Rutaceae

Een familie van bomen of struiken, zelden zijn ze kruidachtig. Ze bezitten brede of heideachtig bladen die vol zijn van oliepuntjes die een aromatische stof bevatten, een karaktertrek van deze familie. Blad houdend of verliezend, verspreid staand of tegen overstaand.

Bloemen zijn regelmatig en 1-2slachtig, 4-5tallig, kroonbladeren ontbreken soms, meeldraden 4 tot talrijk, vruchtbladen 4-5 en zelden 1-3 die min of meer vrij groeien, stijlen verschillend.

Dit is een uitgebreide familie van meer dan 100 geslachten en 900 soorten die allen wijd verspreid zijn over de gematigde en warme zone.

Vele mooi bloeiende struiken zijn afkomstig uit Z. Afrika en Australië. In India en tropisch Amerika wordt de familie vertegenwoordigd door bomen en in Europa door het kruidachtige geslacht Fraxinella.

Soorten van Dictamnus, Xanthoxylum en Ptelea zijn als twijfelachtige resten vanuit het Tertiair bekend.

De familie is verwant met Geraniaceae, Simarubaceae, Zygophyllaceae en Meliaceae.

Rutaceae, Aurantiaceae

Deze onderfamilie omvat altijdgroene bomen of struiken, soms klimmend en doornig. Ze bezitten eenvoudige of gevleugelde bladen die gewoonlijk verenigd zijn aan de voetstengel en vol zitten met oliecellen. Ze bevatten allen een vluchtige en aromatische olie.

100 soorten komen voor, de meeste uit India en andere warme streken uit het oosten tot China, een paar in Amerika.

In west Europa zijn ze lang bekend als sierboom, de oranjeboom, vandaar oranjerie, de eerste kas om planten tegen vorst te beschermen.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl