Rhapis
Over Rhapis
Bamboepalm, vorm, palmen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit l’illustration horticole.
Waaierpalmen van zeer verschillende vorm. Het behoort tot een van de weinige palmen die afleggers produceren aan de basis. Dat is de reden dat het bosjes vormt.
Lage palmen die dicht bebladerd zijn. Bladeren staan afwisselend en zijn aan de top kegel- of half rondvormig en onregelmatig verdeeld, 3 tot veeldelig. Segmenten zijn lijnvormig en gaaf, getand of gelobd met 3 tot vele nerven, de dwarse nerven zijn opvallend.
Bladsteel is dun en glad of gezaagd aan de randen, 2 huizig.
Gele bloemen.
Een 12 soorten uit China en Japan.
Palmaceae, afdeling Sabalae.
=Rhapis excelsa, Henry (hoog of verheven) is de kleinste van de 2 hier beschreven soorten, 2-4m
Vormt groepen van 2-3cm dikke stengels van 20-60cm lang.
Waaiervormige bladeren met 5-8 deelblaadjes die getand zijn en een stompe top hebben, 22cm lang en 5cm breed.
‘Zuikonishiki’ heeft geel bonte bladeren, blijft veel lager.
Naam, etymologie.
Rhapis, een Grieks woord voor naald, een verwijzing naar de vorm van de bladen of mogelijk de punten van de bloem. Rattan cane, broadleaf lady palm of bamboo palm. Bamboe palm.
Rhapis humilis, Blume. (nederig) Waaiervormige bladeren zijn ronder dan bij excelsa, 10-20 stuks, spits en 30cm lang, met verschillende breedte, tot 3cm.
Rietachtige, slanke stengel.
Wordt een paar meter hoog. Komt uit China en is in 1837 beschreven.
Planten.
Een van de sterkste palmen die het best tegen kou kan, -5C.
Vermeerderen door zaden of scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl