Agrostemma

Over Agrostemma

Bolderik, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Agrostemma.html

Uit A. Masclef.

1 geslacht.

Agrostemma githago L., (zwartachtig) (Lychnis githago, Scop.) is minder of meer behaard.

Tegenover elkaar staande bladeren zijn lijnvormig en aan de basis wat met elkaar vergroeid

De lange en licht vertakte stengel draagt op de top een grote alleenstaande eindbloem. De grote diep roze bloembladen verkleuren naar het centrum toe in lange witte klauwen. Dit is een zachte blos die begeleid wordt door de donkere lijnen van de honigstippen.

Het is een sterk groeiende eenjarige die tot 120 cm hoog wordt.

De dichte haarbedekking en lijnvormig blad suggereren dat het plantje afkomstig is uit drogere gebieden van Klein Azië.

Groeit als onkruid in graanvelden.

‘Milas’, is een mooie grootbloemige vorm die mooi getekende bloemblaadjes heeft. Moet in maart ter plaatse gezaaid worden.

Caryophyllaceae, anjerfamilie.

Naam, etymologie.

(a) Agrostemma is afgeleid van het Griekse agros: een veld, en stemma: een guirlande, de op het veld groeiende plant werd voor het bekransen gebruikt. Eventueel in de betekenis van kroon en daarnaar heet de plant kroon op het veld, Duitse Krone des Feldes, Engelse crown of the field, Frans couronne des bles, vanwege haar schoonheid. Het is de agrostemma van de Portugezen.

(164) (b) ‘Hier te lande zijn deze bloemen koren-roosen ende neghel-bloemen genoemd.’ Nagelbloem, corengnoffelen en negelbloemen, Duitse Kornnagele of Kornnagelin en dat slaat op een anjer of nelkegewas.

Dodonaeus ԉn Hoogduitsland wordt het Grosz Raden, Raden of Ratten genoemdծ

Raai of rade, Duitse der Rade, Raden in Oostenrijk en bij Bock, Rattenblume, het midden-Hoogduits heeft Rat(t)e, Raal, Raol, Rae, Ragen, Rappծ, Radda, Zwitsers, Ratta, Ragganageli, in oud-Hoogduits komt dit voor als Rato en Radan, in het midden-Nederlands als rade en in Zwitserland, Rodծ Roggenreasl, Ropp’.. De naam is tot rad gevormd omdat de bloemen op een rad lijken en de lange smalle kelkbladeren lijken op spaken. De plant is als drager van het wiel gedacht, naar de bloemvorm van een anjerachtige. Raai is een naam ook voor andere akkeronkruiden.

Dodonaeus (d) In Italië heet het githone of gitthone waardoor meest alle kruidbeschrijvers dit gewas voor het echt gith of Melanthium van de ouders aangezien hebben die daar nochtans zo opmerkelijk in bedrogen zijn geweest dat het me niet nodig lijkt dat met woorden te willen aantonen gemerkt dat onze korenrozen van het ware en echte Melanthium niet alleen van bladeren, maar ook van andere eigenschappen verschillen. Ze wordt niettemin van sommige Gith of Melanthium genoemd naar de zwartheid van het zaad, maar dan voegt men er een ander woord bij om die van het echt Melanthium te onderscheiden want Hippocrates noemt het Melanthion ex ton pyron, dat is Melanthion ex Tritico in het Latijn, in het Nederduits Melanthium van het koren of van de tarwe waaronder deze plant ook gevonden wordt. De Fransen noemen het nielle des bledz’.

Dodonaeus (e) ‘Octavius Horatianus noemt het oock Gith quod in segete nascitur, dat is Gith wat onder het koren groeit, en om dezelfde oorzaak wordt het van de geleerde van onze tijden Nigellastrum, Githago en Pseudomelanthium genoemd, in het Engels cockle melanthio falso en ruosola. Melanthium is ook de naam van Nigella’.

De soortnaam githago komt van git: zwart, vergelijk gitzwart, en ago: gelijkend. Githago zou zo genoemd zijn door Plinius als gith, maar het is onduidelijk welke plant dit was. Door H. Bock is deze plant zo genoemd in 1532. (zie Nigella)

Dodonaeus (f) ‘Ruellius schrijft dat het in Frankrijk nielle en flos micant attis genoemd wordt en hij gelooft dat het de Anthemon phyllodes van Theophrastus is, in het Latijn Anthemum foliosum. Al is het zaak dat dit kruid de naam Nigellastrum voert, nochtans heeft het geen grote verwantschap met de Nigella of Narduszaad dat ook Gith heet, dan alleen omdat het ook zwart zaad zaad heeft als de Nigella. Daartussen staat het iedereen vrij om de ongeleerde apothekers niet te geloven die dit kruid voor Nigella gebruiken tot groot nadeel van de zieken. In het Engels heet het fielde migella en gittone en in Itali nigellastre’. Frans nielle des bles.

Ook Frans la nielle komt van Nigella, dat zwart betekent naar de zwarte zaden, Engelse bastard nigella en wild savager. Belgi ichel en iegelbloem, mogelijk stamt dit van nigel en dit van Nigella. Nigella heet dan ook zwarte kummel en daarom heet deze plant dan ook in Duits schwarzer Ackerkummel of Baurnkummel.

Dodonaeus (g) ‘De Fransen noemen yvraye en denken dat het een soort van Lolium is, Fuchsius noemt het Lolium muro en Lychnodes segetum’.

Dodonaeus (h) ‘In het Spaans heet het neguilla en allipieres’.

(j) De namen bolderik, bol of bolder, Duits Boll en dergelijke zijn namen waar bol staat voor lastige onkruiden net zoals witbol voor Holcus. Het was oorspronkelijk een naam voor kaf, zie bolster. Het is de korenroos wiens bolle naam afkomstig is van het Keltische buldwg. Of van bol: kop, de kopachtige vrucht, de kelk steekt er met haren uit, een hanenkam.

(k) Verder broodsblom, schaapsoren of zwijnsooren, Sint Petrusbloem. In Belgi baronnen, Christusoog, Godsooge, schoonooge, ezelsbloem, steekneuskes, Duitse Bettelmann, Klint, Koppen, Troadbleaml, Spissbuam en Zwitsers Tufelsaug.

(l), Het was het bekende mooi bloeiende graanonkruid, koornrozen of koornvlam, Duitse Klockenblume en aan de Rhein Pisspttken, Kornblume of Kornrose, Chornblume, Chornnageli of Kornrosle.

(m) Franse coquelourde en Engelse corn cockle, eerder was het cockle, cuckole en in oud-Engels coccel, mogelijk stamt dit van Latijn coccus: rood. Het woord is mogelijk ook verbonden met de cock: een haan, een verwijzing naar de rode hanenkam en de kleur van de bloemen zoals die op de top van de stengel staat. Zo is ook de oud-Franse naam cocquelicot de oorspronkelijke naam voor de haan en de plant. (of coque: schaal, lourd: zwaar, de zware zaaddozen) Een oude Nederlandse naam is kruk, Zwitsers Kuckel.

Voor de corncockle zijn er in Germaanse en Slavische talen verbindingen met vogels, het Germaanse gugol en kuckel en Tsjechisch koukol betekent ook een haan. Er wordt verondersteld dat het de Russische kukael of keukil, Poolse kakol en kokkol van het Angelsaksische evangelie is, waar de geautoriseerde versie wikke heeft, het onkruid van Job 31: 40, zie Urginea. De plant komt daar waarschijnlijk niet voor. Meer denkt men aan nutteloze en mogelijk giftig kruiden, wilde bramen of andere doornige planten. Hetzelfde woord is in Jesaja wilde druif geworden.

De plant was onbekend bij de oude Grieken, Romeinen, Bretons of Duitsers. Wijzen mag op de vroege handel met Rusland in de dagen van Alfred. Zouden de korenveldkruiden afkomstig kunnen zijn vanuit de grote golven van migratie in het brons- en het steentijdperk? Dan zou het een vorm van Agrostemma gracilis, Boiss: sierlijk, kunnen zijn die inlands is in Anatoli.

Gebruik.

Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Het zaad van dit kruid met een pessarium met honing van onder ingestoken verwekt de maandstonden van de vrouwen zoals Hippocrates in het boek van de vrouwelijke ziektes betuigt. Korenrozen, als Fuchsius zegt, is zeer goed tegen de kwade schurft en wild vier net zoals het Lolium, heelt de wonden en geneest de lopende gaten en stelpt het bloed.’

De bloemen werden vroeger tot guirlandes verwerkt. Wanneer een jong meisje de bloem van deze plant in haar kamer vindt, weet zij dat de jongeman die het daar gebracht heeft, verliefd op haar is.

Voor de komst van de chemicaliën was de bolderik een algemeen en lastig onkruid in de granen. De harde bruine zaden werden met de roggekorrels vermengd en moesten er met handkracht uitgehaald worden. De zaden bevatten giftige saponinen. Door die te roosteren zouden ze ontgiftend worden. Het meel voor brood zou het bitter maken en mogelijk zelfs giftig.

100 gram zaden met 2 liter water koken zouden een goed wasmiddel geven tegen ongedierte.

Legende.

In Rusland vertelt men dat de duivel van deze plant de eerste brandewijn stookte. Hij liet Eva hiervan drinken en haalde haar daarna over om van de verboden appel te eten.

De plant geldt als een duivelsplant die onweer aantrekt. Men zal ze niet in huis bewaren en ook niet in een vaas doen, de bliksem zal zeker inslaan.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl