Phlomoides

Uit www.plantillustrations.org

Phlomoides laciniata (L) R. Kamelin Et Makhedov. (ingesneden) (Eremostachys laciniata, Bunge) (Phlomis laciniata Raf.) Grote, heldergroene bladeren zijn behaard en geveerd met lange, lancetvormige slippen, de onderste bladeren zijn lang gesteeld, de bovenste kort gesteeld tot zittend.

Opstaande dikke stengels zijn grijsachtig behaard.

Aarvormige trossen van 40-60cm lang met kransen van talrijke bleek purper/roze bloempjes in juni/juli.

Uit Turkestan, Kaukasus en Syrië, wordt 60-150cm hoog. Is beschreven in 1731. Var. bipinnatifida verschilt door de lagere groeiwijze en dubbel geveerde bladeren Var. ochruleuca verschilt door de geelachtig/witte bloemen. Var. sanguinea verschilt door de geveerde bladeren met dubbel gekartelde slippen en donkere bloedrode bloemen.

Naam, etymologie.

Eremostachys, Grieks eremos: eenzaam, stachys: aar, de alleenstaande aar.

Phlomoides; Phlomis-achtig.

Desert rod, Chinees sha sui shu.

Planten.

Groeit in goede, voedzame grond op zonnige en niet te natte plaatsen, in de winter met turfmolm bedekken.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl