Parrotia
Over Parrotia
Perzisch ijzerhout, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Dit geslacht, waarvan de vruchten op die van de toverhazelaar lijken, heeft helaas nog maar 1 soort. Er zijn echter enkele fossiele resten van vier soorten gevonden.
Bladverliezende spreidende struik of kleine boom.
Bladeren staan afwisselend, kort gesteeld en gezaagd met spoedig afvallende steunblaadjes.
De bloemen zijn klein en staan in dichte hoofdjes en worden omgeven door een schutblad. Ze bloeien voor het blad uitkomt. Bloemen zijn tweeslachtig, zonder bloembladen, kelkbladen 5-7 en omgekeerd eivormig en aan de top met bruine bundelvormige haren bezet, 5-7 meeldraden die langer dan de kelkbladen zijn met lange en zijdelings openspringende helmhokjes. Vruchtbeginsel is halfonderstandig en 2hokkig, behaard, 2 stijlen en 2 kleppige doosvrucht, kleppen zijn 2spletig, zaden zijn glanzend zwart.
Hamamelidaceae, toverhazelaarfamilie.
Uit ebay.
Parrotia persica, C.A. Mey. (uit Perzi) Knoppen zijn bijna gesteeld met dicht bruinviltige schubben bedekt.
Bladstelen 4mm lang.
Het blad doet wat aan de toverhazelaar, Hamamelis, denken, 6-10cm lang en 4-8cm breed, glanzend donkergroen en van onderen heldergroen en sterharig, eivormig tot ovaal, rand gekarteld gezaagd, getand.
Bloeit februari/maart in ruim 1.5cm grote bloemhoofdjes die kort gesteeld zijn en omgeven door zeer donkerbruine viltige schutbladen die aan de binnenkant groen zijn. Elk bloemhoofdje heeft 5-7 bloemen die ieder 8-12 meeldraden bevatten, helmknoppen zijn lang en spits en rood, stijlen zijn groen en omgebogen, doosvrucht is tot 1cm lang en breed/ovaal met omgebogen kleppen. Alleen oudere bomen bloeien.
De plant neigt wel wat naar corpulentie en groeit vrijwel net zo snel in de breedte als in de hoogte. Zijtakken staan horizontaal of hangen iets. De vorm is wat grillig met hier en daar uitstekende, soms wat hangende grijs/groene takken.
Groeit in de vochtige wouden van het noorden van Perzië , Alborz bergen tot de Kaukasus. Ondanks zijn langzame groei weet de Parrotia in de buurt van de Kaspische Zee toch een flinke boom te vormen en heeft dan een kaarsrechte stam. De Parrotia wordt hier tot 15m hoog, maar vormt gewoonlijk een onregelmatige struik met een schermvormige kroon. Gewoonlijk is ze meerstammig in cultuur. In het Arnold arboretum te Boston staat er een met 12 stammen die tot 8m hoog zijn. De eerste Parrotia bereikte Engeland in 1840, is beschreven in 1848. ‘Horizontalis’, semi-weeping, wide-spreading horizontal branching pattern.
‘Pendula,’ (Kew vorm): compacte groeier die wat treurt, ‘Gelect,’ jonge bladeren hebben purperen randen, ‘Vanessa,’ opgaande zuilvorm.
Kleur.
Net als de toverhazelaar tovert de plant in de winter de bloemen tevoorschijn. In januari begint de struik te bloeien, niet opvallend, alleen de meeldraden zijn rood gekleurd, de bloem bezit geen gekleurde schutbladen. Toch krijgt de struik een rode gloed. Ook de bladeren lopen vaak rood gerand uit met een duidelijke nervatuur. Veel opvallender zijn de herfstkleuren. Gelukkig is het voor deze plant al gauw herfst, soms al in augustus zodat de rode en gouden tinten al vroeg tussen het groene loof verschijnen. Vooral in zijn natuurlijke omgeving heeft de struik een mooie rode kleur, in een zeeklimaat worden ze meer bont. Die verkleuring gaat wel een tijdje mee, de eindbladeren vallen al af als de binnenste nog niet verkleurd zijn die dan weer verkleuren zodat er steeds sprankelende kleurnuances aan de boom verschijnen.
De schors lijkt op die van de plataan, bladdert af waaronder gele of bruine tinten tevoorschijn komen.
Naam, etymologie.
Parrotia is door C. Meyer, directeur van de botanische tuin te Petersburg, vernoemd naar Friedrich W. Parrot. Parrot is de eerste man die de top van de Ararat bereikte na Noach, (hoewel dat toen een ander gebergte was), 1792-1841. Hoogleraar te Dorpat die door de Krim, Kaukasus en de Pyreneen reisde.
Parrotia, Engels iron tree, Duitse Parrotie of Eisenholzbaum, het hout is zeer dicht en hard.
Planten.
Houdt van iets kalkrijke grond.
Vermeerderen kan het beste gebeuren door afleggen. Buig de onderste twijgen naar beneden, maak een kuiltje, zorg dat de top rechtop komt, bindt die vast aan een piket. Zorg dat de grond daar voldoende vochtig blijft, na 2 groeiseizoenen afsnijden van de ouderplant en oppotten.
Zomerstek is ook mogelijk. Neem in juni-juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Licht verwonden, dat is ongeveer zoals je met de nagel over het oog van de plant gaat. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Doop het ondereinde in 1% ibz groeistofpoeder, afkloppen. Planten in 3 delen gezeefde turfgrond met 1 deel zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte, schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. Na een ruime maand is het stek geworteld, in de winter vorstvrij houden.
Zaad stratificeren en in maart/april zaaien bij 18 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl