Cedronella
Over Cedronella
Mekka balsem, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit M. Descourtilz.
Vier of vijf soorten die verwant zijn aan Dracocephalum en Agastache, volgens Bentham. Engler en Prantl beschouwen het als een monotype geslacht met alleen Cedronella canariensis.
Lamiaceae, labiaceae, lipbloemige.
Cedronella canariensis Webb. (uit Canarische eilanden) (Cedronella triphylla, Moench.) (driebladig) (Dracocephalum canariense, L) Drie deelblaadjes zijn ovaal tot lancetvormig.
Bloemen zijn purper tot wit en staan in losse aarvormige kransen in juli.
Aromatische plant die afkomstig is van de Canarische eilanden.
Is struikachtig en rond een meter hoog. Vorstgevoelig.
Is beschreven in 1697.
Naam, etymologie.
Cedronella; een kleine ceder, vanwege de geur van Cedronella triphylla, het is een soort van de Canarische eilanden die soms Balm of Gilead of Mekka balsem genoemd wordt, zie Commiphora.
Planten.
Vermeerderen door stek.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl