Ononis
Over Ononis
Prangwortel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit botanical.com
Een geslacht van mooie planten die geschikt zijn voor de rots- en bordertuin. ‘Een-, twee- of meerjarige, vaak zijn ze struikachtig en soms gedoornd.
Meestal 3tallige bladeren.
Bloemen zijn vlinderbloemig, geel, purper, meestal roze en zelden wit, alleenstaand of met 2-3 stuks in de bladoksels. Kelk is diep getand en de kiel spits gesnaveld, meeldraden vergroeid, peulvrucht die bij de struikvormen meestal behaard is
Een 70 soorten komen voor in dit geslacht die groeien op de Canarische eilanden, het M. Zeegebied en Europa.
Fabaceae, vlinderbloemige, Trifolium klasse.
=Ononis arvensis, (van de akkers)( Ononis hircina, Jacq.) (bokachtige geur)
Bladeren zijn 3tallig en klierachtig behaard, helder groen, elliptische en getande blaadjes.
Opstaande stengels zijn vertakt en dicht klierachtig behaard.
Bloemen staan met 2 bijeen en zijn 15-20mm lang, roze en wat purper gestreept, in lange trossen verenigd in juli/augustus.
Vruchtjes zijn korter dan de kelk en klierachtig behaard.
uit Midden en O. Europa wordt 50-90cm hoog.
Var. spinescens verschilt door de gedoornde stengels.
Een eenjarig uit Europa en Klein Azië die in 1820 beschreven is.
Naam.
Engels cammock of cammick, stay plough, fin, ground furze, hen gorse, land whin, petty whin, zie Ulex. Bocks-Hauhechel, Acker-Heuhechel.
Uit C. Loddiges.
Ononis fruticosa, L. (struikvormig) Bladeren en blaadjes zijn ongesteeld, drietallig en 1.5-2.5cm lang en 3-6mm breed, blauw/groen en van onderen lichtgroen, omgekeerd lang lancetvormig met stompe top en scherp gezaagd bladrand.
Een opgaand groeiend en sterk vertakte struik met grijs/bruine en wat overhangende twijgen. Gesteelde bloemen met 2-3 bijeen en zijn tot 2cm lang, roze met wat roods gestreept, kelk is rood gekleurd, behaard en diep getand, vlag eivormig met spitse top en groter dan de vleugel en kiel, die laatste is gesnaveld in juni/augustus.
Peul is gesteeld en tot 2.5cm lang, elliptisch en behaard.
Is waarschijnlijk niet geheel winterhard, bevriest vaak tot aan de grond, dan kort snoeien en loopt zo weer in het voorjaar uit.
Komt uit het M. Zeegebied en wordt 60cm hoog. Is beschreven in 1680.
Shrubby rest harrow, Frans bugrane buissonante.
Uit botanical magazine.
Ononis natrix, L. (waterslang) Onderste bladeren zijn 3tallig en klierachtig behaard met elliptische, fijn getande blaadjes.
Opstaande en wat vertakte stengels zijn klierachtig behaard.
Talrijke goud/gele bloemen met purper gestreepte vlag in juni/juli.
Hangende vruchtjes.
Meerjarige uit Z. Europa wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1819.
Var. concolor heeft eenkleurige gele bloemen.
Naam.
Engelse goat-root of geitenwortel, ram restharrow, yellow flowered rest harrow, Duitse geel Hauwhechel en geel Stallkraut.
Gebruik.
Dit zou de natrix geweest zijn van Plinius, die vertelt dat de uitgetrokken wortel een bokkenstank heeft en weshalve gebruikt wordt om de tedere vrouwtjes van hun bedwelmdheid te verlossen. Ze verdoven volgens hem slangen en drijven ze weg van elke plaats waar het groeit.
De wortels, en van vorige, werden niet alleen vanwege de geur door de boerinnen vervloekt, ze zitten namelijk enorm diep en vast, het was een grote toer om die eruit te krijgen. De aanwezigheid van deze plant zou een indicatie zijn van de onverschilligheid van de eigenaar voor zijn grond of arme grond.
Uit C. Loddiges.
Ononis rotundifolia, L. (ronde bladeren) De 3tallige bladeren zijn donker groen met een klierachtig behaarde achterkant, breed elliptisch tot bijna rond, dik en fijn getand.
Opgerichte stengels zijn klierachtig behaard.
Grote, zacht karmozijn/roze bloemen in juni/juli.
Hangende vruchtjes.
In de winter wat bedekken.
Uit de Alpen en Pyreneeën, wordt 15-30cm hoog. Is beschreven in 1570.
Round leaved restharrow.
Uit www.pfaf.org
Ononis repens, L. (kruipen, reppen)
Bladen zijn meestal 3tallig en klierachtig behaard, eivormige blaadjes zijn fijn getand.
Stengels zijn kruidachtig en spreidend tot opstijgend, kleverig en harig, meestal zonder of met weinig dorens.
Bloemen 1-2 of alleenstaand in de bladoksels, roze en zelden witachtig, 1.5-2cm groot met toegespitste vlag in juni/september.
Opstaande vruchtjes zijn korter dan de kelk.
Eenjarige uitlopers vormende plant die soms voorkomt op zandgrond.
Uit W. Europa wordt 30-60cm hoog.
Var. albiflora heeft witte bloemen.
Var. mitis heeft ongedoornde, grijsachtig behaarde stelen.
Subspecie spinosa is de gedoornde, zie Ononis spinosa.
Subspecie repens is de kruipende.
Naam.
Kruipend stalkruid, Fries dunkatteneil, Engelse small spreading rest harrow, Duitse Kriechende Heuhechel.
Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Ononis spinosa L. (gedoornd) =Ononis repens subsp. spinosa Grueter)
Inheemse plant met een onaangenaam geur.
Bladen zijn meestal drietallig, de deelblaadjes ovaal en soms wat kleverig, getand.
Het is een krijger onder de planten, de opgerichte stengels zijn vertakt met in doornen uitlopende takken en twijgen en 1-2rijige klierachtig behaard.
Alleenstaande bloemen zijn okselstandig en roze kleurig met een onaangename geur, de gehele zomer door, in lange trossen verenigd met stompe vlag en behaarde kelk.
Opstaande vruchtjes zijn meestal langer dan de kelk. Meerjarig.
Uit Europa, W en Midden-Azië wordt 30-60cm hoog.
Var. albiflora heeft witte bloemen.
Var. violacea heeft violetkleurige bloemen.
Het is een meerjarige en een lastig onkruid. Op zandgronden wordt het gewas wel als bodemverbeteraar gekweekt, een stikstofbindende plant. Komt soms voor op droge plaatsen in uiterwaarden, los- en kleigebieden. Wordt wel met Ononis arvensis, Ononis repens en Ononis spinosa in een verzamelsoort Ononis spinosa subspecies samengevat.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘In Brabant wordt dit gewas pranghwortel genoemd, in Hoogduitsland Hauwhechell. Het heet ook Acutella in het Grieks naar de harde scherpe dorens daar het de voorbij gaande mensen dikwijls mee steekt en kwetst. Cratevas heeft het Aegipyrus genoemd, in het Grieks Aegipyros.’
Hau, vanwege zijn doornen die op een hechel lijken die men voor het vlas gebruikt en dat het zo diep wortelt dat men het er met hauwen uit moet halen, maar het eerste deel behoort niet tot hauwen, zoals Fuchs meent, maar wel tot Heu, en werd in de 16de eeuw nog Hau of Hauw genoemd, dus een doornige plant waarbij de hechelachtige takken gemakkelijk aan het hooi hangen blijft, Hauhechel bij Cordus, Heudorn, Heuschel, Hechelkraut en Heckelkraut bij Bock, Hawhechel bij Fuchs, of midden-Hoogduits betekent houwe: hakken, het wortelt zo diep dat men het er uit hakken moet en tussen zijn bladeren dorens heeft die een vlashekel, hechel, gelijk zijn, het werd tot Heuhacke, Hackeln, Harthiekel, vanwege de dorens of omdat het hooi aan het kruid bleef hangen, onze woerthaak, heidoorn, gedoornd stalkruid en kattedoorn, heeft dorens als de nagels van een kat.
Dodonaeus (b) ‘In Brabant wordt het ook stal-cruydt genoemd, in Hoogduitsland Stalkraut. Dan dit kruid wordt in onze taal stalkruid genoemd omdat het water daar het of de wortel in gekookt is de paarden te drinken wordt gegeven en hun lang opgehouden plas laat voortkomen. Vroeger werd het ook urijn of orijn-cruydt genoemd.’
Afvoerende werking, Kuhscheisse, Harnkraut en Stallkraut, bij Fuchs wordt het Stalcruyt genoemd, Stal is een oud Duits woord voor urineren en werd om die reden gegeven aan vee, een goed plaskruid, onze heetegaal, van hete gal.
Dodonaeus ‘In Hoogduitsland heet het Ochsenkraut of Ochsenbrech, in Frankrijk arreste beuf, , in Itali ook avonide ende resta bove, maar wel meest bonaca of bonaga, in Spanje detiore buey en gattilhos en tegenwoordig bij de apothekers Arresta bovis, Resta bovis en Remora aratri, dat is beletsel van de ploeg, omdat het met zijn wortels de ploegijzers beletsel doet en de ossen die de ploeg trekken dikwijls laat stil staan of langzamer gaan.’
Hemmen, in oud-Hoogduits Letsen, naam naar de remmende werking op de ploeg en dieren.
Listadorn, Lysten, Pflugstorz, Plogstiert, Ochsenbrech bij Bock, de boek naam Ochsenburre, alsof hem werd toegeroepen; burr of stop, sta stil. Prangwurzel, prangwortel omdat de wortel bleef prangen of knellen in de oude ploegen. De naam Engelse harrowrest, rest-wrest-harrow: die de eg rust, duidt op een probleem. De naam restharrow is een equivalent van het middeleeuws Latijn resta bovis: ossenstop, ook remora aratri: ploegvertrager, duidt op hetzelfde probleem (arresta bovis, retines bovens). Meer gewone namen zijn verbonden met het stoppen van de ossen, net als ons ossebreke, Duitse Ochsenbrech, de Franse arrete-boeuf: ossen die stilstaan, bugrane epineuse: doorn en ossenkop, Italiaanse arresta bue, ook ononide, Spaanse detiene buey, Engelse horse breath: paardenadem.
Dodonaeus (d) ‘In het Grieks heet het gewoonlijk Anonis of Ononis en in het Latijn insgelijks ook Anonis en Ononis, enige noemen het esel-cruydt naar de Griekse naam Ononis, omdat de ezels zich er graag aan wrijven als ze jeuk hebben.’ .(411)’De plant άνοίς (anonis) en όνονίς (ononis) die bij Theophrastus en Dioscorides genoemd worden zullen wel de in Griekenland veel voorkomen Ononis antuquorum, L. zijn die veel op onze plant lijkt. Dioscorides geeft aan dat de jonge scheuten ingezouten werden en zeer aangenaam smaakten. De wortel beveelt hij als plas drijvend middel aan, haar afkooksel in azijn als mondspoelwater dat tandpijnen verlicht. Het is opvallend dat de oude kruidenboeken vrijwel niets meer brengen omdat het in de volkskunde toch veel gebruikt werd.’
Ononis komt van Grieks onos: een ezel, en onemi: genoegen, de ezel is verheerlijkt door aan deze plant te knagen. Een naam die gebruikt werd door Theophrastus en was een benaming van planten die door ezels werden gegeten. Of anonis, a: niet, oninemi: ik gebruik, een kruid dat nergens voor dient. Bij Dodonaeus komt de naam eselcruyt voor, Duits Eiselenkraut. Frans ononis pineux.
Dodonaeus (e) ‘Het heet in het Engels camoche en peti wijne.’
De zoete wortels worden in N. Engeland wel door kinderen gegeten en verminderen de dorst onder de naam wild liquorice, ook Spanish liquorice (zoethout) Liquorice is een plant van Mercurius. Ze kunnen dikker zijn dan een vinger. De boer heeft een geen ontzag voor de mooie rose bloemen, of zijn zoete liquorice-achtige wortel en scherpe reuk, maar wel voor de lange en taaie vertakte wortels die de ononis zo stevig in de grond houdt. Dit is waarschijnlijk de origine van de Engelse naam cammock, van cam, wat crooked: haak, betekent.
Dodonaeus (f) ‘In het in het Waals heet het bovurande en in Frans bugrandes en bugraves.’
In Frans was het ooit la bugrane, van bucranium, waaronder Dioscorides en Apulejus een ossenkopachtige plant verstonden, dat komt weer overeen met ossenbreek.
(g) Verder. Hul- wat verwant met Hulse (zie Ilex) Hurde en Engels hurt: stekelige tuin. Hohldorn, Hofdorn, Huhackeln, Huldorn. Questenkraut en Wranckrut, zie Helleborus.
In Schwaben Weischle, Gշeischwurzel waar Gweisch het stoppelveld is waar deze plant vaak als onkruid groeit.
Wixen is tot vlakke, op de bodem gestrekte en wortelende twijgen, Weixen in Oostenrijk, Finstere Stachel, Weisse, Weizen, Whigste, Witsche, Wigistedorn.
(h) Het werd door vrouwen gerooid, Frauenstreit, Wiwkrud, Weiberkrieg, Weiberkrieg, -klatsch, -zorn, Magdekrieg of omdat de doornige takken in de rok bleef hangen.
(i) De doornloze schijnen door het volk van de lang gedoornde onderscheiden te zijn geweest, en vandaar Aglar en Hachel (zie Aquilegia) Aglarkraut in Oostenrijk, Hachelkraut, Hackel, Harthakel en met riet, Ritachel.
Symbool van hindernis omdat het bij het maaien de maaier hindert. Ononis moest uit de weg voor de ploeg, symbool voor uit de weg gaan, zwichten. Symbool van ik ben tegen jou, obstakel.
(j) De bloemen en verdere dorens, Haseblome, Hantjes, Hadorn, Hiedorn, Eisenkraut, Gweischwurzla, Kausweet, Kreindoorn, Dornklee, Weiste, Heideldorn, Litedorn, Zwitsers Hachla, Ibste, Liste.
Gebruik.
De wortel, radix ononides, smaakt bitter adstringerend en bevat het kristalliseerbare, smaakloze en alleen in alcohol oplosbare ononien dat als urinedrijvend en zweetdrijvend middel gebruikt werd tegen galstenen en reuma. Uit de gedroogde bloemen werd wel een thee gemaakt dat goed was tegen ԫoude koortsՠof een zwel bij de benen. In Siebenburgen heet het Lingoarkreokt (kreokt =kruid) lingoare is de Roemeense betekenis voor tyfus en nervenfieber. Men denkt daar dat als men een afkooksel van de plant bij beginnen typhus drinkt dat die ziekte niet uitbreekt of dat ze zeer snel heelt. De namen Chalber en halsing in Zwitserland lijken erop te wijzen dat de plant bij de kalveren om de hals gehangen wordt om de dieren van luizen te bevrijden. Meestal gebeurt dat met de bast van peperboompje die daar ook wel Chalber-Halsing heet.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De schors van deze wortels met wijn vermengt en ingenomen laat water lossen en breekt de steen en laat het niergruis rijzen en gemakkelijk uitkomen en is daarnaast ook goed om alle roven, harde schilfers en littekens of kanten van kwade zweren rein te maken, af te vegen en te laten vergaan.
Als men deze wortels of de schors ervan in azijn en water tezamen kookt en dat al warm in de mond houdt en de mond daar dikwijls mee wast en spoelt laat het de tandpijn vergaan.
De jonge scheutjes van deze heester eer de bladeren of doornen goed voortkomen afgeplukt en gezouten zijn een aangename lieflijke en gezonde spijs voor salade gegeten, als Dioscorides betuigt.’
Folklore.
Het spitse kruid zou het lijden van Maria symboliseren, Unser lieben Frauen Bettstroh.
De cammock heeft een bijzondere kracht, dat het zichzelf in vuur zet. Als de bladeren van de plant vallen en droog zijn zullen deze bladeren met een beetje hulp van de wind en droogte spontaan gaan branden. In Z. Engeland denken ze dat zijn geitachtige geur overgaat in de boter van koeien als die ervan eten.
De Hauhechel werd als amulet om de hals gedragen tegen hieuwen en steken, rovers en dieven.
Deze plant werd ook wel duivelsbedstro genoemd, omdat de duivel alleen slaapt in een bed gevuld met stekelige planten.
Planten.
Planten in zandgrond op een droge en zonnige plaats. In de winter is te veel vocht nadelig
Zaaien bij 5 graden waarbij de zaadhuid beschadigd dient te worden om goed te kunnen kiemen. Scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl