Acinos

Over Acinos

Steentijm, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Acinos.html

Nauw verwant aan Satureja en was daar vroeger onder geplaatst. Namen verwarren bij verschillende deskundigen.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Acinos is een geslacht dat met 40 soorten voorkomt. Ze groeien in Z. Europa en W. Azië.

Een of meerjarige kruiden die maximaal 50cm hoog worden, bossig en vertakt, sommige soorten verhouten wat.

Kruisstandige loofbladeren, kort gesteeld en ovaal tot elliptisch.

Kort gesteelde bloemen in trossen in de bovenste bladoksels.

Lamiaceae, lipbloemige, Menthoideae klasse.

=Acinos arvensis James Edgar Dandy, die het beschreef in 1946.(van de velden) (Clinopodium acinos, Kuntze.) (stoppend of van aconos; zonder bloemen) (Satureja acinos, Scheele) is een laag plantje van 20cm met kruipende en vertakte stengels.

Ook het ovale blad is maar een cm. lang en staat aan korte stelen, toegespitst.

Kransen van witblauwe tot purperen bloemen komen in juli/oktober.

De planten groeien op kalkrijke gronden.

Een 1 tot meerjarige die geurt als de munt. Bijenplant.

Groeit aan wegranden in Europa, Sieberi en Klein Azië.

Naam, etymologie.

Acinos, Grieks akinos, naam voor een kleine aromatische plant.

(Dodonaeus) (a) ‘Vele nieuwe kruidbeschrijvers hebben dit kruid wilde basilicom genoemd, in het Latijn Ocimum silvestre, in het Frans basilic sauvage of basilie sauvage, in het Hoogduits Wild Basilich. in het Spaans albahaca salvaje en in het Engels wild basil en lijkt niet alleen op de tamme basilicum, maar is er ook een medesoort van en moet (naar de mening van dezelfde Lobel) Ocymum en niet Ocimum geschreven worden wat een onvruchtbare plant betekent want, als Plinius betuigt, het bloeit nimmermeer of immers de bloemen worden zelden gezien. Het heet ook Epiteron of Epipetron als sommige menen’.

Engels balm, basil thyme, of wild-, field of stone basil, clairo, Duits wild Basilien of en Frans basilique sauvage.

Dodonaeus (b) ‘Van het Ocimum silvestre daar Plinius van spreekt en wat van andere Ocimastrum en Ocimodes genoemd wordt verschilt van dit kruidje dat we hier nu beschrijven en wild basilicum noemen zeer veel. Om deze oorzaak is het van sommige niet voor wild basilicum, maar voor Clinopodium gehouden geweest, hoewel nochtans die mening niet geheel te prijzen is of voor heel goed te houden. Maar om onze mening van dit kruid echt te openbaren zo denken we dat het geen wilde basilicum en ook geen Clinopodium is, maar veel eerder de Acinos die van Dioscorides beschreven wordt en dat is een kruid met dunne rijsjes die tot de kransen en tuiltjes dient en op basilicum lijkt, maar ruiger en ruwer dan dat en is goed van reuk. En als dat zo is zoals ik geloof dan moet men weten dat dit kruid Acinos bij de Grieken ook Acinos en soms Aconos genoemd wordt en bovendien zo heeft het noch sommige andere bastaardnamen, te weten Agnon Basilicon en Ocimastrum. Wild basilicum is van Lobel ook in het Grieks en in het Latijn van hem Acinos genoemd en van andere Betonica Pauli.

Fabius Columna vermaant van het wild basilicum of Acinos Dioscoridis dat het Acinos genoemd is omdat het de buik of de maandstonden stopt, maar dat andere het Aconos noemen en andere Acynos omdat Plinius schrijft dat het geen bloemen draagt, die dat de naam Epimetron en Epipetron, ja ook Epimedium geeft.’

Kleine steentijm of veldmunt, Duits Steinpoley, Feld-Steinquendel, Gemeiner Steinquendel en kleine Bergmunze, Engelse field calamint, basil thyme, Franse calament, zie onder, Spaans heeft albahaca menor.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Dioscorides schrijft, dat het kruid Acinos (wat we nu voor dit kruid houden dat we nu beschreven hebben) te drinken gegeven zeer goed is om de maandstonden te stelpen en de vloed of buikloop op te laten houden.

Hetzelfde kruid van buiten opgelegd geneest alle hete puisten, wild vuur, lopende zeren en diergelijke gebreken die men in het Latijn phygethla en erysipelata plag te noemen. Wild basilicum geneest de blaartjes en puistjes omtrent de oren of schaamstreek, daarop gelegd.’ 

Uit Krauss, www.BioLib.de,

Acinos alpinus (L.) Moench (uit de Alpen) (Clinopodium alpinum, Kuntze.)

Eivormige/elliptische bladeren zijn 1-2cm lang en gaafrandig tot zwak getand.

Stengels liggend met opstijgende toppen, aan de voet houtachtig en zwak behaard Trosjes met 3-6 schijnkransen van 1.5-2cm lange violetkleurige bloemen met wit gevlekte keel, kelk is buisvormig en 2slippig, afstaand behaard in juli/augustus.

De bergsteentijm is ook een lage plant van een 10cm hoogte en zodenvormend.

Groeit in de kalkrijke gebieden Balkan en Klein Azië wordt 10-25cm hoog. Is beschreven in 1731.

Var. baumgartenii (J.C.B. Baumgarten, Duitse botanicus in de eerste helft van de 19de eeuw) verschilt doordat de gehele plant ruig behaard is.

Var. orontia verschilt door kleinere en eironde tot rond spatelvormige en zwak gekartelde/gezaagde blaadjes en wat later verschijnende, licht violetkleurige bloempjes

De plant vormt een bestanddeel van de Zwitserse thee die als middel tegen borstziektes geroemd was.

Naam.

Bergsteentijm of alpenmelisse, Duitse Alpentymian of Steinquendel, Engelse Alpine calamint, rock thyme.

Uit www.hoohouse.plus.com

Acinos corsicus Getl. (uit Corsica) (Satureja corsica, Car.) wordt 5-10cm hoog, zodenvormende plant.

Kleine en bijna ronde bladeren zijn wat gegolfd met smal kraakbeenachtige rand.

Kruipende stengels zijn houtachtig en sterk vertakt, behaard.

Purperen bloempjes staan met 1-2 bijeen in de oksels van de bovenste bladeren, buisvormige kelk is 2lippig in juli/augustus.

Korsika-Steinquendel, Corsicaanse tijm, Frans thym de Corse.

Acinos rotundifolius, Pers. (ronde bladeren) Groeit in Turkije. Rundblattriger Steinquendel.

Acinos suaveolens, Don. (zoet geurend) Wohlriechender Steinquendel.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl