Medinilla
Over Medinilla
Trosbloem, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit J. Paxton.
Naam, etymologie.
Medinilla is zo genoemd naar Jose de Medinilla y Pineda, ca. 1820 gouverneur van de Marianne eilanden, een van de eilanden daar heet Medinilla.
Een aparte familie die onderscheiden wordt van andere families door de aparte stampers. Er zijn 8, 10 of 12 stampers, tweemaal zoveel als de meeldraden.
Vertakkende struiken, opgaand of klimmend.
Bladeren zijn meestal tegenoverstaand of in kransen, gaaf en vaak vlezig.
Bloemen zijn wit of roze, met of zonder schutbladen.
De vrucht is een bes.
150 soorten komen voor in de tropische regionen van Azië, 2 in Afrika, 70 in Madagaskar, verder de Pacific regionen en veel van hen in de Filippijnen.
Sommige soorten zijn in hun thuisland een belangrijk medicijn. Medinilla macrocarpa geldt bijvoorbeeld als een universeel middel tegen verschillende vergiften.
Melastomaceae.
Medinilla magnifica, Lindl. (magnifiek) De magnifica heeft kantige en hangende takken met grote, gevouwen en leerachtige bladeren.
Bladeren zijn tegenoverstaand, stevig, leerachtig, zittend met een hartvormige basis, 20–30cm lang en eivormig met een korte punt, boogvormige nerven die aan de onderkant sterk uitspringen.
Dit is een opvallende plant die een anderhalve meter hoog kan worden.
De lange, 40-50cm, hangende bloempluimen zijn bezet met grote en roze schutbladen. Er kunnen wel een 100-150 bloemen aan zitten. De bloeitakken zijn roze-achtig en dezelfde kleur doordrinkt de grote schutbladen. Het mooist is ze dan misschien ook voordat de bloem open gaat. De vele purperen meeldraden, met gele vezels, vormt een aardige toevoeging. Voor een bloemist is het een uitdaging om zo’n volgroeide plant in bloei te brengen.
Is afkomstig van de Filippijnen.
Planten.
Voor een goede bloei moet het gewas in de winter een rustpauze houden met een nachttemperatuur van omstreeks 15 graden. Zodra de bloemknoppen te zien zijn wordt de plant warmer gezet. De plant heeft veel licht nodig, alleen niet direct zonlicht. Onder zware schaduw zal het plantje niet bloeien. Als zijn grootte bereikt is kan de plant jarenlang in dezelfde pot blijven staan. In de herfst de nachttemperatuur iets laten dalen en zoveel water geven dat de bladeren net niet slap gaan hangen, dit bevordert de bloemvorming. Houdt van hoge luchtvochtigheid, als de bloemen gevormd worden is een drogere atmosfeer gewenst.
Vermeerderen door te stekken in het voorjaar.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/