Neonauclea
Over Neonauclea
Nieuwe Nauclea, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Naam, etymologie.
Neonauclea, Grieks neo; nieuw, nauclea, van Grieks naus: een schip, en kleio: insluiten, de zaad peul heeft de vorm van een scheepsromp. Model wood of India.
Uit plantillustrations.
Dit geslacht komt met een 30 soorten voor in Tropisch Aziƫ en de eilanden van stille oceaan.
Altijdgroene bomen of struiken.
Enkele leveren goed timmerhout dat gebruikt wordt voor de stijlen van huizen. Deze worden op den duur, in rook, zo hard dat ze als metaal klinken en er geen spijker ingeslagen kan worden.
Cinchonaceae, Rubiaceae, Nauclea klasse.
Neonauclea excelsa Merr. (naar boven strevend) (Nauclea excelsa Bl.) uit Java levert, uit de narcotisch ruikende bladeren, een thee waarvan het genot sterke tegenstand en hekel tegen het opiumroken oproept. Een opmerkelijke eigenschap.
Andere gelijkende anti-opiumplanten zijn Combretum sundaicum en Mitragyna parvifolia Korth die in Voor- en achter Indiƫ en de Maleise archipel groeien.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl