Violaceae

Een familie die uit kruiden, kleine struiken, zachte halfheesters of grote bomen bestaat met verspreid staande bladeren.

De familie onderscheidt zich door de fraaie vijftallige bloemen die een symmetrische bloemkroon bezitten en geheel ingericht zijn om kruisbestuiving door insecten te laten plaats vinden. Die bezoeken de bloemen om zich van het honingsap meester te maken dat in een buisvormig verlengsel, spoor, van een van de bloembladen wordt afgezonderd uit twee draadvormige verlengsels van twee van de helmknoppen. Zeer merkwaardig is het welriekend of maarts viooltje hierin. Als de gewone bloemen uitgebloeid zijn zonder dat er bevruchting heeft plaats gehad, dan ontstaan diep onder de bladeren verborgen, nieuwe bloemen zonder bloemkroon die zich niet openen. Daarin heeft zelfbestuiving plaats en er ontstaan talrijke eenhokkige doosvrucht met drie wandstandige zaadlijsten uit. Zaden met kiemwit.

15 geslachten en 900 soorten komen erin voor waarvan de meeste in Europa, N. Azië en N. Amerika groeien. De helft van het aantal soorten behoort tot Viola. Dezen zijn geheel kruidachtig, terwijl degenen die uit Tropisch Amerika stammen mooie struiken of bomen zijn. Velen als Ionidium, Ipecacuanha bevatten een sterk brakende en purgerende stof.

De familie is nauw verwant met de Cistaceae.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl