Andrachne
Over Andrachne
Kaukasische wolfsmelk, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit Matthiola.
Andrachne, een oude Griekse naam, het kruid postelein, Portulaca. Adrache of Andrachne is de Griekse naam van postelein.
Dit zijn lage struiken met heldere en kleine groene bladen. De bladen staan afwisselend.
Witgeelachtige smalle bloemen verschijnen aan fijne steeltjes in okselstandige groepen of alleenstaand. De bloemen verschijnen in de zomer en worden gevolgd door kleine groenbruine vruchten.
10 of 12 soorten komen voor in N. Amerika, Peru, Azië, N. en Z. Afrika en Maleise archipel.
Euphorbiaceae.
=Andrachne telephioides L (Sedum telephium-achtig) is een klimmende of kruipende plant, klein, glimmend die verschillende vertakte stengels vormt die 10-15cm lang worden, soms 25cm.
Goed bemeste planten vormen soms kleine struiken.
Geeft geen melkachtig sap.
Kort gesteelde bladeren staan afwisselend en regelmatig langs de stengels, breed ovaal, 5-8mm lang, grijsgroen met gladde rand.
Mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde plant, onaanzienlijk en geelgroen, 4-6mm.
(Dodonaeus). ‘De eerste soort van Telephium heeft ronde, dikke, gladde of kale stelen bijna in leden of knievormige knopen verdeelt en dikwijls omtrent de wortel roodachtig van kleur, de bladeren zijn ook dik, kaal, stevig en vol taai sap en rondom de kanten soms wat gesneden, groter dan die van de breedbladige postelein, anders lijkt het die van gedaante die uit elk lid staan twee tegenover elkaar staan, nu hier een en nu daar een de steel regelmatig bekleden. De bloemen staan in ronde kransjes en zijn bleekgeel van kleur. De wortel puilt uit met vele langwerpige knobbels als lange eikels die geleidelijk aan spitser afgaan, wit, met aangroeiende vezels.
De eerste soort groeit in Spanje en ook veel in Oostenrijk en andere omliggende landen, men vindt ze ook wel in Hoogduitsland want ze groeit aan de Rijn kant bij de wijngaarden op harde steenachtige plaatsen die van de Spaanse (Sedum anacampseros) nergens in verschilt’.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘De eerste soort in het Grieks Telephion en Aeizoon agrion genoemd en heet in het Latijn Telephium en Sempervivum silvestre en ook Illecebra, hoewel dat ze van de scherpe en hete Illecebra, waarvan we in het voorgaande kapittel gehandeld hebben, zeer verschilt. Sommige noemen het ook Andrachne of Portulaca silvestris, daar is nochtans noch een andere Portulaca silvestris of wilde postelein die de tamme of hofpostelein gelijk is, maar kleiner’. Zie voor de krachten Sedum telephium.
Andrachne colchica, Fisch. & Mey. (uit Colchis) (Leptopus chinensis)
Wijkt af van de volgende doordat de groeiwijze meer opgaat en de eivormige bladeren wat blauwachtig getint zijn.
Het is de hardste en kan in borders en voor lage struiken gebruikt worden.
Komt uit Klein Azië en wordt 60-100cm hoog.
Caucasian spurge. Kolchische Andrachne, Kaukasische wolfsmelk.
Uit cs.wikipedia.org
Andrachne phyllanthoides, Muell. (op Phyllanthus gelijkend, op die plant ontwikkelen de bloemen zich schijnbaar op de bladeren) (=Phyllanthopsis phyllanthoides) Bladeren zijn 1.5-2.5cm lang van boven heldergroen en van onderen meer grijsachtig, ovaal tot omgekeerd eivormig, afvallend.
Een laagblijvend en los groeiend struikje met wat overhangende twijgen. Die zijn eerst behaard en worden later kaal en bruin/groen.
Bloemen zijn onaanzienlijk en staan in de oksels, de mannelijke groen/gele in kleine bosjes met 3-5 meeldraden, de vrouwelijke staan meestal alleen.
Komt uit N. Amerika en wordt een 60cm hoog.
Buckbrush of maidenbush.
Vermeerderen.
Scheuren. Neem in juni/juli 10cm lang topstek van zacht hout, het mag een beetje houtig zijn. Zitten er bloemknoppen in, haal die dan weg. Gebruik ook gezond blad, zonder schimmeldelen. Onderste bladen er af halen, licht verwonden, zoals je met de duimnagel zou doen. Doop die onderkant in 1% ibz groeistofpoeder. Planten in stekgrond, dit is 2 delen gezeefde turfgrond met 1 deel scherp zand, aangieten, plastic erover heen en elke week even controleren op vochtigheid, droogte en schimmels. Laat het plastic er dan een paar uur af zodat het blad wat opdroogt en bedek het dan weer. De luchtvochtigheid is hoog genoeg als het plastic bedekt is met waterdruppeltjes, je kan de plant dan niet zien. De waterdruppeltjes houden ook ultraviolette stralen van de zon tegen, op droge plekken komt de zon er door en verbrandt het gewas. Je kan ook een halvarinebakje nemen, een paar cm. stekgrond erin, plastic eroverheen en vastbinden met een elastiekje Na enkele weken/maand is het stek geworteld, de plant begint dan te groeien, langzamerhand meer luchten en tenslotte het plastic eraf halen. Licht bemesten. In de winter vorstvrij houden.
Zaaien gebeurt in oktober/november.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl