Sassafras
Over Sassafras
Sassafraslaurier, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit D. Ehret.
Een geslacht van mooie bomen of hoog opgroeiende struiken die gekweekt worden vanwege het sierlijke blad dat in de herfst schitterende tinten aanneemt en de helder gekleurde vruchten, 15-35m.
Verspreid staande bladeren die enkelvoudig of 1-3 lobbig zijn, 7-20 lang, 5-10 breed.
Onaanzienlijke tweehuizige bloemen, vruchten zijn besvormig en tweezadig.
3-4 soorten komen voor, 1 in oost-noord Amerika, 1 in China, 1 in Taiwan.
Lauraceae, laurierfamilie.
Sassafras albidum (Nuttall) Nees (witachtig) (Sassafras variifolium Kuntze) (bont of gevarieerd blad) ( Sassafras officinalis) (geneeskrachtig)
Bladstelen zijn 2-3.5cm lang.
De ovale en drielobbige bladeren zijn 8-14cm lang en 6-10cm breed en eerst aan beide zijden maar vooral aan de onderkant grijs behaard en blauw gekleurd.
Een mooie boom voor sierbeplanting vanwege het licht groene blad dat interessant is vanwege de verschillende bladvormen en zijn oranje/gele of helderrode herfstkleuren.
De plant geeft geel bleke bloemen in trossen die in het voorjaar met de bladeren verschijnen en kleine 1 cm lange blauwe tot donkerblauwe besvormige steenvrucht aan rode vlezige stengels.
De vrucht wordt wel door 18 soorten vogels gegeten.
Het is een 15m hoge boom of in noordelijke streken een struik.
Bij oude bomen zijn de schors en takken bruin/grijs met gespleten schors.
Het is een van de weinige soorten van deze familie die bij ons winterhard is, maar komt bij ons dan meestal voor als een hoge struik, alleen op oude buitenplaatsen zie je nog wel eens ene oud uitgegroeid exemplaar met sterk afstaande hoofdtakken en wat hangende zijtakken die samen een ronde kroon vormen.
Sassafraslaurier is een boom uit de gematigde delen van Atlantisch N. Amerika, van zuidelijk Maine tot Iowa, zuid tot oost Texas en Florida. Is beschreven in 1633.
Uit F. Kohler, www.BioLib.de.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Sassafras is zo in het Frans en Spaans genoemd, in het Latijn Lignum Sassaphras, is een boom die in Florida groeit en wordt daar pavame genoemd’.
Sassafras van Spaans salsafras voor Saxifraga omdat verondersteld werd dat deze boom dezelfde medische eigenschappen had, zo genoemd door Nicolas Monardus. Monardus zegt dat de Indianen het Pavame en de Fransen Sassafras en zo ook de Spanjaarden die later in Florida kwamen namen die naam over van de Fransen hoewel de Spanjaarden het soms verbasterden tot Sassafragia.
Sassafraslaurier, sassafrashout, -holz, -tree, ague tree. Duits heeft ook Fieberbaum. White Sassafras, red Sassafras of silky Sassafras.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Het geeft van ver een zeer goede reuk van zich zodat de bossen daar deze bomen in groeien van de Spanjaarden eerst voor kaneelboom aangezien werden en niet geheel zonder reden want de schors van deze boom is net zo welriekend en scherp van smaak als kaneel, dan sommige vergelijken zijn reuk en smaak met die van venkel, Clusius vergelijkt hem met die van dragon. Dit hout is tegenwoordig algemeen genoeg en wordt veel uit Windandecaouw gebracht. (Virginie) Het water daar Sassafrashout in gekookt is doet al hetzelfde dat kaneelwater doet, als sommige verzekeren, maar het wordt meest gebruikt tegen de pokken en alle ziekten die van verstopping en koude komen, geneest het water laden en de miltzucht en is goed om de maag, lever en het hele ingewand te versterken en om de derdedaagse malariakoortsen en andere koude koortsen te genezen en alle ziekten die door ongemak, kwade lucht, vuil of bedorven spijs en ongesteldheid komen. Met suiker wordt het gebruikt tegen allerlei zinkingen, tegen benauwdheid, tegen de koude gebreken van de longen en de pijn van de lenden en nieren, het laat de winden scheiden, drijft de plas en niergruis af, laat de maandstonden komen en bereidt de baarmoeder tot ontvangen, stelpt het braken en helpt de vertering van de spijzen en maakt zo de buik los.
Een stukjes Sassafras hout bij ons gedragen en dikwijls geroken bewaart ons van pest en besmettelijke ziekten en hetzelfde gekauwd of in de mond gehouden aan de tand die zeer doet verdrijft de pijn.
De bladeren van deze boom worden in West-Indië op de verse wonden gelegd, te weten vers gestoten, maar de droge worden tot dat doel en om vele andere deugden bewaard.
Uit Monardus: ‘From the Florida which is the firm Lande of our Occidentall Indias, lying in xxv degrees, they bryng a Woodde and Roote of a Tree that groweth in those partes, of great vertues, and great excellencies, healing therwith greievous and variable diseases.
It may bee three yeeres past, that I had knowledge of this Tree, a Frenchman which had beene in those partes, shewed me a peece of it, and told me mevels of the vertue thereof, how many and variable diseases were healed with the water which was made of it. I gave at that tyme no credit to him for that in these things of Plantes, and hearbes, which are brought from other places, they say much, and knowe little, unlesse it be by a man that hath experience of them, with care and diligence. The tree and the partes thereof lyked mee well, and I iudged that, which know I doe finde to be true, and have seene by experience. He told mee that the French men, which had been in the Florida at that time, when they came into those parts, had beene sicke the most of them, of grievous and variable diseases, and that the Indians did shewe them this tree, and the manner how they should use it, and so they did and were healed of many evilles, which surely bringeth admiration, that one only remedie should worke so variable and so mervellous effectes.
After that the Frenchmen were destroyed, our Spaniardes beganne to ware very sicke, as the Frenchmen had doone, and some which remained of them, did shewe it to our Spaniardes, and howe they had cured themselves with the water of this marvellous Tree, and the manner which they observed in the using of it, shewed to them by the Indians, who used to cure themselves therwith, when they were sicke of any griefe.
Our Spaniards began to cure themselves with the water of this Tree, and it wrought in them great effectes, that are almost incredible: for with the noughtie meates drinking of the rawe waters, sleeping in dewes, the most parte of them fell into continuall Agues, of the which many of them came into opilations, and from the opilations they began to swell, and when the evill came first, immediatily it began to take away the lust that they had to their meat, and then happened tot hem other accidents, diseases, as suche like Fevers are accustomed to bring: and having there no remedie to bee healed, they did what the Frenchmen had counsailed them, doing that which they had done, which was in this forme.
They digged up the roote of this tree, and tooke a peece thereof, such as it seemede to them best, they cutte is small into very thin and little peeces, and cast them into water, at discretion, as much as they sawe was needefull, lyttle more or lesse, and they sodde it the tyme that seemed sufficient for to remaine of a good colour, and so they dranke in the morning fasting, and in the day time, and at dynner and supper, without keeping any more weight, or measure, then I have sayde, nor more keeping, nor order then this, and by this they were healed of so many griefes, and evill diseases, that to heare of them what they suffred, and how they were healed, it bringeth admiration, they which were whole, dranke it in place of wine, for it doeth preserve them in health: as it appeared very well by them that have come from thence this yeare, for they came all whole and strong, and with good colours, whiche dooth not happen tot hem that come from those partes, and from other conquestes, for they come sicke and swolne, without collour, and in short space the most of them die. And these Souldiers doo trust so much to this Wood that I beeyng one day amongst many of them, informing my selfe of the things of this Tree, the moste parte of them tooke out of their Pockets, a good peece of this Wood, and sayde: Maister, doo you see heere the Wood, that everie one of us dooth bring to heale us withall, if we fall sicke, as we have been there?and they began to prayse it so much, and to confirme the marvellous workes of it, with so many examples of them that were there that surely I gave great credit unto it, and they caused me to beleeve all that thereof I had hearde, and gave me courage to experiment it, as I have doone, and as we shall see in the mervelles which wee shall write of it. And nowe we come to shewe the description, and forme of this tree.’ Etc.
Het hout is zacht en van weinig waarde, hoewel men er in Arkansas bedsteden van gemaakt zou hebben die de eigenaar van een gezonde slaap verzekerde. Hoewel zacht is het toch redelijk duurzaam en uitgehold als kano’s hielden die het meer dan 30 jaar lang vol.
Sassafrashout of venkelhout ruikt sterk venkelachtig en smaakt zoetig, kruidig en iets scherp. Het bevat hars, looistof en een vluchtige olie, het hoofdbestanddeel is saffrol. Een olie wordt gewonnen uit de vruchten die door parfumeurs wordt gebruikt, de eau athenienne.
In 1582 werd het hout in Europa bekend en speciaal tegen syfilis aangeprezen, nu nog als urinedrijvend middel. Het hout van de wortel was bekend als Lignum sassafras of Lignum avanum, floridum of xylomarathrum. Hout was vooral populair voor stokken in kippenstallen en voor bedsteden omdat het ongedierte zou wegjagen.
De wortelbast was bij de inlanders van oudsher een geliefkoosd kauwmiddel, pavama, het werd ook bij rooktabak bij gemixt en voor aromatische verfrissende dranken en in artsenij gebruikt.
Later kwam het blad, bast en bloemknoppen als surrogaat voor thee in gebruik in N. Amerika. Sassafras is beroemd vanaf de pionierstijd voor de tea die gemaakt wordt door zijn bast te koken.
Kauwen op een twijg is om de sassafras te identificeren. Geen enkele andere boom heeft zo’n karakteristieke specerijenaroma. In Virginië en de meer zuidelijke staten maakt het landvolk een bier door de jonge scheuten te koken in water waaraan een zekere hoeveelheid melasse: suikerstroop, is toegevoegd waarna men het geheel laat fermenteren.
De Choctaw indianen van Louisiana poederen de bladeren (dan gumbo filet genoemd, gumbo file of gumbo zab) en gebruiken het om soep te laten geuren.
Uit eol.org
Sassafras randaiense (Hayata) Rehd. (Randai als dialect van het Bunun in Taiwan) Taiwan Sassafras.
Uit www.flickr.com
Sassafras tzumu, Hemsl. (uit Tzumu bij Taipei) Centraal China die wel 30m hoog komt.
Bladeren zijn gelijk als de vorige.
Chinese Sassafras of Tzumu.
Planten.
Vermeerderen door zaaien, zaad eerst stratificeren en zaaien in maart bij 10 graden. Of in het voorjaar afleggen, ook wortelstek is mogelijk bij 15 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl