Nuphar
Over Nuphar
Plomp, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Curtis botanical magazine.
Zijn bloemen vloeien niet op water als Nymphaea maar staan erboven. Bloemen blijven ook dag en nacht open, verder verschillen ze van Nymphaea door de 5bladige kelk en vrijstaande meeldraden, bloembladeren met een honinggroefje aan de rugzijde. Ze groeien met dezelfde behandeling als Nymphaea maar kunnen ook op half beschaduwde plaatsen groeien.
De meeste soorten groeien in N. Amerika.
In vergelijking met Nymphaea bezitten de Nuphar soorten weinig sierwaarde.
Bladeren zijn groot en hartvormig/ovaal, sommigen half ondergedoken en anderen drijven op het water.
Bloemen staan meestal boven het water en zijn geel of purperachtig, alleenstaand. Ze sluiten zich 's avonds niet.
1-25 soorten in het Noordelijk Halfrond, sommige beschouwen de ene soort als een variabele soort, meestal worden er 10-15 soorten aangenomen.
Nymphaeaceae, waterleliefamilie.
Sectie Astylus.
=Nuphar advena (Aiton) W. T. Aiton (vreemdeling, net aangekomen) (Nuphar lutea (L) SM. Ssp. Advena (Aiton, Kartesz & Gandhi (Nuphar variegata Durand, (gevarieerd) Nymphaea advena)
Heeft bladeren die rechtop uit het water steken, in diep water meestal drijvend, eivormig en vrij dik, 16-35cm lang en 15-25cm breed, heldergroen met vrij spitse kelkslippen, blad en bloemstelen zijn vrijwel rond.
Bloemen zijn 4-7cm in diameter met 6 kelkbladeren die ongelijk en heldergeel zijn, van binnen aan de voet groen of soms wat rood gekleurd, stempelschijf meestal 16stralig en geel of bleek rood in juni/augustus.
Groene vruchtjes.
Een waterlelie voor 30-60cm diep water.
Komt uit N. Amerika, New York tot Nebraska, Missouri en Carolina zou in 1772 of in 1802 ingevoerd zijn. Hier was enige verwarring over vandaar de toevoeging advena, het Latijns voor ergens vandaan komen. Vele subsecties.
Nuphar advena (Aiton) W. T. Aiton subsp. advena (Nuphar americana Prov. (uit Amerika)
Heeft eivormende, drijvende bladeren van 15-30cm lang en 10-22cm breed met ronde bladslippen, platte bladstelen.
Bloemen zijn ongeveer 4.5cm groot en geel, van binnen aan de voet roodachtig, stempelschijf is 7-25stralig maar meestal 12stralig in juni/augustus.
Meestal rood gekleurde vrucht.
Zeer geschikt voor diep water.
Uit Canada en Brits Columbia tot Montana, Ohio en Pennsylvania.
Naam.
Deze geeft een mooi bladeffect. Het is de Engelse spatter-dock, yellow pind lily, cow-lily, bullhead lily, three coloured of stripe flowered water lily.
Gebruik.
Zijn zaadpeulen waren een belangrijke voedselbron voor de Indianen die ze in grote hoeveelheden verzamelden en in de winter gebruikten.
Nuphar × rubrodisca Morong (met rode schijf of disk) (Nuphar x hybridum Bergmans) = kruising van americana x kalmianum.
Drijvende bladeren zijn eivormig en dun, 8-20cm lang 3n 6-15cm breed.
Bloemen van 3-5cm in doorsnede zijn kanariegeel en soms wat roodachtig gekleurd, 5-6 kelkbladeren, stempelschijf is 9-13stralig en donker karmijn in juni/augustus.
Waterdiepte van 60-150cm.
Sectie Nuphar.
Uit de.wikipedia.org
Nuphar microphylla (Pers.) Fernald (kleine bladeren) (Nuphar kalmiana, Ait. (Kalmia-achtig)
Drijvende bladeren zijn dun en eirond, 4-12cm lang en 3-8cm breed, in ondiep water staan verschillende bladeren recht op boven het water, ze zijn dan rond en zeer dun, bloem en bladstelen zijn rond.
Bloemen zijn 2.5cm groot en donker geel, meestal 5 bloemkelkbladeren, stempelschijf is 7-10stralig en donker karmijn in juni/augustus.
Waterdiepte van 60-150cm.
Uit Canada en New York tot Pennsylvania en Minnesota.
Small American water lily.
Uit O. Thome.
Nuphar lutea, Sm. (geel) de plomp heeft drijvend eirond blad van 10-30cm lang met een hartvormige, ingesneden voet met afgeronde slippen, alle bladeren frisgroen. Het bezit huidmondjes boven op de bladeren, miljoenen per blad, waardoor er lucht wordt vervoerd via de holle stengels naar de wortelstok. Dit is goed te zien door een stengel door te snijden en er rook in te blazen waarna die rook aan de bovenkant van de bladeren eruit komt. Het onderwaterblad kan net zo ademhalen als de vissen en zo zuurstof aan het water onttrekken. Onder water zie je de grote en lichtgroene golvende bladeren.
Bladstelen zijn driekantig.
De gele bloem van 3-5cm groot opent als een vuist alsof die denkt dat goud kostbaarder is dan de zilveren tint van de witte, stempelschijf met 10-20 stralen in juni/augustus. Ze lokken veel insecten aan en bloeit het beste in de volle zon. De bloem is niet zo mooi als de witte Nymphaea, maar meer algemeen, met dikke en kopachtige bloemen en zo succulent dat het niet te gebruiken is voor herbariums. Het heeft een sterke geur, te sterk voor een kamer, maar geurig genoeg als het gedragen wordt op de wind in de velden.
De besvrucht laat bij rijpheid los en blijft zo lang drijven totdat die verrot is. Dat geeft niet, de zaden zijn ingebed in waterdichte schotten en bij rijpheid komen ze omhoog als duikboten.
Waterdiepte van 60-250cm.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘De tweede wordt Nymphaea lutea, dat is gele plompen, genoemd en de bloem er van heet Blephara in het Grieks, als Dioscorides schrijft. De naam plompen, geloven sommige, is gekomen omdat de bloemen in het water plonzen of plompen.’
Plomp, midden-Nederlands aplompe, Fries giele plomp, vergelijk het midden-Noord Duits Plompe, Plompen en Plumpen. Waarschijnlijk zijn de planten zo genoemd naar het dialect plomp: stok, waarmee in het water geslagen werd om de vissen in het net te jagen. In midden-Nederlands aplompe is a: (aa, ee, ei) het woord voor water, zie eiland. Vanuit aplompe is de naam pompebleden in het Fries ontstaan.
Dodonaeus (b) ‘Deze gele soort wordt in de apotheken Nenuphar citrinum genoemd.’
De Sanskriet-Perzische naam niluphar of nilotpala komt van nil: blauw, en utpala: waterlelie, voor de blauwe lotus van India, Nymphae stellata en werd via de Arabische naam nauphar of nyloufar, gegeven aan de roze getinte witte lotus van de Nijl, N. lotus, L. De naam verschijnt bij Dioscorides als nouphar, in middeleeuws Latijn als nenufar en is als nenuphar nog in Griekenland en Engeland in gebruik voor waterlelies.
Uit het Grieks Νυμφαία kwam het Latijnse nubo: huwen. De oorspronkelijke betekenis is bruid of maagd en werd al vroeg gebruikt de betekenis voor de lagere vrouwelijke godheden Νύμφη, nimfen. In vroegere ontlening gaf dit het Latijnse numpa of lumpa en limpa: watergodin. Een latere afleiding gaf Latijns nympha en gaat van hieruit verder. In een Duitse dichting werd het woord nympha door Opis in 1629 ingevoerd.
Ook de naam Nuphar, voor de gele plomp, behoort tot dit rijtje. Dit woord is ook afgeleid van naufar of nauphar, het Arabisch voor waterlelie. Via middeleeuws Latijn nilotpala werd het nuphar, in Frans en Engels nenuphar, Italiaans nenufar of ninfea, Spaans nenufar, escudete, hijo del rio, Portugees golphao. De gele plomp was de gele Nymphaea bij Theophrastus. Deze naam adopteerde Linnaus, hij stelde ook de gele plomp onder Nymphaea, maar de plant verschilt hiervan. Door Sir J. E. Smith werd de naam Nuphar gebruikt voor de gele waterlelie in 1808
Dodonaeus ‘In Frankrijk heet het blanc dեau jaulne of liever jaulnet d’eau of ook lis d’estang.’
Franse lis d’estang, herbe d’onfer: helkruid.
Dodonaeus (d) ‘In Hoogduitsland heet het Harwurtz of Haarwurtz.’
Horstrang en Horwurz bij Bock, Haarstrang, Haarwurz bij Gessner.
Dodonaeus (e) ‘In Engeland heet het yellout water-lilie,
Dodonaeus (f) ‘In Spanje heet het escudetes del rio, en higos del rio, dat is watervijgen, naar de gedaante van de zaadhuisjes die niet kwalijk op groene vijgen lijken, hoewel dat ze beter in Holland water-kruycken of kruycken, naar dezelfde gedaante genoemd worden. Beide hebben naar hun grote bladeren in Itali de naam taiero en taierazzo dաcqua en in Portugal golsana en gelsano.’
Het vruchtbeginsel, wordt ook kruikebladeren of boterkarn genoemd naar de vorm van de vruchtbeginsels, Duitse Gelbe Kannenblume en Groszes Butterfasz-karne, Franse baratte: botervat, Engelse butterchurn of can dock. Naar de half geopende bladeren als een vaasachtige vorm waardoor het de naam van water-can kreeg zoals in de oud Brits/Romaanse potterijen de waterpotten eruit zagen. Ook maken kinderen er wel karntonnetjes van door er een stokje bovenin te steken. Hemsknope.
(g) De bloem bezit een aparte alcoholische geur die gecombineerd, mogelijk met de flesachtige vrucht, het de naam brandy bottle gaf. Het is een bloem met alcoholparfum en werd gebruikt in Turkse koeldranken die door verbastering van het woord nuphar, nu pufer heet. En als de Arabier de pufervaas naar zijn lippen brengt, zeggen zijn metgezellen tegen hem: ‘Het zal je goed gaan,’ terwijl hij antwoordt, ‘Prijs Allah.’ en drinkende: ‘Mag Allah je zegenen.’
(h) Zeeblad, Duitse Seeblatt, -blumen, Seerose, weisse und gele Seekanlin, Seeplumpen, -puppen, -rosen, -blommen, -blume, -puppe, -plumpe, Seyblat, Teichrose, Wasserblumen, -lilien, -man, -mohnblume, -rose, -tulpe, -wurz, Deens soeblomster en aakande.
(i) Verder Bubbelke, Buttbladen, Froscheblumen, Kraftworzel, Lackermogen en Biennenmorder, Pullen, Schwindelwurz, Tolligen, Kollerwurz bij Bock.
9, Maarrose, Mummel, Nixblumen, Gelbe Nixblume, Wassermanchen, Mummel of Wassermuhme. Mummel als koosnaampje voor die mooie planten. Mummel of Mumme is ook een betekenis voor iets duisters, vergelijk vermummt: vermomd, de veelbezongen Mummelsee in het Schwarzwald, zie Nymphae.
Engelse waterblob, bobbins, cambie leaf, clote. Boheems lekuta, Pools gryzybiemiebiak, Russisch kubischka. In Wales Lili melyn y dwr en in Ierland Cohinih Auhun.
Uit Curtis botanical magazine.
Friezen.
De cirkelvormige bladeren bezitten een hartvormige voet. Het zijn zwaanvormige bladeren. Ze staan als versiering afgebeeld op de Friese vlag, de 7 waterleliebladeren. De Friezen namen 7 waterrozenbladeren als zinnebeeld van hun 7 eilanden in hun wapen op. In dit waterrijke gebied konden zij slechts winnen onder dit teken.
Ook in de Gudrun sage lezen we dat de azuren standaard van Koning Herwic versierd was met waterleliebladen.
Het meerblad komt nogal eens voor in familiewapens. Het is het embleem van waarheid en trouw. De familie van der Meer voert drie bladen in haar wapen. Het blad verkondigt in de wapensymboliek, kuisheid, vreugde en scherpzinnigheid. Dat ze trouw vertolken komt doordat de bladeren als het ware beschermend over het water uitgespreid worden, waarmee wordt aangeduid dat ook de wapenvoerder voor de bescherming van het vaderland en voor het hooghouden van de eerbare naam, waarin uiteindelijk de deugd wortelt, zal instaan. Het begrip waarheid ligt ingesloten in de hartvorm van de plant.
Dit is een van onze nimfen.
De Heilige Johannes de Nepomucene wordt met een zeeblad voorgesteld, zinspelend op de wonderbare klaarheid waardoor zijn lichaam in het water van de rivier gevonden werd. Zie Nymphaea, Lotus.
Gebruik.
De plant bezit een kruipende wortelstok die wel wat op een brood lijkt en gebruikt werd als een varkensvoer. Daarmee kan ze ook vermeerderd worden. Een bijzondere toepassingen was om de wortels in teer te leggen en te gebruiken tegen kaalheid. Gemengd met de bast van de Schotse den zou dit in Zweden gebruikt zijn om er cakes van te bakken. Linnaeus vertelt dat de bloemen en de wortels door zwijnen gegeten worden, maar door andere dieren geweigerd.
Ook werd de wortel als looimiddel gebruikt en wordt er een zwarte verfstof uit gewonnen. Deze looirijke wortelstok zou fataal zijn voor kakkerlakken als dit gekookt wordt in melk. Verbrandt in de haard zou de rook de krekels verdrijven. Veel landmensen vinden de krekels kleine geluksbrengers en willen daarom de plomp hiervoor niet gebruiken.
De zaden, die als de papaver smaken, worden door veel mensen gegeten waar ze groeit.
Medisch werkt de plomp net als de Nymphaea negatief op de geslachtsdrift, zie hiervoor Nymphaea.
Uit www.bio.utk.edu
Nuphar polysepala, Engelm. (vele bloembladeren)
De drijvende bladeren zijn eivormig en 20-40cm lang, 15-25cm breed met hartvormige voet en min of meer ronde slippen.
Bloemen van 5.5-7cm groot die van binnen donker geel en van buiten groenachtig zijn met 6-12 kelkbladeren en 14-30stralige stempelschijf in juni/augustus.
Waterdiepte van 100-250cm.
Sterke plant met een zeer dikke wortelstok.
Van Alaska tot Californië, Montana en Colorado.
Uit wisplants.uwsp.edu
Nuphar pumila, DC. (dwergachtig)
Drijvende bladeren zijn eivormig en 4.5-12cm lang, 3.5-10cm breed, diep hartvormig met spitse slippen, de achterkant meestal behaard.
De 2-3cm grote bloemen zijn geel en aan de buitenkant groen, stempelschijf is meestal 10stralig en getand in juni/augustus.
Waterdiepte van 20-60cm.
Uit Scandinavië, Engeland en Siberië.
Naam.
Kleine plomp, least water lily, small yellow water lily, kleine Seerose.
Planten.
Vermeerderen door in het late voorjaar de wortelstok te delen. Zaad 3 weken 22 graden geven, dan 6 weken 0 en zaai onder een laagje water van 1cm bij 10 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl