Nolana
Over Nolana
Zonnedauwtje, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Nolanaceae of Solanaceae. Een familie van kruiden of kleine struiken.
3 geslachten en 50 soorten komen voor aan de westkust van Z. Amerika.
Vele soorten zijn zee planten.
De familie is verwant met de Convolvulacea, ook met de Boraginaceae en Solanaceae.
Een enkele soort van Nolana wordt gekweekt.
Uit botanical register.
Nolana.
Een geslacht van een of meerjarige kruiden met opvallende blauwe bloemen die alleen open gaan in de zonneschijn.
Ze kunnen gebruikt worden om muren of rots plaatsen te bedekken.
De stengel is meestal kantig en vaak gevlekt of kleverig behaard, veel vertakt en het einde van de takken komt omhoog.
Bladeren alleenstaand of in paren en de bovenste kort gesteeld.
De alleenstaande bloemen komen uit de bladoksels en zijn blauw of purper, zelden wit of roze.
Een 20 soorten uit Chili en Peru, meestal planten van de zeekust.
Nolana paradoxa, Lindl. ( vreemd of zeldzaam, tegen de mening in, dus onverwacht, dus botanisch zeldzaam)
De wortelbladen zijn lang gesteeld en ovaal, de stengelbladen zijn zittend en vlezig.
Grote en geplooide blauwe bloemen met witte keel, 5cm doorsnede, nog dieper zie je licht geel, bloei in juli tot september.
Een eenjarige bodembedekker van 20cm hoog.
Naam, etymologie.
Nolana, de naam is afgeleid van nola: een kleine bel, het is een verwijzing naar de bloemvorm. Chilian bell-flower uit Chili is in 1825 beschreven. Blautpfotchen, Glockenwinde, zonnedauwtje.
Planten.
Vermeerderen door zaad.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl