Scandix
Over Scandix
Naaldenkervel, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten,
Uit A. Masclef.
Glanzende of harige eenjarige kruiden, een ervan wordt geteeld om de bladeren en bloemen.
Bladeren zijn verdeeld of samengesteld, de segmenten zijn klein en smal.
Een 12 soorten komen voor in gematigde en subtropische gebieden van het Noordelijk halfrond.
Apiaceae, schermbloemenfamilie.
Scandix pecten-veneris, L. (Plinius pecten Veneris: Venuskam) Fijn verdeelde bladeren en de deelblaadjes zijn kort en dun. Heldergroen en zou goed smaken, mogelijk het kruid dat de oude Grieken als voedsel gebruikten.
Kleine witte bloemen staan in eenvoudige schermen.
Een eenjarige van een 25cm hoog uit Eurazië.
Een onkruid in de korenvelden van mei tot september. Uit die kleine bloemen groeien zeer grote trossen van lange en scherp gepunte vruchten, scherp genoeg om de naam shepherd’s needle te verdienen.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Wij noemen dit kruid in Brabants naelde kervel naar de gedaante van het zaad, in Spanje quixones’.
Naaldenkervel, Duitse Nadelkorbel, de vorm en gelijkenis met kervel, Frans cerfeuil a aiguilette: naaldenkervel, Engels needle chervil of wild chervil.
Dodonaeus (b) ‘In het Latijn is het Scandix genoemd naar de Griekse. Onder de bastaardnamen vindt men dat het te Rome Herba Scanaria of Acula plag te heten en het mag met recht Acula, dat is naaldje, genoemd worden omdat het zaad op een naald lijkt’.
Frans aiguilles: naalden, aiguilles de berger: schaapherdersnaald, Engels shepherd’s needle, dit van apothekers naam Acus pastoris: herdersnaalden, de zaden zijn als een pak naalden ordelijk een na een gezet als een kam.
Grieks xaino: ik kam, verwant met Grieks voor steken, vanwege de vrucht van het kruid die er als naalden uit zien en zo dicht als kamtanden bij elkaar staan.
Dodonaeus © ‘Ruellius heeft het met de naam Pecten Veneris beschreven. Dit is hetzelfde gewas (zegt Plinius in het 22ste kapittel van zijn 22ste boek) daar Aristophanes van spreekt wanneer hij de poëet Euripides spotgewijs verwijt dat zijn moeder geen echt of degelijk moes verkocht, maar alleen Scandix en dat een slecht en niet veel geacht moeskruid was. Lobel noemt het in het Latijn Veneris Pecten Plinij en de Italianen noemen het pettine di veneri’.
Plinius XXIV. 114:” Veneris pectinem appellant a similitude pectinum”. Eventueel verwant met krassen of kammen.
Venuskam, Venuskamm, -stiel, -strahl, Frans peigne de Venus, Engels Venus comb.
Dodonaeus (d) Het heet in het Engels ook pincken cole, pinke nelde en storkes byll’.
Kranebek, zie Geranium.
Dodonaeus Naaldenkervel, zegt Lobel, is van smaak, bladeren en gebruik de aardrook gelijk en wordt ook van de apothekers van Venetië daarvoor gehouden en genomen, maar kwalijk, sommige Hoogduitsers noemen het Wilde Moren’. Nadelmoren bij Cordus, Nadelkerbel.
(e) Duits Hechelkraut: hekelkruid, zoals die gebruikt werd bij vlas.
(f) Gerard (1597) noemt het ladies combe, verder Adam’s- of beggar’s clock, crake-, crow-, poke puck, pink, shephards, tailor’s, Venus’s of Witches needle, devils darning needle, ground enell.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Dioscorides zegt dat Scandix rouw en gekookt in spijs gebruikt en gegeten wordt en voor de maag en buik goed is en geschikt. En het is voorwaar hier vroeger een zeer algemeen moeskruid onder de Grieken geweest, maar van kleiner achting en waarde en alleen voor een wild moes gerekend zoals uit de woorden van Plinius genoeg te begrijpen en te verstaan is.
Tegenwoordig wordt deze Scandix of naaldenkervel in sommige landen van Spanje ook op de markt gebracht en voor een moeskruid gegeten.
Dit kruid gekookt en gedronken opent de verstoppingen van de lever, nieren en blaas en is voor de inwendige leden zeer goed.
De wortel van naaldenkervel met maluwe gestoten trekt uit het lichaam alle splinters of ander dingen die in het lijf steken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl