Laelia

Over Laelia

Mayflower orchid, vorm, orchidee, soorten, cultuurvariƫteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit R. Warner.

Een nuttige en attractieve groep die meestal grote en opvallende bloemen dragen.

De bloemen zijn alleenstaand of komen met zijn tween tot veelbloemige trossen die aan de top van een of tweebladige schijnknollen verschijnen. Bloemen zijn vrij vlak uitgespreid en hebben een 3lobbige lip.

Epifyten of lithofyten die 1-2 leerachtige bladeren geven met een duidelijke hoofdnerf.

Dit geslacht is nauw verwant aan Cattleya.

Komt met 11 soorten voor aan de zeekust van Mexico, Guatemala en Z. Braziliƫ. Een soort, Neocogniauxia monophylla Schlt. (1-bladig) (Laelia monophylla) wordt gevonden in Jamaica.

In hun thuisland worden ze vaak gevonden klimmend op kale rotsen en bomen waar ze blootgesteld staan aan de volle tropenzon en in het natte seizoen de dagelijkse stortregens. Sommige soorten groeien op zeer hoge hoogtes.

Vormen.

Het geslacht wordt ruwweg verdeeld in 4 groepen.

1) Met ronde pseudobollen. Deze zijn medium groot met op het eind 1-2 bloemen als Laelia anceps Lindl. (tweezijdig) die wel als kamerplant gekweekt wordt. Verder zijn er met 2-7 bloemen.

2) Met korte cilindrische pseudobollen, dit zijn dwergvormen die 1-2 zeer grote bloemen bezitten met korte stengels zodat de top van de bloem nauwelijks boven de bladeren uitkomt, als bijvoorbeeld Sophronitis pumila Vanden Berg &Chase, (Laelia pumila) (klein)

3) Met lange ovale pseudobollen. Deze groep bevat de grootste en meest opvallende Laelia. Ze zijn lang en vormen robuuste en bijna struikachtige planten. De bloemstengels van Laelia superbiens Lindl. (prachtig) zou 3,5m kunnen halen en dragen 3-7 mooie bloemen per stengel.

4) Met kleine pseudobollen, rietachtig en bedekt met een schaal. Een paar soorten die zeer apart zijn vanwege hun heldere rood of oranje kleurige bloemen. Neocogniauxia monophylla Schltr.(1 bladig) is waarschijnlijk de kleinste van alle Laelia.

Ze worden ook wel ingedeeld naar de warmtebehoefte,

Ze hybridiseren gemakkelijk met Cattleya, hybriden daarvan worden Laeliocattleya genoemd.

=Laelia albida Bateman (wit) is de meest Noordelijk groeiende Laelia in Mexico.

Geeft 10 of meer kleine, 5cm licht roze bloemen aan een halve meter lange bloemtros, laat in de winter of voorjaar.

Is vrij koude tolerant en moet droog gehouden worden tot nieuwe vegetatieve groeit begint, laat in het voorjaar.

9. Uit R. Warner.

=Laelia anceps, Lindl. (tweezijdig) Heeft wat vierkantige en 7-12cm lange, eivormige schijnknollen

Uit elke schijnknol komen 1-2 dikke en leerachtige, 25cm lange en 3cm brede, lancetvormige bladeren.

Een halve meter lange, gebogen bloemstengels met 2-5 bloemen.

Lila/roze bloembladeren met een rood/paars, buisvormige lip en gele keel komen in de winter.

Laelia anceps subsp. anceps uit Mexico tot Guatemala, een pseudobol epifyt.

Laelia anceps subsp. Dawsonii, (J. Anderson) Rolfe (de kweker James Dawson van Meadowbank bij Glasgow) uit Mexico, pseudobol epifyt.

Uit Mexico.

Kan -5 verdragen.

Naam, symbool.

Laelia was een Vestaalse maagd, dit is een verwijzing naar de zachtheid van de bloemen, of Laelius, een Romeinse geslachtsnaam, Gaius Laelius, 140 v. Chr., wijsgeer of filosoof. Een naam die gegeven is door John Lindley in 1831.

Duits Lalie of Zackenschote.

Uit R. Warner.

=Laelia autumnalis Lindl. (in de herfst bloeiend) wordt in gebergtes gevonden op 2100-2700m.

In verband met het verschil in groeiplaats zijn ook de behoeften en de bloeitijden verschillend.

De meeste zijn echte warme kasplanten.

Uit R. Warner.

Laelia speciosa Schltr. (prachtig) Komt uit Mexico op hoogtes van 1400-2400m.

Bloeit van de zomer tot de herfst met geurende roze bloemen waarvan er 3-4 in een tros staan.

Kan tegen koele klimaten en is droogteresistent.

Mayflower orchid, Flor de Mayo.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl