Morinda
Over Morinda
Indische moerbei, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Houtige planten, struiken, bomen en klimmers in Tropisch Azië, Australië en de Zuidzee-eilanden, sommigen in Tropisch Amerika.
Een 80 soorten zijn beschreven.
Bladeren tegenoverstaand, zelden met zijn drieën bij elkaar.
Bloemen zijn wit of rood en staan in oksel- of eindstandige trossen.
Cinchonaceae, Rubiaceae, Gardenia klasse.
Uit Flora de Filipinas.
=Morinda citrifolia, L. (met blad als de Citrus) Vrij grote, donkergroene, elliptische bladeren die kruisgewijze staan.
De twijgen zijn zwak vierkant en gegroefd.
De bloeiwijze is een bolvormig hoofdje dat na de bloei opzwelt tot een geelachtige samengestelde vrucht, bijna zo groot als een ei.
Een kleine, kromme boom die op een druif lijkt met gladde schors.
Komt van voor Indi en Sri Lanka tot de Zuidzee-eilanden overal wild en aangeplant voor, zowel in het laagland als in het gebergte. Is beschreven in 1793
Naam, etymologie.
Morinda, Latijn morus: de moerbei, en indica: Indisch.
Indische moerbei naar de vrucht, Indische meekrapboom, levert een fraaie rode kleurstof, lijkt op die van meekrap, noni, Duits Noni Baum, Indischer Maulbeerstrauch, Engelse Indian mulberry, morinda bark tree, awl tree, painkiller, Tahition noni, mengkoedoe, (Maleis) negngkoedoe (gewoon Maleis) tjangkoedoe (Soedanees) koedoe (Soendanees, Javaans) ach in Hindoe.
Gebruik.
De vrucht heeft een scherpe geur bij het rijpen en is bekend als cheese fruit en zelfs als vomit fruit. Is ovaal en bereikt 4-7cm. eerst groen en later geel en bevat vele zaden, soms starvation fruit genoemd. Ondanks zijn sterke geur en bitters smaak wordt het veel gegeten en zelfs in sommige Pacific eilanden als hoofdvoedsel, rauw of gekookt.
De boom komt in de krijgszangen veel voor als een symbool van de schuilplaats der lafhartige:
‘Zult gij gaan schuilen onder de Ampoeladjangboom, om te eten en te drinken?
En dat, terwijl gij ‘s vorsten gunst op het midden van het slagveld wilt erlangen.’
Houwt af de takken van de Ampoeloedjangbomen, opdat de lafaards daar niet aanleggen om onder te schuilen tegen de hitte der zon.’
Uit www.rprcbbsr.com
Morinda tinctoria, Roxb. (verf leverend) is een altijdgroene struik of kleine boom van 5-10m.
Bladeren zijn 15-25cm lang, ovaal tot lancetvormig.
Buisvormige bloemen zijn wit, 2cm lang en geuren.
Vrucht van 2-2.5cm diameter. Wordt in India geteeld om de morindone verf die verkocht wordt onder de naam ‘Suranji.’ De bast bevat een glucoside dat bij ontleding een fraaie rode kleurstof, morindon, levert die zeer verwant is, maar niet identiek met de alizarine van meekrap. In Indonesi verft men hiermee algemeen katoen, zijde en ander vezelmateriaal. Dit materiaal is echter verdrongen door synthetische alizarine en wordt alleen nog gebruikt voor doeken van goede kwaliteit.
Aal of Indian mulberry.
Planten.
De meekrapboom wordt geteeld uit zaad, na ca. 4 maanden trekt men de ca. anderhalve meter hoge struiken uit, spoelt de wortels schoon en schilt ze. De bast droogt men in de zon. Men kan ook na 2-5jaar oogsten. Is de boom sterk genoeg, dan kan men de wortels aan een zijde blootleggen en schillen waarna ze weer met aarde bedekt worden, het volgende jaar behandelt men een andere zijde, dit kan men 3 jaar herhalen.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/