Paullinia

Over Paullinia

Guarana, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit www.nhm.ac.uk

Naam, etymologie.

Paullinia, is genoemd naar de Duitse medische botanist Christian Franz Paullini die het geslacht ontdekte in de 18de eeuw of Simon Paullii, een Deens botanist, 1608-1680.

Een geslacht van altijdgroene en witbloeiende struiken of klimmers. Ongeveer 140 soorten komen voor in Tropisch Amerika, zelden in tropisch Afrika.

Bladeren staan afwisselend en zijn samengesteld, de steel is vaak gevleugeld. Deelblaadjes zijn vaak getand.

Bloemen staan in okselstandige trossen, meestal met 2 tendrils, klein en witachtig.

Sapindaceae, zeepkruidenfamilie.

=Paullinia pinnata, L. (geveerd) het sap, curur, werd gebruikt in de savannes van Guyana om pijlen te vergiftigen. Vooral het sap van P. cururu L. werd hiervoor gebruikt.

Uit M. Vogtherr.

Paullinia cupana Kunt var. sorbilis, (Mart.)Ducke. (kleine sorbus) is een klimmende plant die in de Amazones groeit, Brazilië, 6m..

Geeft grote bladeren en trossen bloemen is het toch het meest bekend door zijn vruchten die de grootte van een koffieboon hebben. Elke vrucht bevat 1 zaad die 3 maal meer cafene bevat dan koffiebonen.

Guarana of guaranabrood, van Portugees guaran en dat van een Sater-Maw taal waar het warana heet. Komt uit Venezuela en is in 1818 beschreven. Oranjerode vruchten zijn gedeeltelijk omhuld door een wit vlezig omhulsel, die kleur contrasteert als de vrucht opensplijt waardoor die op oogappels lijkt, de basis van een mythe. Het speelt een belangrijke rol in de Tupi en Guaran Braziliaanse cultuur. Volgens de mythe die teruggaat naar de Sater-Mau stam kwam de cultivatie van de guarana ‘s door een godheid die geliefd dorpskind doodde. Om de dorpelingen te troosten plukte een goede god het linkeroog van het kind en plantte die in het bos waardoor de wilde vorm ontstond. De god plukte vervolgens het rechteroog en plantte die in het dorp wat de gecultiveerde vorm werd. De Guarans wassen de zaden en malen die tot fijn poeder, dat wordt gekneed en cilindervormig gemaakt. Dat product is bekend als guarana bread of Brazilian cocoa dat gemengd wordt met heet water en suiker. De plant kwam in de westerse wereld in de 17de eeuw door zijn ontdekker father Felip Betendorf.

Een soort chocolade wordt door de inlanders van Bolivia, de Mata Grossa, Goyaz, Para en andere. districten van Brazilië gewonnen van deze vruchten. Men legt de zaden in water waardoor de vruchtenschaal eraf geweekt wordt, roostert ze en wrijft ze fijn en kneedt ze vervolgens met een weinig water tot een plastische vorm waarna men ze de vorm van broden geeft en droogt.

De massa is donkerbruin, ruikt zurig en smaakt chocoladeachtige, zwak tezamen trekkend met een bittere nasmaak. Dit is over een groot deel van Z. Amerika een volksdrank. Het vervangt daar de koffie en geld als een sterk verfrissend en dorstlessend middel. Is voedend en bij grote dosis opwekkend, zelfs narcotisch.

De pasta guarana wordt door de indianen uit de Amazonestroom verzameld. De Indianen gebruiken het als afrodisiaca, tegen koorts, spijsverteringskwalen en dysenterie. Het vermindert de hartslag en werkt zweetdrijvend.

In Frankrijk en Duitsland werd het als een middel tegen migraine gebruikt.

De guarana bevat cafeïne, onder de plantaardige stoffen de meeste cafeïne nl. 5%. Verder een vette gele olie, hars en kleurstof, looizuur, een eiwitachtige substantie, zetmeel, suiker en dextrin.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl