Isopyrum

Een geslacht van kleine en stamloze kruiden die verwant zijn aan Nigella met de vorm van Thalictrum.

Ze zijn n-, of via de wortelstok, meerjarig.

Bladen zijn samengesteld en gezaagd, deelblaadjes 3lobbig of gesneden, bloemen wit.

27 soorten komen voor, 1 in de bergen van O. Europa en de rest in Azië. Nauw verwant aan Enemion en soms daarin geplaatst.

Ranunculaceae, ranonkelfamilie.

=Isopyrum thalictroides, L. (wijnruitachtig) Lang gesteeld wortelblad dat geveerd is, ei/wigvormige en ingesneden, blauwachtig groene deelblaadjes, stengelbladen zijn meestal driekantig met gelobde tot gekartelde blaadjes.

Opstaande stengel is meestal niet vertakt.

Kleine knikkende, anemoonachtige bloemen met 5-6 kelkbladeren die eivormig zijn en zuiver wit in april/mei.

Uit Z. Frankrijk tot Oostenrijk en Midden-Rusland, 15-20cm hoog.

Plant met kruipende wortelstok. Is beschreven in 1759.

Naam, etymologie.

Isopyrum komt van isos: gelijk, en puros: tarwe, een naam gegeven door de Grieken aan een plant die gelijk is aan Nigella, de zaden lijken op tarwezaden.

Duitse Tolldocke of Muschelblmchen, Engelse false rue anemone.

Planten.

Planten in losse humus houdende grond op vochtige en hal beschaduwde plaatsen.

Vermeerderen door scheuren in maart/april.

Zaaien in maart, zaden eerst 6 weken -2 geven, dan zaaien bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl