Rhizophora

Over Rhizophora

Mangrove, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen,

Rhizophoraceae. Een familie van bomen of struiken die aan de modderige zeekusten groeien.

15 geslachten en 60 soorten komen erin voor die in of vlak bij de tropen groeien Daar vormen ze ondoordringbare barrières van honderden kilometers lang, langs de modderige en lage stranden.

Ze groeien tot 5m of meer hoog en wortelen vanaf de takken, net als de banyan boom van India.

Ze zijn ook opmerkelijk vanwege hun vruchten die al kiemen als ze nog aan de takken hangen. Ze produceren een wortel die uiteindelijk in de modder valt en een nieuwe centrum vormt, hierdoor groeien ze steeds verder zeewaarts. Met de wortelende takken en uitlopende vruchten groeien ze in elke richting.

De uitwaseming van mangrovebossen is zeer ongezond, ze veroorzaken malaria en koorts.

Oesters en andere schelpdieren hechten zich aan de plant, zodat oesters aan bomen groeien.

De familie is verwant met Combretaceae en Lythraceae.

Rhizophora.

Een geslacht dat uit bomen bestaat.

6 soorten komen voor aan de zeekusten van de tropen, de mangle en Rhizophora apiculata Blume (blad met een korte brede punt) (uit O. Indische gebied en Rhizophora stylosa Griff. (grote stijl) uit gebieden in de Indische oceaan.

Bladeren tegenovergesteld en gesteeld, dik en leerachtig, ovaal tot elliptisch en glanzend.

Bloemtrossen staan okselstandig en zijn een paar maal gevorkt met weinig bloemen. Bloem is groot.

Uit Flora de Filipinas.

=Rhizophora mangle, L. (boom met steltwortels) Een 12‑15m hoge stam die in zoute en brakke waters langs de oceaan groeit.

De zaden kiemen al op de moederplant en vallen een 9 maanden na het uittreden van de eerste worteltjes af, ze vallen zo rechtstreeks in de modder en groeien zo verder.

In Duitsland was de plant niet voor de 19de eeuw bekend.

Mangle of oesterboom is een strandplant die in W. Afrika en N. en Z. Amerika groeit. Is beschreven in 1820.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Dan Fer. Lopez de Castagneda spreekt van een boom die in de Molukken groeit die zijn wortels als stammen verheft en Mangiu genoemd wordt, maar of hij daarmee de Maghle verstaat is onzeker. Mangle van Oviedus heeft ook grote gelijkenis met deze Indiaanse vijgenboom en groeit in West-Indië en is de nuttigste boom van al diegene die in West-Indië gewoonlijk groeien, namelijk om huizen te timmeren en andere dingen er van te maken. Hij groeit aan de oever van de zee en heeft bladeren als de grootste peerbladeren, doch wat dikker en langer, hauwen van twintig cm lang of groter en dik die op die van Cassia lijken en bruin, ze bevatten merg als stremsel van melk of als merg van benen) dat de Indianen in gebreke van ander spijs eten, want al is het bitter, het is nochtans gezond, zeggen ze, dan om de waarheid te bekennen, het is een spijs van de beesten of wilde mensen’.

De naam mangrove behoort mogelijk tot Maleis manggi-manggi: wortelboom. Het tweede woorddeel is afkomstig van het Engelse grove: hout. Zo heet de plant nu in het Engels red mangrove, in Duits Rote Mangrove, Manglebaum.

Dodonaeus (b) ‘Deze boom heeft wat vreemds in zich want naast de takken die hij uit zijn middelstam met grote menigte omhoog verheft en met bladeren geladen en in zijtakken verspreid is ziet men er noch vele takken zonder bladeren die zichzelf te water waart of ter aarden waart buigen en in de aarde of zand verwortelen en wederom andere recht opschietende takken voortbrengen zodat een boom met zijn zijbomen op den duur een bos wordt’.

Rhizophora is afgeleid van Grieks, rhiza: een wortel, en, phorós: dragen, de takken zenden wortels naar beneden. Of ze worden zo genoemd omdat de vruchten al wortels dragen aan de boom.

© Oesterboom wordt de boom genoemd omdat aan de door zee bespoelde luchtwortels zich grote hoeveelheden oesters vastzetten.

Gebruik.

Het hout zou het paardenvleeshout van de handel zijn. Het hout levert dan ook een donker leer dat in Engeland vanwege zijn lage prijs als zoolleer gebruikt werd. De bast bevat een rode looistof, tannadine en bevat khaki-cutch.

Mangrovebos.

De mangrove of vloedbos is een plantenformatie die uit houtgewassen bestaat die men aan moerassige tropische kusten aantreft, ook nog wel in het binnenland langs de rivieren. Ze vormen vrijwel ondoordringbare bossen. De mangroveplanten kunnen tot zeer verschillende families behoren, de bekendste is wel voornoemde. Het zijn allen bomen of heesters met leerachtige bladeren die met een deel van hun wortels buiten het water uitsteken, tenminste bij eb. Deze ademwortels bevatten dan openingen waardoor de lucht kan binnendringen, ook in die delen van de wortels die diep in de modder zitten en anders zouden verstikken.

Verschillende mangroveplanten zijn in het bezit van zaden die kiemen, terwijl zij nog aan de plant zitten, terwijl dan later de kiem uit de vrucht valt, viviparie. Het krachtigst ontwikkeld is de mangrove in zuidoost Azië waar vandaan de soorten door zeestromingen vervoerd kunnen worden tot aan de oostkust van Afrika, Z. Japan, en de eilanden van Oceanië.

Zie Avicennia en Excoecaria.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl