of Alexander, vanwege zijn mooie bladeren.
Uit flora de Filipinas.
=Calophyllum soulattri Burm. (Latijn voor de plaatselijke Soendanese naam Sulatri) (Calophyllum spectabile, Willd.) Is een mooie en statige boom die in een groot gebied in Tropisch Azië thuishoort.
De boom wordt een 6 tot 28 m hoog. De kroon is eivormig en vrij hoog aangezet, takken zijn recht en meestal schuin opgericht.
De boom is nooit geheel kaal en is op zijn mooist als hij jong loof draagt, dan zijn alle twijgen bezet met lange en langwerpige roodbruine bladeren.
De witte welriekende bloemen verschijnen in augustus en worden tot december gezien, staan in tuilvormige trossen in de bladoksels.
Namen.
Calophyllum, dit woord is afgeleid van Grieks kalos: prachtig, en phyllon: een blad.
De inlandse namen zijn in Indonesi: slatri en sletri. Javaanse namen op Billiton zijn membaloeng en bintangoe als Javaans en Maleis, bintangoer boenoet, malang-malang mentangoer en mentangoer boenoet als Maleis.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl