Petasites

Over Petasites

Hoefblad, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Dit geslacht bestaat uit een twintigtal soorten die in de noordelijke gematigde en subarctische zones voorkomen.

Het zijn meerjarige planten met grote bladen.

De bloemen staan in trossen en staan niet alleen. Ze verschijnen in kleuren van purper tot wit, geen geel.

Asteracea.

=Petasites albus, Gaertn. (wit)

Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld, dun en bijna rond, breder dan lang en dubbel getand, de achterkant grijs/viltig en komen na de bloei.

Schutblaadjes en stengelschubben zijn geelachtig/wit.

Dichte tros van room/witte bloempjes, de vrouwelijke bloempjes zijn draadvormig in maart/april.

Vormt uitlopers.

Doordat het gewas niet zo kruipt is het in de tuin binnen de perken te houden.

Uit Europa, W. Azië en Siberië, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1683.

Naam.

Wit hoefblad, Weisser Huflattich in Zwitserland, wilde Neunkraft in Silezi, white butterburr.

Uit J. Sowerby.

Petasites fragrans, Presl. (geurend) Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld en rond/hartvormig, 6-20cm lang en getand, donker groen met zacht behaarde achterkant, komen tijdens of na de bloei

Bloemstengel is wollig behaard.

Eivormige trossen van licht roze, naar Heliotroop geurende bloemen, vrouwelijke randbloempjes zijn tongvormig in december/maart.

Uit Z. Europa, wordt 20-35 cm hoog. Is beschreven in 1806.

Naam.

Winterheliotroop, Engelse sweet coltsfoot, winter heliotrope, Franse heliotrope d'hiver.

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Petasites hybridus, Gaertner. (hybride)

Zijn sierwaarde ontplooit ze in het voorjaar, april, mei. Dan barsten er op de schuine helling knoppen open waaruit blozende roze/purperen toortsen verschijnen, vrouwelijke bloempjes zijn draadvormig. Hieruit stroomt een zachte vanillegeur. Als de bloemstengels zich een maand boven de grond hebben laten zien, vervagen en verdwijnen ze, weggeblazen door de wind.

Dan verschijnen de bladeren die vrijwel vanuit hun midden gedragen worden door ronde stengels. De dikke en vleesachtige bladeren hebben aan de onderkant een apart grijs­achtig vel. Het blad is rond, hartvormig aan de voet en ongelijk getand, 30-40cm in doorsnede.

Schutblaadjes en stengelschubben zijn bruinachtig.

Het is meestal een tweehuizige plant, de vrouwelijke vorm komt maar zelden voor. Hybridus betekent bastaard, echte hybriden geven meestal geen nakomelingen, de plant wordt alleen verspreid door de wortelstokken.

Sterk groeiende inheemse plant met lange uitlopers, vinger dikke wortelstok met knolvormige verdikte einden.

Het gewone en grote hoefblad komt uit Europa, N. en W. Azië.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a)’Dit kruid wordt hier te lande docke-bladeren genoemd.’

Engels batter dock en water docken, bog rhubarb, butter bur, cleats. In de middeleeuwen werd het van gelijke grootbladige kruiden niet duidelijk onderscheiden, vergelijk Lactuca, Arctium en Tussilago.

Dodonaeus (b) ‘Het heet in Hoogduitsland Pestilentz-wurtz en daarvan noemen sommige het in onze taal ook pestilentie-wortel.’

Het was een van de pestkruiden waarvan de mensen redding verwachten tegen de zwarte dood. Pestwortel, in het Duits heet het nog pestkruid, Pestilenzwurz, Echte Pestwurz, in Engels pestilence-wort, plague flower omdat ze de plaag, pest, zou bestrijden. Lyte, 1578, schreef: ‘ sovereigne medicine against the plague,’ de wortel zou de geneeskracht bezitten.

Bij ons is het een pestkruid omdat je er niet meer vanaf kan komen. Eenmaal geplant in de tuin graaft het met zijn rizomen metersdiep en -ver en ontkomt zo aan elke achtervolging. Beter is het om ons niet te vermoeien en het kruid van de nuttige kant te bezien.

Dodonaeus ‘In het Latijn heet het Petasites naar de Griekse naam Petasites die het gekregen heeft naar de grootte van de bladeren die op een hoed of muts (in het Grieks Petasos genoemd) enigszins schijnen te lijken is. De Italianen noemen het capeliazzi en de Spanjaarden sombrerera,’

Petasites: onder de naam Petasos komt het kruid voor bij Dioscorides wat een breed boordige hoed betekent. Dit komt van de stam pet: uitspreiden, zie petalon, een oude Griekse laagvormige, breed randige hoed die vooral door reizigers gedragen werd, een van de kenmerken van Hermes.

Het woord Pet is ons in ieder geval duidelijk. Deze plant is de’ hoeddrager.’

Bij vele wateren zien we in de zomer een vreemd en exotisch uitziende plant. Nader onderzoek leert ons dat die vilten lappen hoeden zijn van macabere lieden. Het is de hoed van Satan. Natuurlijk moet ook de duivel zijn hoed hebben, maar dan een met een brede rand die geheel boven zijn gloeiende ogen getrokken kan worden zodat hij niet direct herkend zal worden. Waar die hoed voorkomt is het een duivelachtig oord. Niemand zal je door zo’n woud zien lopen. Het Grote Golvende Grauwe Groen Geeft Geheimzinnigs, wat beklemmends. Ongemerkt gaat het groen over in het donkere en kabbelende water, een plaats waar de waterduivel mensen naar beneden trekt. In Zwitserland wordt het blad dan ook tsaspi de diabion: duivelshoed genoemd, en in het Waals chapaeau de maqueralle: heksenhoed, Engels devil ‘s hat.

Dodonaeus (d) ‘Het heeft enige gemeenschap of gelijkenis met de Tussilago of hoefbladeren en schijnt er een medesoort van te wezen. De eerst uitkomende bladeren van dit gewas zijn de hoefbladeren van gedaante zo gelijk dat sommige het daarom grote hoefbladeren, in het Latijn Tussilago major hebben genoemd zoals Dodonaeus ook betoond heeft. Nochtans heeft dit kruid een kwade en onlieflijke reuk en een bittere vuile smaak, anders dan de hoefbladeren hebben, maar als ze groot worden dan verschillen ze veel van de hoefbladeren op die manier dat men met een van deze bladeren zeer goed een klein rond tafeltje zou mogen bedekken.’

Bij Hildegard von Bingen wordt het groot hoefblad, ‘Hufblatta major.’ Huflatta of Hufletheche, genoemd. Een naam die al meer overeenkomt met ons hoefblad. Ook Eselsfussblumle, grosse Rosshube. Dit omdat het door zijn vorm zou lijken op een hoef.

Dodonaeus (d) ‘Sommige noemen dit gewas Perfolata of Perfonata van Plinius en onze voorouders maakten daarvan Lapathium rotundum. De Engelse noemen het butter burre,’

De Engelsen verpakten er boter in en daarom noemden men de plant boter-burr. De burr is zo genoemd naar de gelijkenis met Arctium lappa, de burdock. Dit woord komt voor bij Culpeper. Het is een plant van de Zon en het heeft daarom grote krachten voor het hart en vitale levensfuncties.

(e) Naar sla en klit, Bachlatte, Hoflafikke, Hofladike Lattchen, Lattichblatter, Lattkenblader, Lorkenblad, verder Bletzen bij Fuchs, Heublen, gross Letschen, Rosspappel bij Bock, Bullerbladen, Giftwurz, Heublen, Peddenblader, Tabaksblaar, Huofplotschen, Zwitsers Dittichrut, Dittiplacke, Sonnedachli.

(f) In Iers is het gallan-mor. Frans petasite, herbe aux teigneux: steenkruid, de bladeren werden gebruikt bij nierstenen.

(h) Kijken we eens naar de oude naam, P. officinalis, dan zien we medische krachten. Kijken we naar de bladeren dan zien we negen aderen of ribben, dit zijn 9 krachten die goed zijn tegen 9 ziektes, Neunkraft bij Cordus, Neghenkracht, -kraft, Neunkraft en Kraftwurz in midden-Noord Duits. Doordat het gewas op vochtige plaatsen voorkomt is het onder zijn bedekking altijd koel en fris. Het is een ideale plaats om er dranken onder te bewaren. Een koelkast is met zo’n tapijt van hoefbladeren niet nodig. Zo ook als het regent in de vakantie, een betere paraplu kan je je niet wensen.

Bog rhubarb.

Gebruik.

Het kruid werd vroeger tegen pest en koorts gebruikt. Als volksmiddel wordt het kruid en wortel hier en daar gebruikt om er een slijmoplossende thee van te maken.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘De wortel wordt zeer nuttig gehouden tegen de pest en besmettelijke hete ziekten en tegen alle gebreken die door het zweten genezen kunnen worden, want ze drijft alle kwaad vuur en vergift van het hart als het poeder van die wortel in wijn gedaan en gedronken wordt.

Ze doodt de wormen en laat gemakkelijk plassen en de maandstonden voortkomen.

Naar de grote kracht die de bladeren van dit gewas tegen de pest en andere hete ziekten en koortsen hebben is dat pestilentiewortel in deze landen en ook in Hoogduitsland genoemd. Deze wortel die gedroogd is heelt en geneest alle kwade naar binnen etende zweren, ja zelfs de kanker als men het poeder daarin strooit.

Die wortel geneest ook de wormen van de paarden en kwade zeren en schurft van die, hoe en op welke manier dat het daartegen gebruikt wordt, hetzij van binnen ingegeven, hetzij van buiten aangestreken of opgelegd, het is ook goed als die dampig of kort van adem zijn.

Vele schrijven dit kruid alle krachten van klissen en van hoefbladeren toe.’

Uit G. Oeder.

Petasites frigidus Fr. (in koude streken voorkomend)(Petasites speciosa) (opvallend of fraai) geeft al vroeg in het voorjaar bloeiende stengels van 10-20cm met –12 geelwitte tot roze bloemen.

Grote ronde bladeren in de zomer, 15-20cm breed met een dik gekloven basis die direct van de grond of wortelstok komen. Onderkant is wollig.

Groeit in vochtige plaatsen van het N. Halfrond, arctische gebieden.

Arctic butterbur of Arctic sweet coltsfoot.

Uit www.fs.fed.us

Petasites frigidus var. palmatus, Gray. (handvormig) Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld, rond en handvormig gedeeld, 15-20cm in doorsnede met 5-7 groene, getande tot ingesneden lobben, achterkant is wit viltig.

Bloemstengels van 20-50cm lang, trossen van witte, geurende bloempjes met tongvormige vrouwelijke bloemen komen in april/juni.

Uit O. Azië en N. Amerika, wordt 30-60cm hoog. Is beschreven in 1778.

Sweet coltsfoot.

Uit the botanical magazine, F. Hayne.

Petasites japonicus, Hort. (uit Japan) Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld en rond/hartvormig, 40-60cm in doorsnede, ongelijk getand en licht groen, de achterkant wollig behaard, later kaal, verschijnen na de bloei.

Bladstelen zijn 40-60cm lang en ongeveer 1cm dik.

Grote langwerpige/eivormige trossen van kleine geelachtig/witte bloempjes, vrouwelijke bloempjes zijn draadvormig in maart/april.

Uit Korea, China en Japan wordt 60-80cm hoog.

Var. giganteus wordt 100-150cm hoog Het gigantische Japanse hoefblad is een manshoge grote en golvende hoop bladeren op 206cm dikke en wat paars gekleurde stengels van een meter tot anderhalve meter.

Een geschikte plant voor massa-effecten.

Var. purpurascens verschilt van het type door de purperachtige bladeren en stelen.

Japans hoefblad, Engels giant butterburr of fuki, bog rhubarb. Is door Philipp Franz von Siebold uit Japan in de eerste helft van de negentiende eeuw meegenomen.

Gebruik.

De lange stengels werden gegeten, net als een rabarber, nadat ze gekookt waren, ook wel ingemaakt met zout of suiker.

Uit commons.wikimedia.org

Petasites niveus Baumg. (sneeuwwit) (Petasites paradoxus, Baumg. (vreemd, zeldzaam, tegen de mening in, dus onverwacht, dus botanisch zeldzaam)

Wortelstandige bladeren zijn lang gesteeld, driehoekig/hartvormig en even lang als breed, getand en 20-30cm in doorsnede, donker groen met sneeuwwitte/viltige achterkant die op het eind van de bloeitijd verschijnen, lobben van de bladvoet staan ver uit elkaar.

Trossen van witte tot roze witte bloempjes met draadvormige vrouwelijke bloempjes in februari/maart.

Uit de Pyreneeën, Alpen en Zwitserse Jura, wordt 20-40cm hoog.

Planten.

Vermeerderen door scheuren of in januari/maart bij 12 graden te zaaien.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl