Uvularia

Over Uvularia

Treurklokje, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit Curtis botanical magazine.

Soms worden ze vermeld onder Oakesia.

Oakesia, William Oakes, Amerikaanse botanicus, 1799-1848.

Is door Watson in 1879 afgescheiden van Uvularia, heet nu weer Uvularia.

Sierlijke meerjarige kruiden die gebruikt kunnen worden in de borders in zware schaduw.

De stengels is opgaand en stevig vanuit een kruipende of horizontale korte wortelstok, naakt of schalig aan de basis en hogerop gevorkt.

Bladeren zijn ovaal en geperforeerd.

Bloemen zijn geel en hangen in het voorjaar, alleenstaand of in trossen.

Een 5 soorten in N. Amerika.

Ze groeien een 30-50cm hoog met een aantal stengels die bij elkaar staan die gevorkt zijn en veelal bovenin bladeren dragen.

Het blad is mooi zacht groen en met de eindelingse smalle belvormige bloemen maakt het de plant elegant, niet opvallend.

Liliaceae, Uvulariaceae.

=Uvularia grandiflora, Smith. (grootbloemig) De 1-2 bladeren zijn eivormig en spits, heldergroen en stengelomvattend, achterkant is behaard

Opgerichte stengels met een paar bladeren onder de vork.

Talrijke hangende en 3-4.5cm lange citroen/gele bloempjes met meeldraden die langer zijn dan de stijlen in april/juni.

Uit Massachusetts tot Minnesota, Kansas en Georgia, wordt 25-45cm hoog. Is beschreven in 1802.

Naam, etymologie.

Uvularia, Latijn uvula: aangenaam, een verwijzing naar de hangende bloemen. Of van Latijn uva: druif, ook naar de hangende bloemtrossen. Of van Latijn uvula: huig met het achtervoegsel arius: achtig of vormig, naar de hangende bloempjes.

Engelse bellwort, merrybells en wild oats, Duitse Trauerglocke. Huigkruid, treurklokje.

Uit Redoute.

=Uvularia perfoliata, L. (doorboord) De 1-3 bladeren zijn eivormig tot ei/lancetvormig en toegespitst, blauw/groen en stengelomvattend.

Opgerichte stengels zijn vertakt.

Helder gele bloempjes van 2-3.5cm lang met meeldraden die korter of even lang zijn dan de stijlen in mei/juni.

Uit Massachusetts tot Ontario en Dakota, wordt 25-45cm hoog. Is beschreven in 1710.

Uit C. Loddiges.

Uvularia puberula Michx (zacht behaard) (Oakesia puberula, S. Wats. Dikke, eivormige bladeren zijn spits en eivormig met ronde voet, zittend en aan beide kanten glanzend donkergroen, meestal wat behaard.

Opstaande stengels zijn kantig en fijn behaard.

Hangende bloempjes van 2-2.5cm lang zijn licht geel met lijnvormige slippen in mei/juni Zittende vruchtjes.

Uit Virginia tot Georgia wordt 20-40cm hoog. Mountain bellwort.

Uit C. Loddiges.

Uvularia sessilifolia L (zittende bladeren) (Oakesia sessilifolia, S. Wats.) Elliptische bladeren zijn aan beide kanten spits, zittend, met wat blauwachtige onderkant.

Opstaande stengels zijn kantig.

Hangende bloempjes van 1.5-2cm lang zijn groenachtig/geel met stompe slippen in mei/juni Vruchtjes zijn kort gesteeld.

Uit New Brunswick tot Minnesota, Georgia en Arkansas, wordt 15-50cm hoog.

Sessile bellwort of wild oats.

Variegata’ heeft zilver wit gestreepte bladeren.

Planten.

De wortels kunnen geforceerd worden.

Planten in humus houdende grond op half beschaduwde en niet te natte, goed doorlatende plaatsen.

Vermeerderen door deling van de wortelstokken in mei/juni. Wortelstek is ook mogelijk en zaaien in november/maart. Geef het zaad eerst 6 weken –2 en zaai bij 15-20 graden.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/