Sanicula

Over Sanicula

Sanikel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Een geslacht van meerjarige en tamelijk glanzende kruiden die soms gebruikt worden als bodembedekker.

Ongeveer 39 soorten komen voor in de gematigde delen van de oude wereld, 22 in Amerika.

Meestal zijn er maar een paar bladeren en die zijn handvormig gelobd of verdeeld en die van de basis lang gesteeld.

Bloemschermen zijn onregelmatig of samengesteld, groenachtig of geelachtig.

Apiaceae, schermbloemenfamilie.

Sanicula europaea, L. (uit Europa) heelkruid, heeft een horizontale wortelstok van waaruit vele uitlopers ontstaan die een rozet van glanzend donkergroene bladeren vormen.

Blad is handlobbig en de lobben zijn drie/vijfmaal gedeeld en gesneden, aan de randen gezaagd.

De gevorkte stengel is een 30 tot 50cm lang, opgaand.

Heelkruid verstopt zich in dichte schaduw van lommerrijke struiken en bomen. Toch is het een opmerkelijke en sierlijke plant met mooie handvormige blaadjes waarboven witte bloemen, met een tikkeltje roze omgeven, als kleine antennes onder beukenbomen uitsteken. Bloemen vormen eerder een tros dan een scherm in mei en juni.

De vrucht heeft zachte en haakvormige stekels.

Meerjarig.

Deze plant komt overdadig voor in bossen van midden en noord Europa op wat vochtige bosgrond vooral in berggebieden.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Sommige houden de sanikel voor een soort van vijfvingerkruid omdat haar bladeren in vijf delen gesneden zijn en vooral de Italianen die het daarom cinque foglia maggiore noemen al of men groot vijfvingerkruid zei’.

Duits Funfwundenblattl.

Dodonaeus (b) ‘Men noemt dit kruid gewoonlijk op het Latijns Sanicula of ook somtijds Diapensia, in het Hoogduits en Nederduits Sanikel of Sanickel, in het Frans senicle, in het Boheems zanyckk. De oorzaak van de naam Sanicula is omdat het zo krachtig gevonden wordt om de wonden te genezen, zo Ruellius zegt. Dan er zijn noch sommige andere kruiden ook Sanicula genoemd als Viola dentaria en Auricula ursi die onder de soorten van Primula veris gerekend wordt. De Hongeren noemen alle soorten van sanikel sanicor, hoewel dat ze niet zeer op elkaar lijken’.

Sanicula is voor het eerst door Brunfels vermeld. Het woord komt van middeleeuws Latijn sanicula, van Latijn sanus: gezond, sanare: helen. Volgens een geheel andere visie is het een open vraag of het woord afgeleid is van het Latijns dan wel Duitse bron. Naar de Duitse bron mag het een verbaste­ring zijn van Saint Nicholas, San Nicole, Sinterklaas, in het Duits Nickel, dit omdat de naam niet in het klassieke Latijn verschijnt.

Sanikel, Duits der Sanikel, Nickel, Sanickle, Saunickel, Sanikel, Sennikel, Scharnikel, (hoewel soms ook onder die namen in Alpengebieden het witte tandkruid Dentaria enneophyllos en de rondbladige Saxifraga rotundifolia begrepen wordt) Schanickel, Scharmigal, of Syneckel, zelfs Zahnigl, Zaunnikel, Zuhnickel of Zaunikl, Engels sanicle, Fran la sanicle. Het is de sanicola van de Italianen.

(c) Het geneest en heelt alle wonden, zowel in- als uitwendig. Heelkruid, breukkruid, Fries hielkrud, Duits Heil-Aller-Welt, Heil Aller Schaden, Heilkraut en Bruchkraut, ook Hoalblattl, Engels self-heal en wood march.

(d) Duits St. Laurenskraut en Franse herbe de Saint-Laurent, de heilige die geroosterd en de dood vond op een braadrooster, daarom was het kruid goed tegen brandwonden.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 311, 309) ‘Voor wonden en zwerende nieren: Neem van het sap een ons en geef het in. Of neem van de gedroogde bladeren een vierendeel lood en laat het met enig nat innemen. Brunfelsus, Matthiolus, C. Durantus.

Tegen bloedspuwen en rode loop: Maak een afkooksel van dit kruid en laat hiervan dikwijls drinken. Dodonaeus.

Tegen zweren van de keel: Neem van het afkooksel van dit kruid zo veel als nodig is, doe er wat honing bij en gorgel daarmee. Matthiolus.

Het sap van sanikel gedronken en van buiten gebruikt heelt en geneest allerhande wonden en kwetsingen, zowel van binnen als van buiten. Hetzelfde water of wijn daar sanikel in gekookt is wordt zeer gebruikt om allerhande kwade en vervuilde zweren te reinigen en uit te spoelen.

Men doet dit kruid veel bij die dranken die men de gekwetste lieden ingeeft en daarom wonddranken noemt.

In Frankrijk, zo Ruellius schrijft, zegt men, dat men geen chirurg nodig heeft als men dit kruid krijgen kan.

Het is zeer krachtig om te helen en het vlees bijeen te halen wat hieruit blijkt dat wanneer men dat met het gekapt vlees te koken stelt die stukken weer aaneen vast zouden worden of ze niet gekapt of gesneden waren wat van de bladeren van weegbree en van de waalwortel en van sommige andere ook geloofd wordt’.

Historie.

(411) Sanikel komt eerst bij H. Hildegard voor. Het klassieke Latijn kent de naam niet. De Gart der Gesundheit in 1485 te Mainz brengt de plant onder de namen diapensia en sanickel. De daarbij behorende houttekening is zeker naar de natuur getekend. Het sap ervan dat in de wond gedruppeld wordt heelt die en het poeder van het gedroogde kruid is goed tegen kwade magen. De wond helende kracht is zo groot dat ze gebroken stukken vlees in een pot aan elkaar heelt. De tekst gaat daarmee op Plinius terug die van een kruid spreekt, alum, bij de Grieken werd het Symphytum petraeum genoemd, zie Symphytum, ‘volneribus sanandis tanta praestantia est, ut carnes quoque, dum cocuntur, conglutinet addita,’voor heling van wonden bezit het een zo’n voortreffelijke kracht dat het zelfs vleesstukken die men bij koken klaar maakt, aan elkaar kleeft. Er wordt in Duitsland na 2000 jaar nog overleveringen van dit verhaal gevonden. Een weduwe bij Leitmeriss die de spreuk bij het helen in een pot wilde proberen. Ze sneed rundvlees en deed er een goede hand vol sanikelbladeren bij. Ze kookte het vlees een uur, maar de beide helften wilden niet tezamen groeien. Ook na langer wachten lukte het niet en gaf zich gewonnen. Ook in andere volksspreuken komt het geloof aan de grote wond helende kracht tot uitdrukking. ‘Non eget chirurgo qui saniculam habet’, ‘wie sanikel heeft, hoeft geen chirurg te gebruiken’, voert de Brandenburger arts Thomas Panckow op, geboren in 1622. Een in 1710 geschreven artsenijboek uit Zollikon noemt de drie beste wondkruiden, als Ajuga reptans, Symphytum officinale en sanikel, ‘Wer Gunsel und Saikel hat, Peit Truss dem Wundartzt mit eim Plat’. In Westfalen werd verhaald dat een arts zich erover beklaagde dat de boeren zelf met kruiden bezig waren, ‘Wegbreit Schannikel un Ahrenpries. Dat makt de Duwel de Buern wies,’ dat wil zeggen dat de duivel het de boeren ingegeven heeft zodat ze geen arts meer nodig hebben. Een Franse volksspreuk zegt ongeveer hetzelfde ‘Qui a du bugle et du senicle. Il fait au medecin la nique’, ‘wie Ajuga en sanikel heeft speelt de arts een poets’.

Sanicle is een helend kruid. In de middeleeuwen was er het gezegde: “Sanicula a sanandis vulneribus”, “de sanikel van helende wonden”. ‘Hij die sanikel eet heeft geen dokter nodig’. Het kruid heeft wond sluitende krachten. Gevreesde roversbendes in Bayern droegen sanikel bij zich om de steekwonden, die ze bij hun rooftochten opliepen, door het bestrijken met deze wortel weer tot elkaar te brengen. Sanikel of heelkruid werd gebruikt bij kneuzingen, verstuikingen en wonden. Een afkooksel van het kruid, 10 gram op een kwart liter water, werd met suiker of honing als huismiddel tegen ziektes van de luchtwegen gebruikt, uiterlijk voor omslagen en wassen bij kwetsingen, wonden en beenbreuken. Kneipp beveelt het aan bij genoemde ziektes.

Het was een van de beroemdste wondkruiden. Een kostbare wonddrank werd ervan gemaakt en dit water heelt ook van binnen uit. Wie een boze maag heeft die neemt sanikelpoeder, meng dit met honig en zoethout en drink dit voor het naar bed gaan. Het water reinigt alle innerlijke vochtigheid en wat zich in de maag bevindt. Deze kostbare wonddrank wordt alzo gemaakt. “Neem vrouwenmantel, sanikel en heidens wondkruid, (Solidago) van elk een goede hand vol en kook het in regenwater. Neem daarna een lange regenworm, vermaal die en druk de vochtigheid door een doek en meng dit met het water”. Deze artsenij gedronken stilt alle inwendige bloedingen en van buiten heelt het de wonden. Tegen verslijming werd de sanikelthee gedronken en bij uitspoelen van de hals gebruikt, vandaar de volksspreuk ‘Sanikel im Topf, Macht Gesundheit in Kropf’.

St. Vitus.

Tegen inwendige kneuzingen en breuken werd het kruid algemeen aangewend, vergelijk de Duitse naam Bruchkraut. Bij longziekten werd Herba sanicula aangewend en met het poeder van deze plant behandelde men lijders aan epilepsie en St. Vitusdans, (danse de Guy) Vroeger, vooral in de middeleeuwen kwam deze ziekte vaak epidemisch voor, vooral in Utrecht.

De St. Veitsdans is die ziekte die zich openbaart in stuipachtige bewegingen, zo dat de lijder doet denken aan een dansende. Vooral tijdens pestepidemieën in de 13 en 14 eeuw dacht men door die danswoede aan te grijpen de ziekte te kunnen weren onder aanroeping van St. Veit. De naam St. Vitusdans ontstond omdat lijders ter bedevaart gingen naar een kapel van de Heilige Veit of Guido, patroon van een klooster bij Rosenstein.

St. Vitus heeft niets met de vitusdans te maken. De naam is ontstaan uit het Slavische woord Swantewit, dat wil zeggen heilig licht, waarmee de zonnegod van de Slaven werd aangeduid. En die vertoont weer overeenkomst met Wodan en Odin, ook hij berijdt een wit paard waarop hij de vijanden van het geloof bestrijdt en ook hij geldt als de god van onweer en beschermer van de oogst aan hem was de haan gewijd. Toen de Deense koning Waldemar I in 1168 het eiland Rugen veroverde werd de Swantewits tempel in een St. Veitskerk herschapen. Zo werd een Slavische god tot een christelijke heilige.

Planten.

Vermeerderen door scheuren in het voorjaar. Bewaar het zaad een 6 weken bij –2 en zaai bij 10 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl