Verbena

Over Verbena

IJzerkruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Verbenaceae, ijzerhard familie. Een geslacht van één- of meerjarige kruiden of halfheesters.

Bladeren tegenoverstaand en zelden in kransen of afwisselend, getand, soms ingesneden of verdeeld.

Bloemen eindstandig en soms in dichte aren, soms verlengd en dun, soms breed en trosvormig, zelden okselstandig.

Bloemen zijn klein of middelmatig, zittend.

Ongeveer 250 soorten komen voor, meestal zijn ze inlands in de tropen en vooral in tropisch Amerika, verder tot Canada.

Verbena officinalis, L. (geneeskrachtig)

Het kruid heeft tegenoverstaande en lancetvormige bladeren waarvan de middelste bladeren het diepst zijn ingesneden. Opmerkelijk is dat de bladeren en zijtakken kruisgewijs tegenover elkaar staan.

De plant heeft naar verhouding veel takken en weinig bladeren en geeft een losse, luchtige maar toch strakke compositie. Een ruig schilders kruid.

Bleke, blauwe bloemen in aren, klein in verhouding tot de plant in juli/augustus.

IJzerhard heeft taaie en wat ruige, vierkante stengels en diepgaande wortels, groeit op zandige plaatsen en zelfs op muren, ook kan het tegen zout. Er wordt van verteld dat het nooit verder wordt gevonden dan een halve kilometer van huis, het vergezelt de mensen.

IJzerhard is een niet zo hoge overblijvende plant van 80-100cm. Komt algemeen voor in Z. Limburg, de rivierengebieden, vooral langs de Maas, de Zuid-Hollandse eilanden, langs wegen en dijken in droge weiden en ruderale plaatsen.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Men noemt ze alle beide in het Nederduits ook wel verbene en in het Latijn Verbenaca omdat men ze in plaats van Verbena, dat is strooikruid, bij de ouders plag te gebruiken om de vloeren van de huizen en kerken daarmee te bestrooien en te versieren en daarom zijn ze van sommige ook Verbenae genoemd geweest. Want de ouders plegen de naam Verbena te geven aan alle kruiden die men van de altaren of heilige en gewijde plaatsen plag te nemen die bij de Romeinen van de consul of enige Praetor van de stad geplukt of afgesneden plegen te worden en werden daarom ook Sagmina genoemd met welke naam ze het gewoon gras ook plegen te noemen wanneer dat omtrent het kasteel van Rome geplukt was als Livius ons leert. Plinius getuigt insgelijks ook in het 2de kapittel van zijn 22ste boek dat Verbenae en Sagmina hetzelfde ding pleeg te betekenen. Van diergelijke kruiden spreekt Terentius ook in Andria en zegt; ‘neemt de Verbenas van het altaar’, met welke woorden Terentius verstaat dat men niet het ijzerkruid of Verbenaca zou nemen, maar enige van die kruiden die van heilig of gewijd land gehaald zijn en op de altaren van de ouders gelegd plegen te worden, want in de komedie van Menander (waaruit Terentius zijn Andria in het Latijn overgezet heeft) stond geschreven in het Grieks het woord Myrsine, zo Donatus zegt, wat geen ijzerkruid betekent, maar de mirt wiens bladeren veel plegen te dienen om de kerken mee te versieren en de altaren mee te bestrooien en daarom mag het woord Verbena voor geen eigen naam gehouden worden’.

Volgens Virgilius komt het woord Verbena van viriditas: groenheid, Keltisch terfaen, Sanskriet vardh: groeien. Of uit herba veneris: Venuskruid, zie onder. Of, en meer waarschijnlijk, is dit woord ontleend aan het Keltisch ferfean of ferfain, een verwijzing naar het wegvoeren van stenen omdat het gebruikt werd als een middel tegen blaasstenen. Dit komen we nog tegen in het Engelse woord voor dit kruid, vervain, Frans herbe a tous maux: kruid tegen alle lijden.

Dodonaeus (b) ‘De eerste soort wordt in het Nederduits ijzerkruid of ijzerhard genoemd, in het Hoogduits Eisenkraut, Eisenhart, Eiserich, in het Spaans verbena, vegebaom, in het Italiaans verminacula, berbena en berbenaca, in het Frans vervaine, in het Engels verveyne en in het Boheems werbena’.

In de historie was dit een beroemde plant. Dit is voor ons zeer eigenaardig als we naar dit droge, takkerige en stijve kruid omzien. Het is mogelijk dat het als een bijzondere plant werd beschouwd vanwege zijn harde stengels en medische eigenschappen. De naam ijzerhard, Duits Eisenhart, Eisenkraut, Eisenbrech, Eisenreich, Eisenhindrik, Eisenblume bij Kilian, Eisenherz, Eisenkraut bij Bock, Eiserich, Isarna, Isenbart, Isena bij Hildegard, Isere, Iserich bij Bock, Isirn, Iserne, Iserhart, zelfs Isiskraut, Isenkraut, (is: hard of taai, takjes zijn taai en moeilijk breekbaar) Stahlkraut, Yserhard, Ysern of Yserhard heeft het gekregen omdat de metaaldraadachtige stengels van deze planten zo hard zijn dat de zeis er stomp van wordt. Een andere mogelijkheid zou zijn omdat het gebruikt werd om er ijzer mee te harden. Het kruid zou wonden, die door ijzeren voorwerpen waren toegebracht, genezen. IJzerkruid stond vroeger bekend als toverkruid waarmee men maliënkolders, schilden en pantsers ondoordringbaar kon maken, vergelijk de volksnamen ridderblad, ridderkruid en ijzerkruid.

Frans verveine officinale, Spaans verbena, Portugees urgebao, Zweeds jernort, Deens fern urt, Boheems werbena, Pools raszyscko, Hongaars galambocz, Russisch scheelsnik.

Dodonaeus © ‘Men noemt het in het Grieks Peristereon en Peristereon orthos, dat is omdat van de ander te onderscheiden. Apuleius noemt het Columbina. Deze kruiden zijn in het Grieks Peristereon genoemd, naar het zeggen van Dioscorides, omdat de duiven daar zeer graag omtrent zijn en daar zeer groot behagen in nemen en om dezelfde oorzaak noemt men ze ook soms in het Latijn Columbina al of men duifkruid zei. En Apuleius schrijft dat de duiven deze kruiden zeer graag plegen te eten’.

De plant wordt ook peristereon genoemd, het kruid lokt de duiven aan, (Griekse peristera is duif) vergelijk Duits Taubenkraut, Italiaans verbena en erba colombina, Engels pigeons grasse of columbine omdat de duiven het graag eten volgens Gerard of er verheerlijkt in zijn zoals Apuleius schrijft: “Verbena... qua columbae unice delectantur. Een herba columbaria” “Dat is duyvencruyt”. Duiven trokken de kar van Venus.

Dodonaeus (d) ‘Rechtop staand ijzerkruid wordt in het Latijn Verbenaca recta en in de apotheken Verbena genoemd. Ze wordt ook genoemd, zo men onder de bastaardnamen vindt, Hiera botane, Herba sacra, Sacra recta, Herba sanguinalis of beter Sagminalis en soms ook Trixago, Feria, Trygonion, Bounion, Philtrodotes en zo men bij Apuleius vindt Crista gallinacea, Ferraria, Exupera, Matricalis en Herculania. Maar met die laatste namen is ze niet zo zeer bekend als met de eerste zodat men die met recht bastaardnamen mag noemen. Dit kruid heeft in het Grieks een zeer heerlijke naam, te weten Hiera, dat is heilig kruid, al of dat een waardig, heilig en zuiver makend kruid is want men gebruikte de verbenen in oude tijden zowel in de ceremoniën van rust en vrede als van twist en oorlog om de altaren daarmee te vegen en te reinigen waarvan dat eerder de naam Verbena gekregen heeft dan van Herbena als Lobel betuigt’.

Plinius heeft deze eerste soort ijzerkruid mannetje of Verbenaca Mas genoemd en de ander soort of het liggende ijzerkruid voor wijfje gehouden en schrijft aldus in het 9de kapittel van zijn 25ste boek; ‘ijzerkruid is tweevormig, want het heeft soms heel veel bladeren en die soort wordt wijfje genoemd en soms met heel weinig bladeren die men mannetje noemt. Want men ziet overal dat het recht opstaande ijzerkruid niet veel bladeren heeft en het ander of het liggende met een grote menigte van bladeren begroeid is.

Dodonaeus (e) ‘De andere soort is van ons in het Latijn Verbenaca supina, (Veronica) dat is liggend ijzerkruid genoemd en voor Verbenaca Femina of ijzerkruid wijfje van Plinius gehouden. Dan Dioscorides heeft het Hiera botane eigenlijk genoemd en van de eerste geheel afgezonderd. Hetzelfde heeft Apuleius ook gedaan en schrijft van die twee op apart op verschillende plaatsen. Maar Plinius verhaalt in het 9de kapittel van zijn 25ste boek dat sommige geen onderscheidt tussen de Verbenaca en Hiera botane maken, maar die twee voor een soort gewas houden omdat ze alle beide dezelfde werking hebben. Van diezelfde mening schijnt Galenus en ook Paulus Egineta te wezen, want Galenus in zijn boeken van de krachten der ongemengelde geneesdingen vermaant van geen ander kruid dan van Peristereon, zonder van de Hiera botane te vermanen en insgelijks ook Paulus in het 7de boek spreekt nergens anders van dan van Peristereon alleen. Maar Scribonius Largus schrijft dat Hiera botane Veronica betekent, dan dat mag door dwaling van de uitschrijvers gekomen zijn die in plaats van Verbena Veronica geschreven hebben. Voorts zo wordt deze tweede soort van ijzerkruid van de Grieken Peristeren hyptios of Verbenaca supina in het Latijn genoemd, dat is liggend ijzerkruid, van sommige Verbenaca altera en van anderen Columbina supina. Bij Apuleius heeft het deze navolgende namen in het Latijn, te weten Licinia, Lustrago, Militaris, Verupedium, Crista gallinacea en Demetria en voorts deze Griekse bastaard toenamen die bij Dioscorides gevonden worden, te weten Chamaelycos, Sideritis, Kouritis, Phersephonion en meer anderen. Het wordt van Lobel klein Spaans ijzerkruid, in het Latijn Sacra Verbenea Hispanica minor en Verbenaca Supina Clusij genoemd’.

Katzenblutkraut, Sagenkraut of Wunschkraut.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309, 310) ‘Tegen tandpijn, losse tanden en zweren van de mond: Spoel of was de mond met het afkooksel van dit kruid dat in water of wijn klaar gemaakt is. Dioscorides. Het hele gewas in wijn gekookt breekt de hardheid of korsten af die aan de amandelen van de keel soms komen en belet het voortgaan van de etende zeren van de mond als men die daarmee gorgelt en spoelt, zo dezelfde Dioscorides betuigt.

Dezelfde bladeren met azijn vermengt en op de vurigheid van de roos, rode hond en alle voort etende of voort kruipende zeren gedaan kunnen die verzoeten of bedwingen. Ze beletten ook de voortgang van de verrottingen die in de oude zeren en zweren plegen te komen. Tegen nierstenen, vallende ziekte, verstopping van de lever en milt en melaatsheid: Geef van het uitgedrukte sap een ons in, of laat van het afkooksel dat met wijn gemaakt is drinken. Aëtius.

Het water van ijzerkruid met doekjes van buiten op het hoofd gelegd kan de smarten en builen die van slaan of enig uiterlijk geweld gekomen zijn verzoeten en die genezen.

Hetzelfde water op de ogen gedaan neemt weg alle duisterheid ervan en versterkt het gezicht. Het is ook zeer goed in de weedom van de maag. Men gebruikt het ook tegen de gebreken die aan de verborgen of schaamdelen van de vrouwen plegen te komen als zijn zwellen, zweren en zeren. Het is ook zeer goed om alle oude wonden en vooral aan de benen te genezen en alle ontstekingen van kwade zweren en zeren al waren die ook kankerachtig als men daar droge rozen bij kookt en wat galnoten.

Voor verse en oude wonden: Neem het gestampte kruid en meng het met boter, leg het pleistergewijs op. Apuleius. Dan zo Dioscorides ons leert, de bladeren van recht opstaand ijzerkruid met olie van rozen en verse varkensmeer op de plaats van de baarmoeder gelegd kunnen de smarten en weedom daarvan verzoeten en die genezen.

Archigines heeft ons geleerd om een krans van ijzerkruid te maken om de pijn en weedom van het hoofd te verdrijven. Tot die smart is dit kruid ook zeer goed met rozenolie en azijn klein gestampt op het hoofd te leggen of ook in olie koken als men het hoofd daarmee stooft en baadt, wel verstaande wanneer die pijn van hitte veroorzaakt is. Dit kruid is niet alleen nuttig om de weedom van het hoofd te verzoeten, maar kan ook het uitvallende haar vast maken en het uitvallen er vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

van verhoeden.

Aëtius schrijft dat dit gewas in wijn gekookt en gedronken de heupjicht en voetjicht, dat is het jicht van de voeten en van de heupen, genezen kan.

Servius schrijft dat de Verbena het gehele ingewand geneest en de zijden, long, lever en borst, maar eigenlijk de long, dat is diegene die blazen of zweren in de longen hebben.

Apuleius zegt dat deze wortel aan de hals gehangen een bijzondere hulp is tegen de klieren en harde zwellen in de hals.

Sommige vrouwen gebruiken het water daar ijzerkruid in gekookt is geweest om de huid glad en fraai te maken door het aanzicht er dikwijls mee te wassen.

IJzerhard geplukt als het Solstitium of zonstand is en tot poeder gestampt is zeer goed ingenomen tegen de pijn van de lever, te weten diegene die sterk is vijf lepels met drie roemertjes zeer goede wijn en de anderen nadat ze sterk zijn veel of weinig.

Om de vallende ziekte met dit kruid te genezen (daar Dodonaeus van vermaant) zal men dat in maart plukken en aan de hals hangen met ettelijke zaden of korrels van pioenen of men zal dat kruid stampen en in de neus steken of te drinken geven.

Meest alle nieuwe kruidbeschrijvers geven het sap of het afkooksel van dit kruid te drinken aan diegene die de pest hebben. Maar die dat geloven zijn zeer bedrogen en niet alleen omdat ze van de vader van de leugens iets waars verwachten, maar ook omdat ze de zieken een kruid ingeven wat tot de gezondmaking gans niets doen kan, want men zegt dat zo’n grote verborgen wetenschap of secreet van de duivel eerst gewezen en zo door de mensen ontdekt is. Daarom is het beter dat we ons met ander middelen in het genezen behelpen dan met diegene die ons van zo’n bedrieglijke meester geleerd worden.

Sommige zeggen, zo Plinius schrijft, dat het water daar ijzerkruid in te weken gestaan heeft langs de zalen en over de eetkamers gesproeid of gesprenkeld wordt de gasten verheugen en vrolijk maken kan, hetzelfde wordt ook van Dioscorides verhaald.

Sommige uitzinnige vrijers en razende toveressen (zo Lobel schrijft) zeggen dat ijzerkruid een bijzondere kracht heeft om iemand tot liefde te verwekken en om te beletten enige gruwelijke dingen en nakende schade. Welke boosheden en goddeloosheden voor ijdel te achten zijn en niet gevolgd of geloofd moeten worden.

Sommige van de oude heidense meesters geloofden dat een takje van ijzerkruid dat drie leden heeft goed is gedronken tegen de derdedaagse malariakoorts en dat vier leden of knoopjes heeft tegen de vierdaagse. Ander noch neuswijzer, zo Plinius zegt, gebruiken de derde knoop van de steel van ijzerkruid en beginnen van de aarde af naar boven te tellen met de bladeren die daaraan groeien tegen de derdedaagse malariakoortsen en de vierde tegen de vierdaagse, de vijfde tegen de vijfdaagse. Het is bespottelijk dat de heidense schrijvers van dit kruid verhalen, te weten; ‘als de dokter het ijzerkruid bij zich draagt en de zieke gaat bezoeken en hem vraagt hoe het met hem gaat en als de zieke antwoord dat het wel goed is of redelijk, dan zal hij van die ziekte opstaan en in dien hij zegt dat het niet zo goed is of dat het beter zou mogen wezen, dan zal hij van die ziekte sterven. Dan ze hebben ons noch veel ander dingen van dit zelfde kruid willen wijs maken die me nodeloos dunken om te verhalen en niet waardig om in dit boek enige plaats te beslaan’.

Het kruid werd als een bijzonder kleinood geschat tegen allerlei wonden. Het werd gebruikt tegen bijten van slangen en kwaadaardige dieren en als een antimiddel tegen vele ziektes. Er is geen kruid wat de ouden zo geroemd hebben als wondkruid, daarom wordt het ook wel Herba Vulneraria genoemd.

As oud artsenijgewas had het grote vermaardheid en hier verwijst ook zijn tweede naam officinalis op.

Culpeper: “het heelt en bevestigt alle wonden van binnen en buiten, stopt het bloeden. De gekneusde bladeren of het sap gemixt met wijn ‘do wonderfully cleanse the skin and taketh away morphews, freckles, fistulas and other. Wonderfully strengthens the optic nerves dropped into the eyes cleanseth them from films, clouds, or mists that darken the sight’”. Wat een gezichtswatertje!

In latere tijden werd van deze plant wel een thee getrokken die bekend stond als Wenchitthee, een verdikt extract hiervan zou de koorts net zo goed verdrijven als dat van de kina of kinine (Cinchona) Het werd ook wel, en soms nu nog, gegeten. De wortels worden met augurken ingelegd waardoor die een goede smaak zouden krijgen. Samen met kaneel, vanille en wat bittere amandelen werd het gebruikt als vervanger voor Chinese thee. Het afkooksel, 3 gram op een kwart liter water, en deels alleen of deels gemengd met gelijke delen pepermuntthee werd tegen hoofdpijn, migraine en algemene zwakte gebruikt. Een vroeger vaak gebruikte familiethee bestond uit 100 gram ijzerkruid, 10 gram pepermunt, 2 gram tijm, 2 gram majoraan, 3 gram kaneel en 1 gram muskaatbloem, macis. Voor 3 kopjes thee is een eetlepel vol van dit mengsel nodig. Kneipp beveelt de thee aan tegen hoesten, nier en leverziektes, water en geelzucht.

A. Magnus; ‘Het dertiende kruid is door de Chaldeeën Olphanas genoemd, door de Grieken Hiliorion, door de Latijnen Verbena en door Engelse mensen vervin. Dit kruid (zoals heksen zeggen) verzameld als de zon in het teken van de ram is en met grenen of korrels van Pioen gedaan heelt het hen die ziek zijn van de vallende ziekte. En als het in vette grond wordt gedaan zullen na acht weken wormen voort komen en als die een man raken dan zal hij aanstonds sterven. En als het voor genoemde ding in een duivenhuis of witte duivenhuis gedaan wordt zullen alle duiven en witte duiven zich daar alle verzamelen. En als het poeder er van in de zon gezet wordt zal het lijken dat de zon blauw is. Als het poeder gedaan wordt in een plaats waar men verblijft of tussen twee gelieven gedaan wordt zal er aanstonds strijd of twist tussen hen zijn.’

Verder; Het zevende is het kruid van de planeet Saturnus en wordt Peristerion en door sommigen Hierobotane genoemd, dat is herba columbaria, Verbena of vervin. De wortel van dit kruid op de nek gedaan heelt de zwijnen pokken, lopende zweren achter de oren en puisten in de nek en zulke die hun water niet op kunnen houden.

Het heelt alzo snijdingen, kwade zwellingen van het fundament die een ontsteking geven die in het fundament groeien en de aambeien.’

Historie.

(411) (349) Bij de Egyptenaren werd het “De tranen van Isis” genoemd, is wel een omvorming van Isern; ijzerhard. De magiërs van de Perzen hielden tijdens hun gebeden aan de zon een twijg ervan in de hand, ook de oude Druïden hielden het kruid omhoog en offerden aan de aarde, voordat ze het aan haar ontnamen. Het werd later Juno’s tranen en in oud Griekenland was het opgedragen aan de godin van het morgenrood, Eos Erigineia.

In de vroege Christelijke mythologie staat dat het vermeld werd om Christus wonden te stelpen toen hij van het Kruis gehaald werd, daarom werd het een heilig kruid, holy herb en in Wales devil’s bane.

De Romeinen gaven de namen van verbena of meer het meervoud verbenae, aan bladen, twijgen of takken van zekere struiken en kruiden die vanwege hun religieuze associaties een heilig karakter hadden gekregen. Opvallend daaronder was de olijf, de laurier en de mirt, maar Plinius omvatte ook dit kruid onder de verbenae. Verbena was een verzameling begrip voor twijgen van verschillende struiken, vergelijk Celsius: “Myrtus, hedera aliaeque similis verbenae”. Het ijzerkruid werd door Plinius XXV.59 en Apuleius “verbenaca” genoemd.

Plinius vertelt dat bij de feesten van Jupiter de tafels geveegd en schoongemaakt werden met het ijzerkruid met grote festiviteit, dat de deuren en huizen werden geveegd om geesten en kwade krachten te verdrijven. Volgens de overlevering gebruikten de Druïden de plant om altaren mee schoon te maken. Altarblume bij Kilian, Opferkraut, Heiligkraut of Opferbraut, Engels holy-herb, Frans herbe sacree, wat soms nog in gebruik is, ook verveine. Daarnaar meent men dat verbena ook van verrere: vegen kan afstammen. Sacra herba omdat ze van het altaar genomen zijn of een andere heilige plaats, zoals de consul ze sneed, ook sagmina genoemd: grasachtige kruiden die gesneden werden voor het capitool.

Bij de Romeinen was geen kruid hun lief­lijker. Als ze een legation of gezantschap met de vijand wilden uitwisselen, vorderden ze dit kruid van het priesterschap en droegen dit bij zich, in de gedachte dat ze zo meer geluk zouden hebben (Plinius XXII, 3). Dit wordt ook door Virgilius bevestigd. Het Segenkraut werd door gezanten gedragen die belangrijke berichten hadden over te brengen en werd zo gebruikt bij oorlogs- en vredesonderhandelingen. Hun duivelskunstenaars vertellen dat het kruid de kracht heeft de boze vijand te dwingen en voor allerlei toverij gebruikt kan worden.

In de annalen van de klassieken en middeleeuwen was het ijzerkruid een plant met verbazende krachten. Een heilig ritueel kruid, een panacee van geneeskracht, een instrument van magie. Zijn prestige gloeide over Europa van oost tot west als de zonsopgang. Feesten, Verbanalia genoemd, werden jaarlijks gehouden ter zijner eren. Het is een St. Janskruid, guirlandes werden op die dag gemaakt die gezuiverd werden in de rook van feux de joie of vreugdevuur . In Italië is het Erba san Giovanni.

Het kruid zou vele krachten bezitten en werd gebruikt als een heil- en geluksplant. Het was het heilige toverkruid van de Grieken, hiera botana.

“Daar is geen kruid waar de dichters vruchtbaarder in geweest zijn in hun versieringen, geen kruid meer aangeprezen tot de offeranden, waarom ze genoemd is Hiero-botanae: geheiligd kruid, geen kruid waarin de oude magische filosofen meer gefabeld hebben, ze zeggen dat indien iemand het plukt met zijn linkerhand, staande in een ronde kring, eer hij de zon of maan gezien heeft, hij dan zal verkrijgen, al wat hij wenst, maar indien hij het plukt met zijn rechterhand, dat hem niet gelukken zal.”

Volgens de ouden moest dit kruid met magische handelingen geplukt worden. Voor een goede werking moet je het kruid verzamelen met het rijzen van de ster Sirius, de grote hondenster, maar zo dat je noch de maan, noch de zon boven de aarde ziet, dus als het goed donker is. Voordat je het kruid plukt moet je eerst de grond met een honig begieten die zo uit de honigraat komt. Dit is een teken van tevredenheid, maar ook maak je het weer goed met de natuur, na de verkeerde en kwade handelingen die je gedaan hebt om haar van zo’n heilig kruid te beroven.

Het kruid haal je nu vervolgens met een gouden of zilveren werktuig uit de aarde, laat het liggen zodat de morgendauw er op valt, al die tijd mag je het niet verlaten. Na al die arbeid in de donkere en duistere nacht heb je dan het Kruid der Kruiden verworven. Vervolgens werp je het in het vuur en spreek de heilige toverformules. Voel je je ongelukkig dan spreek je hierna: “ga heen en verbrand met dit kruid al mijn ongeluk”.

Het is een Dinskraut dat aan Ziu gewijd is en moet op zijn heilige dag, dinsdag, verzameld worden. Tegenwoordig zijn goede dagen om het kruid te verzamelen Maria Hemelvaart en St. Johannesavond. (349)

“Verbeen, Agrimonia, Madelgeer (Gentiana cruciata), Charfreytags graben,

hilft dir sehr, dasz dir die frawen werden hold,

doch brauch kein eisen, grabs mit goldt”

“Verbena, agrimonia en madelgeer op goede vrijdag gegraven

helpt u zeer dat de vrouwen u genegen worden,

Doch gebruik geen ijzer, graaf ‘t op met goud”.

Brunfels; ‘Hoe voor tijden dit kruid gegraven en verzameld werd.

En hebben echter genoemde Romeinse en Griekse magi niet elke Verbena aangenomen, hebben ook niet elke die kracht gehad, maar werd per jaar eenmaal gegraven rond de opgang der huisster met de waarneming dat het in diezelfde staat dat zon noch maan gezien wordt. Men heeft ook tevoren dat aardrijk besprengen moeten met was en honing en bijen opgeofferd. Daarna maakt de tovenaar een cirkel daarom met een zwaard en binnen diezelfde cirkel graaft hij dat kruid met de linkerhand en hief het tevoren. Daarna zo droogde hij het in de schaduw, elk apart, bladeren, stengels en wortels’.

Verbena supina (liggend) is de vrouwelijke en Veronica officinalis (geneeskrachtig) het manlijke ijzerkruid, waarvan Plinius schrijft dat de mensen in Gallië het gebruiken om hen te beschermen, ook voor toekomstige kwalen. Hij vermeldt dat de druïden een belachelijke voorstelling van deze plant geven. Er zijn mensen die er zich mee inwrijven zodat ze zeker zijn dat ze het voorwerp van verering vormen voor hun geliefde.

Venus was met mirt en ijzerkruid bekranst als symbool van overwinning. In Duitsland gaf men nog lang een krans van ijzerkruid aan jonggehuwden.

Verder houdt het koorts weg en bezegelt het vriendschapsbanden. Naar dit voorbeeld was het meer magisch dan medisch.

Het ijzerkruid staat in bijzondere verbinding met de planeet Venus. Genezers, heksen en tovenaars gebruikten het in verschillende recepten en liefdesdranken. Vrijers en tovenaressen vertelden dat het ijzerkruid een zonderlinge kracht had om iemand tot liefde te verwekken. Als iemand zich met ijzerkruid bestrijkt, dan moet iedereen hem/haar liefhebben en die zal ook geen koorts, schaden en ziekte krijgen, daarom werd het gasthuis ermee besprenkeld en zo zullen de gasten er vrolijk van worden. Het was een goed kruid voor de waard en slechte huwelijken. Het geeft grote liefdeskracht en maakt iedereen geliefd.

Symbool voor familie vereniging, eenheid.

Symbool van betovering, toverij.

Rode: Symbool voor ontvankelijkheid.

Witte: Symbool voor zuiver en argeloos.

“Swer die verbenam bi im hat, der gedarf nimmer dehein (kein) Zauber gefurchten”. (artsenijboek uit de 11de eeuw) A. Magnus schreef over het Venuskruid of heilig ijzerkruid. “Van de wonderbare krachten van de Planeetplant geef ik op: zij zet tot liefde aan en in een huis gelegd maakt het welstellend, in een akker of wijngeest gestoken doet hun veel opbrengen, de wortel is goed gebruikt bij het planten van Druivelaars of andere Boomen, kinderen die het over zich dragen, krijgen een goede opvoeding en beminnen de wetenschap, zijn wakker van geest en goed van inborst, zij verjaagt de Boze Geesten en Duivels”.

Pratt vermeldt dat die in zijn tijd, 1890 nog gezien had dat er een stuk wortel om de hals van een kind gedragen werd tegen ziekte en erbij verteld werd dat de plant gehaald werd met een satijnen band om zijn kracht te behouden. Het kruid was zo goed tegen 30 ziektes.

Zo werd het ook gebruikt om de mensen tot gruwelijke dingen of schade te beletten. De namen in Wales getuigen hier nog van, cas gangythraul: duivelshaat en Ilsiau’r hudol: tovenaarskruid.

Zijn kracht tegen de duivel was hoog, de poet van de Stockholm Medical Manuscript scheef omstreeks 1400;

“If it be on hym day and nyth

And he kepe fro dedly synne aryth

The devil of helle schal hawe no myth

To do hym neyther fray ne fryth”.

Engels heeft verder Juno’s tears, simpler’s joy of Mercuries mois bloud.

Plinius verhaalt verder dat de mensen van Gaul verbena gebruikten in vooruitzien of waarzeggen, Engelse enchanter’s plant. Dit verwijst mogelijk naar een van de diepere mysteries van de Druïden omdat in Engeland dezelfde gebruiken, met magische kunsten, werden toegepast door hun opvolgers, de priesters. Barden vlochten er een kroon van. De oude Germanen offerden dit kruid bij het verklaren van oorlog en sluiten van vrede.

Degene die het Dinskruid bij zich droeg verdwaalde nooit en werd behoed tegen ongeluk en toverij. Paarden liepen sneller als het ijzerkruid opgebonden was aan de zweep. Zo zou men ook niet moe worden door het in de schoenen te dragen. Verbena maakt onvermoeibaar. Om gemakkelijk bergen te bestij­gen wordt het in de kouseband gedragen: “les armaillis et surtout les garcons de chalet mettent a leur jarretiere de vervaine qu’ils appellent vervena a corre; Verveine a courir”. Diegenen die ijzerkruid over zich dragen maakt onvermoeibaar. Daarom zegt men dat tovenaars, duivels en heksen, die naar de verre sabbat gaan, kousenbanden van ijzerkruid dragen.

Werd het kruid op akkers gestoken dan droegen die rijkelijk vrucht. Dat betekent dat dit kruid kracht verleent, kracht om te strijden en kracht om in even­wicht te brengen.

Wanneer het men de kinderen in de schoenen legt geeft het kinderen verstand en lust om te leren. Het brengt welvarendheid en verhoogt de rijkdom. Steekt men het bij een zwangere in het bed, dan zal zowel zij als haar kind niets overkomen. Andere legendes vertellen dat het beschermt tegen vampiers door er een kruidenthee van de te maken of een olie ervan in het bad te doen. Bloemen staan ingegraveerd in de cimaruta, Italiaans anti-stregheria betoveringen.

Het is de geboortebloem van 29 juli.

Brunfels; Noch veel wonderbaarlijker is wat Scribovius Largus zegt van het ijzerkruid en spitse klaver, diezelfde kruiden de eerste dag zo ze gevonden worden moet men dat oord aantekenen en met de linker oor een cirkel daarom maken en ettelijke vruchten leggen. De andere dag, voor opgang der zon, met de linker hand uithalen.

Uit www.wildflower.org

Verbena bipinnatifida, Nutt. (tweemaal gedeeld) (=Glandularia bipinnatifida) Het blad is vrij dicht en zacht behaard, dubbel veerdelig.

Dit is een eenjarige ijzerstruik met aparte lavendelblauwe bloemen in dichte hoofdjes. Bloei in juli/september.

Maar 50cm hoog wordt het maar strijkt gemakkelijk.

Stamt uit N. Amerika.

Uit www.biolib.de

Verbena bonariensis, L. (uit Buenos Aires afkomstig, Bonaria)( Verbena patagonica) (Patagonia)

Gehele plant is ruw behaard.

Zittende bladeren met geoorde voet stengelomvattend, langwerpig/lancetvormig en spits, getand/gezaagd en donker groen, de randen meestal omgekruld.

Opstaande stengels zijn kantig en bovenaan vertakt.

Grote, losse schermvormige trossen van opstaande, aarvormige bloemtrosjes, talrijke bloempjes zijn klein en lila, bloemkroon ruim 1.5 maal zo lang als de kelk, lancetvormige schutblaadjes zijn toegespitst en behaard, even lang of langer dan de kelk in juli/oktober.

Deze vorm heeft een harde kleur.

De plant geeft een aparte bekoring door losse groeiwijze en bijzondere kleur.

Zaait zich goed uit, overleeft het de winter?

Uit Z. Amerika steekt met een purperkleurige ijle waas boven een groep eenjarige uit, 1-2m.

Stijf ijzerhard, purpletop vervain, clustertop vervain, tall verbena, South American vervain, pretty verbena.

Uit M. Walcott.

Verbena canadensis, Brit. (Canada) (=Glandularia canadensis) Blijft laag en is soms zelfs wat kruipend, 35cm.

De meer aarvormige bloeiwijze verschijnt in blauwachtig/purper of lila tot roze/purper of wit.

De Canadese is afkomstig uit Columbia, Mexico en verder oostwaarts. De naam canadensis lijkt zo fout. Mogelijk is ze zo genoemd omdat ze goed bestand is tegen slecht weer.

Bloeit vaak zo rijk dat er geen gewas meer te zien is.

Bij de veel gekweekte tuinvormen is alles wat groter met meerdere bloemtinten. De canadensis zou een goed kruisingsproduct met de anderen kunnen zijn.

Het is een meerjarige, maar harige plant.

Kanadische Eisenkraut, mogelijk komt het toch uit warmere gebieden van Amerika, tot Mexico.

Kwam rond 1765 naar Europa. De naam heeft ze gekregen van de N. Amerikaanse botaniste Nathaniel Lord Britton in 1894. In 1808 was het al in de botanische tuin van Berlijn.

Uit the floral world and garden guide en tweede uit L. van Houtte.

Het massa-artikel, dat meestal Verbena x hybrida Groenland & Rumpler (Glandularia x hybrida) genoemd wordt, is ontstaan uit kruisingen tussen Verbena peruvianum, Verbena phlogiflora en Verbena incisa. (uit Peru, vlamachtige bloemen en ingesneden)

Verdeling in groepen.

Het is vrijwel onmogelijk om de hybriden te classificeren. Naar hun normale gebruik onderscheidt men hen naar de kleur van de bloemen.

Zelfstandigen, de eenkleurige variëteiten.

Oculatas of geoogde variëteiten.

Italianen of gestreepte variëteiten.

Naar hun vorm zijn ze te verdelen in

Standaardvorm, die van het gewone losse type met spreidende groei.

Compacte die minder in omvang zijn en steviger vertakt.

Vormen.

De bollen van opvallende en vaak geurige bloemen worden op constante wijze geboren vanaf juli totdat het vriest. Zij variëren van wit door lila en roze tot purper en donkerblauw, met schaduwen van roze en licht geel.

De zogenaamde ‘Sparkle hybriden’ zijn laagblijvend en rijk bloeiend en komen het meeste voor. ‘Sparkle’ is rood met een wit oog. ‘Amethyst’ is blauw en ‘Blaze’ scharlakenrood, ‘Crystal’ kleurt wit en ‘Pink Delight’ roze. Meestal wordt een mengsel van kleuren gekweekt en aangeboden.

Uit www.chipchaseplants.co.uk

Verbena corymbosa, Ruiz. & Pav. (tuil dragend) Kort gesteelde bladeren zijn eivormig en spits, getand, de wigvormige voet vertoont twee kleine lobben of grote tanden.

Opstaande stengels zijn vierkant en bovenaan vertakt en klierachtig behaard.

Zeer grote trossen van korte en dichte, aarvormige bloemtrosjes met purper/rode bloempjes die ruim tweemaal zo lang zijn dan de kelk met lancetvormige schutblaadjes die korter zijn dan de kelk in juli/september.

Uit Chili, wordt 75-100cm hoog.

Uit Addisonia.

=Verbena hastata, L. (spiesvormig) Gesteelde bladeren zijn langwerpig/lancetvormig en toegespitst, ingesneden/gezaagd met versmalde voet, de onderste bladeren soms met spiesvormige of 3lobbige voet.

Opstaande stengels zijn kantig en bovenaan sterk vertakt.

Opstaande, smalle trossen van aarvormige bloemtrosjes met kleine, violet/blauwe bloempjes in juli/september.

Uit N. Amerika, wordt 1-12m hoog en is beschreven in 1810.

Er is een vorm met witte bloemen en een met lila/roze bloempjes.

Blue, swamp vervain of simpler’s joy, wild hyssop.

Uit www.pendernursery.com

Verbena peruviana, Druce. (uit Peru) (Verbena chamaedryfolia, Juss.) (met blad als Veronica chamaedrys)

Eivormige bladeren zijn zeer kort gesteeld met breed wigvormige voet, gekarteld tot ingesneden, gezaagd en behaard.

Liggende stengels zijn behaard met opgerichte top, aan de voet houtachtig.

Eindstandige en lang gesteelde, schermvormige trosjes van scharlaken/rode bloemen in juni/augustus.

Het is een lage groenblijvende plant die afkomstig is uit Buenos Aires, Argentinië, wordt 10-15cm hoog Is in 1827 beschreven.

Var. grandiflora heeft grotere bloemen.

Var. superba verschilt door de donkerder gekleurde bloemen.

Beschutte plaats en in de winter goed bedekken, beter is het om ze vorstvrij te overwinteren. Wordt gekweekt als eenjarige.

Uit R. Sweet.

=Verbena rigida Spreng. (stijf) (Verbena venosa, Gill. & Hook.) (geaderd) Zittende bladeren met half stengelomvattende voet zijn langwerpig/lancetvormig, spits, gezaagd/getand met ruwe bovenkant en aan de achterkant bij de nerven behaard.

Opgerichte stengels zijn zwak vierkant en behaard.

Eindstandige dichte trosjes met violet/blauwe bloempjes, bloemkroon is 3 maal zo lang dan de kelk, priemvormige schutblaadjes zijn langer dan de kelk, schutblaadjes en kelk zijn gekleurd in juni/oktober.

Uit Z. Amerika wordt 25-50cm hoog. Is beschreven in 1830 in Engeland en een paar jaar later was het in Duitsland.

Var. lilacina heeft zacht lila kleurige bloempjes. Gewonnen door E. Benary kweker te Erfurt, Duitsland.

In de winter goed bedekken.

Verbena rigida var. obovata (Hayek) Moldenke (omgekeerd eirond) (Verbena rigida f. obovata Hayek)

Verbena rigida Spreng. var. rigida (Verbena venosa Gillies & Hook., Verbena scaberrima(zeer ruw)

‘Fliederblau’, ‘Polaris’ ®, ‘Santos’, ‘Violet Blue’.

Hardy garden verbena, large veined verbena. Steife Eisenkraut.

Planten.

Planten in goede grond op tamelijk vochtige en zonnige plaatsen, de planten worden meestal niet oud.

Vermeerderen door in het voorjaar te scheuren. Stekken in juli met 0.1% ibz of zaaien in januari/maart bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl