Liliaceae

Dit zijn planten die zeer variëren in vorm, soms zijn het vaste planten of bollen, zelden knollen, sommigen hebben zelfs struik- of boomachtige stammen die voor een deel, een uitzondering bij de monocotylen ook in de dikte groeien als Yucca en Dracaena. De kruidachtige hebben vaak een enkelvoudige stengel met grondstandige bladeren, bij struik- en boomachtige zijn ze meer vertakt en aan het bovenste einde bebladerd. De grondbladeren zijn altijd ongedeeld en meestal lijnvormig, meestal zijn ze glad en gras-, zwaardachtig of elliptisch gevormd. De meestal grote en gewoonlijk mooi gekleurde bloemen staan alleen op de top van de stengel of geven een eindstandige tros.

Deze, door hun bloei uitspringende familie, is met uitzondering van de koudste klimaten over de gehele aarde verspreid, de meesten groeien echter in de gematigde en subtropische zones.

De Liliaceae telt ongeveer 220 geslachten, waarvan zo’n 3500 soorten over de gehele wereld voorkomen.

Zes meeldraden en een stijl met drie stempels. Vruchtbeginsel bovenstandig en geeft een drie hokkige doos- of besvrucht.

In Europa wordt de familie vertegenwoordigd door Allium en Ornithogalum, in Amerika en Japan door lelies, in Mexico door Yuccaճ’s in Afrika door Aloë’ s Dracaena’ s en vele bollen, in Australië met Xanthorrhoea.

Ze zijn van behoorlijk economisch belang, bevatten veel slijm en velen bevatten een harsachtige, bittere substantie (Alo) of een scherpe stof (Scilla) voor medisch gebruik, voor voedsel en huishoudelijk gebruik, sommigen zijn giftig. Amianthium muscaetoxicum van N. Amerika wordt gebruikt als een narcotica en als vliegendoder. De geurende wortel van Dianella nemerosa werd gebruikt als een wierook.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl