Chlorophytum
Over Chlorophytum
Graslelie, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit Redoute.
Wortelstok vormende, kruidachtige planten.
Ze lijken zeer veel op Anthericum maar verschillen in de verdikte stuifmeeldraden.
Bloemen staan vaak in dichtere bosjes en de bladen zijn breder.
Een 200 of meer soorten komen voor in de warme gedeelten van Azië, Afrika.
Ze worden 10-60 cm groot en hebben een bladrozet van slappe 15 tot 75 lange en 0,5 tot 2 cm brede bladeren en vormen dikke, vlezige wortelstokken.
De kleine, meestal witte bloemen vormen een tot 120 cm lange, al of niet vertakte pluim. Bij sommige soorten zitten er aan de pluim ook kleine planten (valse viviparie), die zodra ze de grond raken wortels vormen.
Liliaceae, Asphodel klasse Agavoideae.
=Chlorophytum capense, (L.) Voss. (uit de Kaap de Goede Hoop) (Phalangium capense)
Verschilt van de volgende door de langere en veel bredere, licht groene en vlakke bladeren zonder tekening en vormt geen afleggers. De bloemstengels geven maar weinig of geen jonge plantjes.
‘Variegatum’, heeft geelachtig/witte randen.
Chlorophytum comosum, Jacq. (met een knotje, gepluimd) (Phalangium comosum) grasachtige planten die worteluitlopers vormen aan lange hangende stengels.
Lange en rechte bladeren zijn lijnvormig en diep groen, buigend en 50cm lang, 2.5cm breed.
Uit hun midden komt komen de 1 meter lange, dunne bloemstengels. Die dragen onaanzienlijke witte 6tallige bloempjes maar na de bloei ook jonge plantjes, dan gaat de stengel ook meer hangen die de aarde kunnen bereiken en weer wortelen. Ze buigen zich als draden omlaag, als spinnenpoten. Daarmee is ze te vermeerderen. De vuilwitte bloempjes zijn gesteeld en vormen samen een lange en enkelvoudige tros, dus zonder zijtakken zoals de Duitse naam Aslose Graslilie aanduidt.
Komt uit centraal Afrika en Z. Afrika, Natal, Lake Albert en is beschreven in 1910.
‘Mandaianum,’ met donkergroene bladeren met geelachtige band over het middengedeelte, blad van 15cm lang.
‘Pictutarum’, heeft groene bladeren met gele middenstreep, 30cm lang.
‘Variegatum’. heeft helder groene bladeren met wit/gele randen, 40cm lang.
‘Vittatum’. heeft groene bladeren met een zeer brede witte middenstreep, 25cm lang.
Een gemakkelijke kamerplant die je vrijwel overal tegenkomt.
Naam, etymologie.
Chlorophytum; Grieks χλωρός, chlōrs; helder groen, fris, φυτόν, phyton; plant, graslelie, Duits Graslilie
Graslelie of vliegende Hollander, Engels spider plant, Duitse Grnlilien, Brautschleppe (vanwege de naar onder hangende afleggers), fliegender Hollander, Gruner Heinrich of Graslilie. Vroeger werd het in het Duits ook spottend Beamtengras of Sekretrinnenblume genoemd omdat ze vaak in kantoorruimtes te vinden is. Ook Sachsengras en Sachsenkraut omdat het groen-witte wapen van Saksen dezelfde kleur heeft.
(Dodonaeus) (a) ‘Dit gewas heet in het Grieks Phalangion, in het Latijn Phalangium en sommige noemen het Phalangites omdat het de beten van de Phalangien geneest, het heeft ook een oneigen naam, te weten Leucacantha wat zoveel te zeggen is als witte distel, dan het mag geenszins voor een soort van distel gehouden worden want het heeft daar geen gelijkenis mee, de Italianen noemen het palangio.
Phalangium komt van Grieks phalaggion of phalanx: een naam voor een vergiftigde spin. Er werd een plant mee bedoeld die als geneesmiddel tegen de beet diende. Letterlijk betekent het woord, de spin werd zo genoemd omdat haar poten uit lange leden bestaan. Vandaar de Engelse naam, spiderplant, Duitse Spinnekraut, Franse herbe a lաraignee: spin.
(b) (Dodonaeus) ‘Dioscorides zegt dat de bladeren, het zaad en de bloem met wijn gedronken de beten van de schorpioenen en steken van de Phalangien of spinnen genezen en de pijn in de buik verzoeten en alle rommelingen der darmen en diergelijke gebreken op laten houden.’
Planten.
Deze planten kunnen in zon en schaduw.
Deze potplant heeft van buiten groene bladen en van binnen is het blad wit lintvormig. Dat is wel op een lichte plaats, in het donker verdwijnt het witte lint, dat is ook zoals ze te hard groeit, met te veel mest en water. Doordat ze knollen vormt in de aarde kan ze overleven. Zo zal bij droogte en verwaarlozing de plant kapotgaan, maar bij water geven zich weer herstellen. Gewoon water geven en wat licht is voldoende. In de winter wat kouder zetten en droger zetten. Mest doet haar goed.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl