Dodecatheon

Over Dodecatheon

Twaalfgodenkruid, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit commons.wikimedia.org

Dit geslacht bestaat uit kleine kruiden met hangende cyclaamachtige bloemen.

Kleine meerjarige kruiden die glanzend zijn met een bos ovale bladeren uit de basis en een enkele dunne stengel ertussen.

Ze worden gevonden van Maine tot Texas en van de Atlantische tot de Stille Oceaan, van daar langs de kust van laag Californië tot aan de Beringstraat. Door die grote verspreiding zijn hun var. ontelbaar.

Er zijn 14 soorten, verder zijn er vele hybriden.

Bloemen zijn er in elke kleur, van puur wit door lila heen tot roze en purper, ze hebben allen een gele cirkel rond het mondje. De bloemen worden wel vergeleken met kleine cyclamen, zij zijn hangend en lijken vol beweging. De hangende bloemen gaan na het afvallen van de bloembladeren rechtop staan.

Nauw verwant aan Primula, het zou in dit geslacht geplaatst kunnen worden en heet dan Primula subgenus Auriculastrum sectie Dodecatheon (L.) A.R. Mast & Reveal.

Primulaceae, sleutelbloemenfamilie.

=Dodecatheon alpinum, Greene (uit de Alpen) Bladeren zijn breed lancetvormig en spits, 7-15cm lang en 1cm breed, de voet uitlopend in de gevleugelde steel.

Tros met 2-5 diep purper/rode bloemen met geel oogje, helmknoppen en helmbindsel zijn purper, meeldradenbuis is korter dan de bloembuis in mei/juni.

Uit Californië tot Oregon en Utah, wordt 20-30cm hoog.

Uit calphotos.berkeley.edu

Dodecatheon amethystinum Fasset (amethist blauw gekleurd) (Dodecatheon radicatum, Greene.) (beworteld) Donkergroene, langwerpig/spatelvormige bladeren die bijna gaafrandig zijn.

Tros met 3-5 roze/rode bloemen met gele meeldradenbuis die langer is dan de bloembuis en purper/rode helmknopjes in mei/juni.

Uit Nieuw Mexico en Colorado wordt 25-35cm hoog.

Var. sinuatum (bochtig) heeft bochtig gelobde bladeren.

Jeweled shooting star.

Uit www.smmtc.org

Dodecatheon clevelandii, Greene. (Amerikaanse botanist Daniel Cleveland, 1838-1929) Dikke en licht groene bladeren die omgekeerd eivormig tot spatelvormig zijn en 3-6cm lang, ca. 1cm breed, de randen wat gekarteld.

Tros met 2-10 purper/roze bloemen met geel oogje, helmknopjes zijn purper/rood en geel helmbindsel, purperen meeldradenbuis is langer dan de bloembuis, kelk is klierachtig in mei/juni.

Uit N. Amerika, Californië, wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1890.

Uit jrbp.stanford.edu

Dodecatheon hendersonii, Gray. (Louis Fourniquet Henderson, Amerikaanse botanicus) Dikke en donkergroene bladeren zijn langwerpig/eivormig, stomp, 4-6cm lang en 1-1.5cm breed, de randen wat gekarteld.

Helder violet/rode bloemen met purperen meeldradenbuis die langer is dan de bloembuis, helmknopjes zijn meestal geel gerand, purper helmbindsel in mei/juni. Lijkt op D. clevelandii, maar heeft groene stengels.

Uit Californië tot Washington wordt 20-30cm hoog. Beschreven in 1898.

Dodecatheon integrifolium, Michx. (gave bladen) Dikke en donkergroene bladeren zijn omgekeerd eivormig tot spatelvormig, gaafrandig en 10-20cm lang, 2.5cm breed.

Tros met 3-10 bloemen met kleine lila/roze schutblaadjes die ei/lancetvormig zijn en spits met de meeldradenbuis korter dan de bloembuis, purperen helmknoppen en helmbindsel in mei/juni.

Uit Brits Columbia tot Oregon, wordt 30-40cm hoog.

Entire leaved American cowslip.

Uit www.plantsystamatics.org

Dodecatheon jeffreyi, van Houtte. (is genoemd naar de hortulanus van de botanische tuin te Edinburgh, John Jeffrey, die veel planten verzamelde in de eerste helft van de 19de eeuw)

Opstaande en breed lancetvormige bladeren zijn spits en gaafrandig en 15-30cm lang.

Vele purper/rode bloemen staan in een tros met klierachtig behaarde bloemsteeltjes en kelk, meeldradenbuis is korter dan de bloembuis, helmknopjes en helmbindsel zijn purper in mei/juni.

Uit de vochtige velden van Alaska tot Californië, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1865.

Var. redolens verschilt door de geurende bloemen en lancetvormige, 25-40cm lange bladeren.

Giant American cowslip.

Uit www.srgc.net

Dodecatheon x lemoinei Lem. (V. Lemoine, kweker uit Nancy) =kruising tussen meadia x integrifolium.

Staat in groei en bloeiwijze tussen beide ouderplanten in.

Donker karmijn/rode bloemen in mei/juni.

Wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1889.

Lemoine won ook ‘La Grandessa,’ met grote sneeuwwitte bloemen en ‘Queen Victoria’ met grote violet/roze bloemen met wit en bruin/purperen hartje.

‘Violet Queen,’ heeft zeer grote donker lila bloemen met wit en donker/rood hartje en is gewonnen door G.C van Meeuwen & Zn. uit Heemstede.

Uit D. Ehret.

Dodecatheon meadia, L. (Richard Mead, lijfarts van de koning van Engeland, 1673-1754) is een schitterend fijn en elegant sierplantje uit de Primulafamilie.

Langwerpig/eironde bladeren die stomp en gekartelde/getand zijn tot bijna gaafrandig, 10-15cm lang en 3-5cm breed, de voet langzaam in de gevleugelde steel uitlopend.

Bloemstengels zijn purper gevlekt met een tros van 10-20 cyclaamachtige bloemen.

Schutblaadjes zijn dun en eivormig, purper/roze met witte voet, helmknopjes geelachtig/bruin en purper helmbindsel, meeldradenbuis korter dan de bloembuis in mei/juni.

Groeit van Pennsylvania tot Missouri en Carolina en wordt 25-50cm hoog. Is beschreven in 1744.

Hiertoe behoren de vormen elegans met zwaardere trossen van donkerder gekleurder bloemen, giganteum groeit hoger en forser met grotere, meer Fuchsia-achtige bloemen met geelachtig/wit oogje in mei, liefst op een wat beschaduwde en beschutte plaats. Na de bloei sterven de bladeren spoedig af.

Var. albiflorum is de helder witte vorm.

Dodecatheon meadia var. latilobum, Elmer. (brede lobben) Dunne elliptische tot langwerpige bladeren zijn stomp en gekarteld/getand, 10-25cm lang en 2-4.5cm breed, en duidelijk gesteeld.

Tros van 2-4 bloemen met korte, lancetvormige schutblaadjes, geelachtig/witte bloemen waarvan de meeldradenbuis korter is dan de bloembuis, helmknoppen en helmbindsel zijn purper/rood in mei/juni.

Uit Washington en Oregon wordt 20-40cm hoog. 'Goliath' is in alles groter.

Naam, etymologie.

In de Griekse mythologie betekent dodeca: twaalf, en theos: god, samengevoegd wordt dit Dodecatheon, wat de bloem van 12 goden betekent.

In de oudheid was de twaalfgodenplant een beroemde plant waarbij uit een gele wortelstok zeven op sla gelijkende bladeren zouden groeien, wie deze bladeren at zou van alle kwalen genezen. Zo werd de plant het zinnebeeld van de 12 voornaamste goden en godinnen.

Linnaeus heeft het kruid de naam twaalfgodenkruid gegeven omdat deze plant op elke steel minstens 12 bloemen heeft die neerhangend een vergadering van de goden zouden voorstellen. Symbool voor ‘Je bent mijn afgod.’

Duitse Zwolfgotterblume of Gottergabe, in Frans douze dieux en gyroselle.

Vallende ster of shooting star wordt het in de volksmond genoemd omdat de bloemen vol beweging lijken, net als de meeldraden die in 1 punt samenkomen waarbij het lijkt of ze zo weggeschoten kunnen worden, de bloembladen vallen erachter, als de staart van een komeet. Amerikaanse primula.

Amerikaanse primula, Engelse common American cowslip of shooting star of twaalfgodenkruid.

Uit dias-com-arvense.blogspot.com

Dodecatheon pauciflorum, Greene. (weinig bloemen) Min of meer opstaande lancet/spatelvormige bladeren die heldergroen zijn en stomp, meestal gaafrandig en 4-6cm lang, 1cm breed en duidelijk gesteeld.

Groene stengels.

Tros met 1-8 bloemen in helder lila/paars met geel oogje, gele meeldradenbuis die langer is dan de bloembuis, helmknopjes zijn geel gerand in mei/juni.

Uit Brits Columbia tot Colorado en Californie, wordt 20-30cm hoog. Saline shooting star.

Var. salinum heeft violet getinte stengels en blauwachtig/groene bladeren.

Saline shooting star.

Uit www.mijntuin.org

Dodecatheon pulchellum, Merr. (fraai of mooi) Is een meerjarig kruid met enkele, bladloze bloemstengels die van een korte opgaande wortelstok komen zonder bijbollen, 5-40cm.

Grondstandige bladeren van 2-15cm lang, ovaal/lancetvormig, meestal gaafrandig en soms wat getand.

Elke plant heeft tussen 1-15 bloemen aan de top van de stengel, kelk is purper gevlekt, 5 lobben purperlavendel die naar achteren draaien, zelden wit, de buis geelkleurig met purperen lijnen, april-augustus.

Is medische gebruikt door de Okanagan- Colville en Blackfoot Indianen voor zere ogen.

Pretty shooting star, few-flowered shooting star, dark throat shooting star en prairie shooting star.

Planten.

Elke liefhebber zal zo’n twaalfgodenplant in de tuin willen hebben. Toch is het niet gemakkelijk om ze meerdere jaren achtereen in de tuin te houden. Bij het planten, in voor- of najaar moeten de fijne haarwortels vooral goed horizontaal uitgespreid worden, de top van de plant wordt met 3cm aarde bedekt, de planten 20cm uit elkaar.

Ze groeien het liefst op een wat beschaduwde en vochtige plaats in losse, met oude bladaarde gemengde grond. Vooral het eerste jaar is winterbedekking nodig, hiervoor moet de plaats waar ze staan gemarkeerd worden, want de bladeren zijn in de zomer weg. Als dit goed gaat wordt de bloei met de jaren beter, met levendiger kleuren, vooral als ze in de zomer, ondanks dat er niets staat, begoten wordt.

De planten zijn te vermeerderen door scheuren. Gewoonlijk en het gemakkelijkste is via wortelstek. In februari rooi je wat wortels op. De stevigere wortels verdeel je in stukken van een 10cm en leg je ze rechtop in stekgrond. Afdekken met een 2cm stekgrond en bevochtigen. Bij warmte zullen de knoppen direct beginnen te groeien, beter is ze wat koeler weg te zetten, na het uitlopen verspenen en half weg mei in buiten te planten.

Ook wortelstek en zaaien is mogelijk.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl