Paradisea

Over Paradisea

Paradijslelie, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit Redoute.

De bladeren zijn lijnvormig, wortelstandig en een 30cm lang.

Vele soorten uit Anthericum worden nu in dit geslacht geplaatst.

Ze stammen uit Centraal-Europa.

Hun populaire namen roepen het werk op van de levensreddende monniken uit de Alpen. Geen wonder dat ze door elkaar gehaald worden, hoewel ze tot verschillende onderafdelingen behoren.

Paradisea heeft grotere bloemen, het voornaamste verschil zit hem in de meeldraden. Zie Anthericum.

Liliaceae, nu Anthericaceae.

=Paradisea liliastrum, Bertol. (lelieachtig) St. Bruno ‘s lelie heeft 6-8 grasachtige bladeren, grondstandig en lijnvormig, ongeveer even lang als de stengel, toegespitst, ca. 0.5cm breed, vlak en glad, de voet tot een schede verbreed.

Opstaande stengel zonder bladeren.

Losse tros met eenzijdige 3-6 kort gesteelde, trechtervormige en helderwitte, geurende bloemen met lancetvormige en spitse, ca. 5cm lange bloemdekbladeren in juni/juli.

Uit de Alpen, Jura, Apennijnen en Pyreneeën wordt 30-50cm hoog. Is beschreven in 1629.

Var. major van 50-75cm groeit hoger met wat grotere bloemen. Hiertoe behoort ‘Gigantea,’ van 75-100cm hoog met langere trossen van veel grotere bloemen.

Var. pleniflora heeft min of meer gevulde bloemen.

De plant vormt een knolachtige wortelstok.

Uit Midden Europa.

Naam, etymologie.

Paradisea zou stammen uit het Paradijs waarvan deze plant een goede inwoner van zou zijn. Of zo genoemd naar graaf Giovanni Paradisi, 1760-1826. De plant werd beschreven door Mazzucato die een beschermeling van deze graaf was. ((Dodonaeus) ‘ Groot Phalangium van Savoie dat van Clusius Phalangium Allobrogicum majus genoemd wordt groeit in Savoie en bij het vermaarde klooster Magna Cartusia waar het lelie heet en voor een soort van lelie gehouden wordt.’ P. liliastrum, (lelieachtig) is de lelie van de H. Bruno omdat men deze lelie gevonden heeft bij het grote Kartuizerklooster. Duitse Graslilie, Grassgilgen en onze graslelie of paradijslelie.

Duitse Paradieslilie, Trichterlilie of St. Bruno-Lilie, Franse lis de Saint Bruno en Engelse St. Bruno’s lily, paradise lily.

St. Bruno ‘s lily en St. Bernard’s lily worden wel aangeboden als kruidachtige planten onder de naam Anthericum liliastrum en Anthericum liliago. De eerste is Paradisea liliastrum, de laatste is de echte St. Bernar ‘s lily.

Beiden hebben witte bloemen die vroeg in de zomer geboren worden op stengels van meer dan 30cm hoog. De bloemen van beiden zijn groen getipt aan de buitenkant.

Uit www.biga.org

Paradisea lusitanica (uit Portugal) een elegante pol vormende meerjarige met trossen van witte trompetvormige bloemen aan lange stengels, 75-90cm hoog en 40-50cm breed. Is groter met kleinere bloemen dan Paradisea liliastrum.

Planten.

Planten in lichte, kalkhoudende grond op beschutte, matig vochtige, zonnige plaatsen

Vermeerderen in maart/april via de broedbollen. Zaad eerst 3 weken 20 graden geven, dan 6 weken –2 en zaaien bij 7 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl