Cananga

Over Cananga

Ylang-ylang, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit Flora de Filipinas.

Een geslacht van parfum bevattende en tropische bomen. Zie Artobotrys.

Cananga odorata Hook. (welriekend) Een ongedoornde, altijdgroene, snel klimmende heester waarvan de hoofdstam een kinderarm dik is, de lange, stijve zijtakken zijn pikzwart. De primaire takken zijn ordeloos om de stam geplaatst en zijn dikwijls dun, horizontaal of hangend. De kroon is onregelmatig ijl en hoog aangezet. Het is geen laanboom. Het worden bomen die 12-25m hoogte kunnen komen, houdt van zijn regenwoud omgeving.

Dunne en kort gesteelde en ovale bladeren zijn aan beide zijden glad.

Draagt een overvloed van groen/gele of roze zeer geurende gedraaide bloemen met lange smalle bloembladen waarvan de ilang-ilang wordt gemaakt.

De gele bessen zijn pruimachtig en geuren als ze rijp zijn.

Wordt gevonden op Z. India, Java, Filippijnen, Maleise archipel en vele eilanden. Is beschreven in 1804.

Annonaceae, custardfamilie, flessenbomen.

Naam, etymologie.

Cananga, de naam is in Makassar kananga, in het Maleis kenanga dat 'bloem van bloemen 'betekent, een verwijzing naar zijn geurende bloemen. (Cananga) Climbing ylang-ylang, alang-ilang, ilang-ilang, songsong en Franse alang ilang de China. Ylang-ylang komt van Tagalog, of van het woord ilang dat wildernis betekent, naar zijn groeiplaats, of van ilang-ilan, wat zeldzaam betekent naar zijn zeldzame geur. Ylang-Ylang is de naam voor de boom en ook voor de bloemen als parfum.

De vereerde ylang-ylang boom heet ook wel ilang-ilang, alangilang, moso'i of moto-oi. In het Tagalog, de nationale taal van de Filippijnen, heet de boom en het parfum alang-ilang. In India en Sri-Lanka heet het karumugai.

Gebruik.

Zijn zaden worden wijd verspreid door fruit etende duiven en andere vogels. De in het wild bloeiende bomen hebben nauwelijks geur. Pas als ze door mensen verzorgd worden begint de bloem te geuren en om de paar maanden moet de boom gesnoeid worden. De olie is voor dure parfums, zepen en aromatherapie, werkt antiseptisch, verlaagt de bloeddruk, ontkrampt erotiserend en antidepressief, liefde opwekkend en wordt gespoten over net getrouwde stellen. Hout voor kleine boten, trommels, huishoudelijke gereedschappen en kisten en als snijwerk.

In de Samoa-eilanden is de boom zeer geliefd bij de inlanders die er de guirlandes van moso-oi van maken waarmee ze zichzelf bedekken. Ze vereren de geur in hun liederen. De bloemen worden in kokosnootolie gedaan en na korte tijd weer vervangen door verse bloemen, er wordt geloofd dat die olie ze beschermt tegen duivelse geesten. Ze leveren zo een geurende vluchtige olie die in de handel bekend is als olie van ilangilang. De inlanders zalven er hun lichamen en hoofden mee. De bloemen worden in het donker verzameld of met de dauw om hun vluchtige geur te behouden die snel vergaat met de opkomst van de zon. Als werking van de olie wordt geschreven; bloeddrukverlagend, ontkrampt, erotiserend en anti depressief. Te veel is echter niet goed.

Het hout is zeer bros, laat er geen jeugd in klimmen. Het hout is zacht en van weinig waarde, wel gebruiken de Maleiers het voor hun tong-tongs ‘s omdat die sterk weergalmend heten te zijn.

Sage.

De ylang-ylang wordt geprezen door allen behalve door de Tulisanes. Een waarom niet door hen? Wel, om te beginnen hadden ze het ongenoegen opgewekt van Naga, de grootste van de vele goden die verafgood werden in Panay en wiens afbeeldingen in de tempels van een bijzonder soort hout waren, een heilig hout, een zeldzaam hout, hard en duurzaam. Elk dorp of nederzetting had zijn beeld van Naga en hij werd elke dag vereerd. Naga was geen knappe god, hij had verschillende monden, de een boven de ander, een misfiguur. Wat het was het dat de woede van Naga opwekte tegen de Tulisanes is vergeten in de duisternis van de historie. Maar Naga besloot hen te vernietigen daarom vernielde hij hun oogst zodat ze zouden sterven van honger en gaf hen onderwijl ook nog de pest. Ze konden dit niet lang weerstaan en kwamen van af de bergen en namen vreselijk wraak op Naga door al zijn beelden te verbranden gelijk met de bomen waarvan ze gemaakt waren. De andere stammen raakten zo slaags met hen en dreven de Tulisanes terug het woud in. Maar het gruwelijke probleem om nieuwe beelden voor de god te maken bedreigde de overwinnaars. Alleen als zulke beelden opgericht werden in hun steden zouden ze met rust gelaten worden, of in ieder geval niet gestraft. Er werd besloten een gevangen vogel los te laten en het hout als beeld te gebruiken waarop die ging zitten. De vogel kwam op een ylang-ylang. Dan, kijk, een mirakel: de boom die nog nooit gebloeid of vruchten had gegeven barstte in bloei en elke kleine vogelachtige bloem vulde de lucht met een geur zoals ze nog nooit ingeademd hadden. Naga had de boom gezegend en van die tijd af aan werden al zijn afbeeldingen van dat hout gemaakt. Is het een wonder dat de Tulisanes deze verering van hun vijand met onvrede bekijken?

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl