Glaucidium
Over Glaucidium
Japanse bospapaver, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit; http://hem.spray.se/saxifraga/images/Glaucidium%20palmatum.jpg
Naam, etymologie.
Glaucidium, Grieks glaucos: blauwgroen, achtig, naar de kleur van de bladeren of van Grieks glaukidion; kleine uil, glaux; uil? Glaucidium is ook een uilensoort.
Ranunculaceae, ranonkelfamilie. Een geslacht met 1 soort.
Glaucidium palmatum, Siebold. & Zucc. (handvormig) Opstaande stengels zijn rond en niet vertakt, fijn behaard en bovenaan bebladerd.
Meestal staan er twee bladeren aan een stengel, die zijn lang gesteeld en 15-30cm in doorsnede, helder groen en handvormig 5-7lobbig met eivormige, langwerpige, toegespitste en gezaagde, behaarde slippen, schutblad onder de bloemen is groot en nier tot rond hartvormig, gezaagd en behaard.
De alleenstaande bloemen staan op de top van de stengels, 8-10cm in doorsnede met 4 bloembladachtige, zijdeachtige lila/mauve kelkbladeren, echte bloembladeren ontbreken, talrijke donkergele meeldraden in mei.
Korte en dikke wortelstok.
Uit Japan wordt 25-50cm hoog.
Var. leucanthum heeft witte bloemen.
Japanse woodpoppy, shirane aoi in Japans.
Planten.
Groeit het beste in grote rotstuinen op een half beschaduwde, matig vochtige maar goed doorlatende plaats. Ze groeien bij voorkeur in humusrijke, zandige grond en worden liefst zo weinig mogelijk verplant. In de winter bedekken met wat turfstrooisel.
Vermeerderen door zaaien en scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl