Glycyrrhiza
Over Glycyrrhiza
Zoethout, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
mUit www.vanherbaryum.yyu.edu.tr
Een geslacht dat met een dozijn wijd verspreide soorten voorkomt.
18 meerjarige kruiden, waarvan 1 in cultuur.
Bloemen staan in okselstandige trossen en in de kleur van geel, wit, roze tot blauwachtig.
Bladeren zijn geveerd en vaak met oliepunten, zelden 3 deelblaadjes.
Fabaceae, vlinderbloemige, Galega klasse.
=Glycyrrhiza glabra L. var. glandulifera Waldst. & Kit. Glycyrrhiza glandulifera Waldst. & Kit. (klieren dragend) (Glycyrrhiza glabra L var. glabra Regel & Herder)(glad) is het Russisch zoethout. Is beschreven in 1805.
Deze plant groeit in N. Azië tot Z. Siberië, dsungarei, vooral op de Wolgadelta.
Deze vorm is vooral medisch gebruikt. Het kruid bevat saponinen die schuimen in water en werkt plas drijvend.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze zoetwortel groeit overvloedig in Pontus en Cappadocië, zo Dioscorides schrijft. Dit kruid is in het Grieks Glycyrrhiza genoemd, in het Latijn Dulcis radix, welke namen zoveel betekenen als of men zoete wortel zei. Het verschilt nochtans van de gewone zoete wortel of zoethout, ja is bij de apothekers en van de gewone man noch niet zeer bekend. Dan het had in oude tijden bij de Grieken noch vele andere namen als zijn deze die men onder de bastaardnamen bij Dioscorides vindt, te weten Pontice, naar het landschap Pontus waar het veel groeit, Glyceraton, Glycyphyton, Symphyton, Leontice, Scythion, Adipson (dorst tegen), Sylithra, Libyestason, Homoeonomoeos, Penthaomoeos. Lobel noemt het tot verschil van de gewone Glycyrrhiza nata Dioscoridis, dat is zoete wortel met stekende ruwe zaadhuisjes daar de gewone Glycyrrhiza siliquosa heet, dat is zoete wortel met hauwtjes. In het Engels heet ze licores.’
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Het sap van deze zoete wortel (betuigt Dioscorides) is zeer geschikt om de ruwheid van de strot en van de borst te genezen en te verzoeten.
Hetzelfde is ook zeer nuttig tegen de hitte en ontsteking van de mond van de maag en ook tegen de verhitting van de mond, tegen de gebreken van de lever en van de borst en de schurft van de blaas en alle gebreken van de nieren als het met oude zoete wijn gedronken wordt. Het is ook zeer goed om de dorst te verslaan als men dat onder de tong laat smelten.
Van buiten opgelegd of op de wonden gestreken geneest die.
Behalve al hetgeen dat Dioscorides van dit kruid schrijft voegt Plinius er noch meer bij dat de Glycyrrhiza of zoete wortel goed is om alle gebreken en zeren van de mond te genezen als het daarop gelegd wordt.’
Uit O. Thome.
Glycyrrhiza glabra, L. (glad, zonder haren)
Een sterk groeiende kruidachtige en meerjarige plant die een anderhalve meter hoog kan worden.
Een kruid met trossen mauve of crème gekleurde erwtenbloemen en sierlijk bladeren als een lichtgroen gouden regenblad van juli tot september.
Is afkomstig uit zuidoost Europa en Klein Azië. Is beschreven in 1562
Historie/Naam.
(411) ‘Zoethout is in cultivatie sinds oude tijden. Bij oude Egyptenaren komt het als bestanddeel van de teriakel voor, ze noemden een zoethoutdrank Mai sus. Bij de Indiërs is het een liefdesmiddel. Een afkooksel van de wortel wordt bij het bad van Boeddha op zijn verjaardag op de 8ste dag van de 8ste maand gebruikt. In de morgen van dit feest wordt het beeld van de god in een kuip gezet en door zijn vereerders driemaal met deze thee begoten, de afdruipende vloeistof wordt verzameld en is een gewaardeerd geneesmiddel.
Theophrastus van Eresos, 350 v. Chr., schatte het als middel tegen hoesten, astma, verkoudheden en dorst en zou het als onderdeel van soldatenuitrusting aanbevolen hebben. Hij vermeldt dit zoethout met het Russische zoethout, Glycyrrhiza glandulifera. De Grieken zouden het gebruik geleerd hebben van de Scythen. Theophrastus sprak van de Scythise wortel die groeide in de buurt van de Azov-zee, als een wortel met helende geneeskracht. Dioscorides noemde de plant Glycyrrhiza en vermeldde het als een middel tegen verstopte luchtwegen. Hippocrates, 5de eeuw v. Chr., noemde het ook zo.
De Romeinen noemden de wortel radix dulcis: zoete wortel. Inkoken van het sap bespreekt Plinius.
Het kruid werd al in de Duitse middeleeuwen gebruikt. Het zoethout werd in Karel de Groottes tijd nog niet vermeld, wel bij de Heilige Hildegard, Abdes van Rupertsberga bij Bingen, 1098‑1197. Omstreeks 1300 werd het gewas in Italië gecultiveerd en in Duitsland omstreeks 1500.
(164) (a) ‘Het blijkt genoeg dat dit ook een soort van zoete wortel of Glycyrrhiza is. Theophrastus noemt het Scythice rhiza en, zo hij zegt, sommige noemen het Eutyglyceia en naar hem noemt Plinius het ook Scythica radix. Aangaande de naam Eutyglyceia die ook zoveel betekent als zeer zoet, mag ze met recht die naam wel voeren, gemerkt dat ze bijster, ja uitermate zeer zoet van smaak is en veel zoeter dan de eerste zoete wortel daar Dioscorides van vermaant en die we in het voorgaande kapittel beschreven hebben. Aangaande de naam Scythice of Scythica radix, men mag het zo ook wel noemen omdat ze in de landen van Scythië veel plag te groeien. Men zou het ook met goede reden Alismos, dat is zonder honger en Adipsos, dat is zonder dorst op het Grieks, en dat bijster eigenlijk mogen noemen want als men daar maar wat van proeft dan verdrijft het de honger zeer gauw en vooral de dorst. In deze landen is gewoon callisiehout alle man zeer bekend en gebruikelijk om de grote en goede krachten die het heeft. De namen er van zijn meest alle van de Griekse Glycyrrhiza bedorven, want in het Frans heet het reclisse commune, erculisse, raiglice en ragalice, in het Engels common licores, in het Nederduits meest galissiehout, hoewel dat sommige willen verzekeren dat het galissiehout naar het landschap van Spanje Galiti genoemd is. In juni en juli draagt het kleine hauwtjes zo groot als de Cicercula en daarom is dit gewas ook Glycyrrhiza siliquosa genoemd als of men zei zoete wortel met hauwtjes.’ Vlaanderen kalissenhout, kalissiehout of kalisse, Deens lakrids.
Glycyrrhyza is afgeleid van het Grieks glykys: zoet, en rhiza: wortel, een verwijzing naar het zoete sap van de wortels.
(b) ‘Dan de apothekers noemen het met een bedorven naam Liquiritia op het Latijns, ze heet in het Italiaans regolitia, in het Spaans regaliza en regalitia, in het Frans riglice en rigolisse, in het Nederduits calissiehout en soethout, in het Hoogduits Suszholtz en Suszwurtzel, in het Engels licores en in het Boheems licorice.’
Omdat tijdens de middeleeuwen de Griekse spraak verloren ging werd het moeilijke woord Glycyrrhiza verbasterd en zo noemt de H. Hildegard het Succes Liquiricus. Twee andere verwijderingen daaruit zijn de Duitse Lakrisen en het Franse reglise. Het woord likeur zou afgeleid zijn van Glycyrrhiza, benvloed door liquere: vloeibaar, vandaar liquiritia en kwam het Spaanse en Engelse liquorice, oud-Frans licorys en onze likeur.
In the Tale of Sir Thopas vertelt Chaucer in zijn Canterbury Tales; (1387)
‘Ther spryngen herbes grete and smale
The lycorys and the cetewale ginger
And many a clowe-gylofre
And notemuge to putte in ale’. (=nootmuskaat)
Zoethout, Duits Sholz en Engels sweet root is afkomstig van de zeer ontwikkelende wortels dat in staven van 60‑100 cm lengte, vingerdik, in de handel komt.
(d) Uit een aftreksel ervan wordt drop gemaakt, wordt door brouwers gebruikt en er wordt een likeur van gemaakt.
Uit Bock met afbeelding van drop.
Bijbel.
‘Mozes riep tot de Heere, die hem een hout aanwees, hetwelk hij in de in het water wierp, en de wateren werden zoet’. Exodus 15: 25. Sommigen menen dat het met dit hout is dat het water drinkbaar wordt. Er wordt alleen gesproken over hout. De H. Vaders hebben het vergeleken met het krachtig kruishout dat de bitterheid van het leven zoet maakt.
Gebruik.
Het is de enige zoet smakende substantie met dorstlessende effecten. Brouwers gebruiken het om een donkere kleur te geven aan stout en porter. Ook komt het zoethout voor in kauwtabak, pruimentabak en in dranken en parfumerie. Turken, Egyptenaren en Fransen maakten er verkoelende dranken van. In Amerika werd in 1899 meer dan anderhalf miljoen dollar gekocht aan wortels.
Zo werd het vroeger gebruikt. (141, 164, 309, 310, 311) ‘Men gebruikt de wortels van de gewone Glycyrrhiza of zoethout zeer nuttig tegen de heesheid en om allerlei hoest tot rijpheid te brengen en ze verzachten de rouwe borst en keel en genezen het moeilijk herhalen van de adem of benauwdheid en openen en verzoeten de verstopte en verladen longen, genezen de ziekte van de zijden en bovendien ook het bloedig of etterachtig spuwen en het uittering en alle gebreken en ziekten van de borst als men daarvan een likking van bereidt of als men ze met enig ander middel gebruikt of de wortel zelf kauwt of het sap daarvan onder de tong een tijd lang houdt.
Al dezelfde krachten heeft Theophrastus zijn Scythica radix en zegt aldus: ‘De wortel van Scythië is geschikt om de adem gemakkelijk te laten herhalen en tegen de droge hoest en tegen alle ziekten van de borst en daarboven kan ze allerhande zowel uitwendige als inwendige zeren genezen als het met honing vermengd is. Ze verslaat de dorst ook als men het in de mond houdt. Daarom zeggen sommige dat de inwoners van de Scythische landen met de voor vermelde wortel en met de Hippace hun leven bij de elf of twaalf dagen lang kunnen onderhouden.’ Dan het is te weten dat de Hippace niets anders is dan een soort van kaas die in dat landt van Scythië van paardenmelk gemaakt plag te worden zoals Hippocrates betuigt, hoewel dat Plinius in het 8ste kapittel van zijn 25ste boek ons wil laten geloven dat Hippace een kruid is die in Scythië groeit, maar hij is daarin zeer bedrogen als uit de voor vermelde woorden van Hippocrates duidelijk genoeg blijken kan.
In sommige kloosters van Holland plag men hier vroeger hoestkoeken te maken van het sap van calissiehout met gember en andere specerijen daarbij vermengt die alleen goed zijn tegen de verouderde en koude hoest en diergelijke gebreken van de longen en borstծ Drop, van druppel, en salmiak, van Latijn ‘sal ammoniacum ‘(zout van Ammon, zie ook Ammoniak) omdat het bij de tempel van Ammon in Egypte voorkwam. In Duitsland wordt het wel Brendreck genoemd. In Finland is er de zogenaamde Salmiakki Koskenkorva of Salmiakki Kossu zeer bekend en als volksdrank gezien, is een mengsel van Koskenkorva Viina (Kossu), een wodkadrank met zoethout.
Uit commons.wikimedia.org
Glycyrrhiza lepidota Pursh (schaalachtig) is een soort die uit N. Amerika komt en 40–100cm groot wordt.
Heeft lange bruine wortels die als voedsel en medisch gebruikt werden door de Indianen.
Verder vergelijkbaar met de gewone.
American licorice, wild licorice.
Uit Curtis botanical magazine.
=Glycyrrhiza echinata L (egelachtig) komt uit Rusland en wordt een meter hoog. Bloeit met trossen purperen bloemen in juni-juli. Chinese licorice.
Glycyrrhiza uralensis Fisch. (uit de Oeral) heet in Chinees gāncǎo; zoet gras of zoet kruid, een belangrijke Chinese traditionele medicijn.
Chinese zoethout, Chinese liquorice.
Uit; http://www.specialplants.net/shop/seeds/glycyrrhiza_yunnanensis/
Glycyrrhiza yunnanensis P.C. Li. (uit Yunnan, China) een kruid van een ruime meter.
Bloemtros met klaverachtige bloemen.
Roodbruine stengel.
Acacia-achtig of geveerd blad,
Rood oranje behaarde blaasvruchten.
Goed winterhard.
Chinees zoethout. Yunnan liquorice.
Vermeerderen.
Kan hier gekweekt worden als vaste plant. Moet dan wel in de zon en wat beschut staan. In de winter bedekken met stro of iets dergelijks.
Vermeerderen door scheuren.
Zaaien in april/mei, het zaad 2 dagen laten voorweken.
Neem in juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste blad er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 1% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.
Wortelstek gaat ook vrij gemakkelijk.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl