Bamboe
Over Bamboe
Bambusa, Bambusae. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.
Bamboe komt in vele soorten voor over de gehele hete gordel.
Een 60 geslachten met meer dan 500 soorten zijn beschreven, waarvan een 160 in Azië en een 70 in Amerika en 5 in Afrika groeien. In Japan komen een 15tal soorten voor. In de Himalaya vindt men ze nog op 3400m en in de Andes nog hoger, op Java niet veel boven de 2000m. Het groeit in China noordelijk tot de Yangtse vallei en de grootste bomen worden in de provincies Hupeh, Szechuan en Chekiang gevonden.
De stengels bevatten net als alle andere grassen knopen waarop de bladeren vastzitten. De onderste helft van de stengels is soms massief, maar het bovenste arundina deel is altijd hol. In tegenstelling met de grassen die wij in Nederland kennen bezitten de bamboesoorten ook vertakte stammen die vaak op hun beurt weer vertakkingen dragen. Omdat grassen evenals palmen geen diktegroei kennen zoals bij de loof- en naaldbomen, groeit het stengel groeipuntje in zijn uiteindelijke dikte uit de grond.
De buitenkant van de stengels is hard en glanzend.
Bij de meeste Bamboesoorten ontstaan de bloemen pas als de planten 20 tot 30 jaar oud zijn. Sommige soorten bloeien echter jaarlijks, andere eenmaal in de 120 jaar. Ook zijn enkele soorten nog nooit in bloei gezien.
Er worden een 6 soorten als medische planten gebruikt.
De suikerachtige substantie die bekend is als tabashir wordt gevonden in de stengels. Het zou ook afrodisiaca en stimulerende werking bezitten. Oude Chinese werken als Pie lu verwijzen naar een drank die van de bamboe gemaakt wordt.
Sommige soorten hebben, in tegenstelling met andere grassen, grote besvruchten, dit is zo bijvoorbeeld met Melocanna.
Poaceae, grassen, Bambusaea klasse.
Bamboe wordt in 4 subklassen ingedeeld.
Arundinarieae, hiertoe behoren Arundinaria en Phyllostachys, de vruchten staan vast in de vruchtwand.
Eubambuseae met Bambusa als enigste geslacht, het zaad zit in een zachte wand.
Dendrocalameae, de vrucht is een noot of bes, hiertoe behoort Dendrocalamus.
Melocanneae is de laatste, Melocanna is een voorbeeld van een niet tropische geslacht.
Of ze worden ingedeeld naar de vertakking boven in de stengel.
Sasa zit in de groep met maar 1 vertakking.
Phyllostachys heeft twee vertakkingen.
Fargesia heeft drie of meer vertakkingen.
De sterkste voor ons land zijn: Phyllostachys henonis, Phyllostachys nigra, Phyllostachys viridi-glaucescens. Arundinaria macrosperma, Arundinaria japonica, Arundinaria nitida. Bambusa palmata, Bambusa tessellata en Bambusa pygmaea.
Phyllostachys.
Het geslacht Phyllostachys telt tientallen soorten en dito variteiten. Het zijn echte bamboes, waaronder een flink aantal dat zich door middel van worteluitlopers sterk kan uitbreiden.
Phyllostachys atrovaginata (donkere scheden of knopen)
Heeft korte zijtakken.
Stompe bladeren.
Recht opgaande stam, 6m met stamdikte van 4cm, woekerend
Goed winterhard, groeit graag op vochtige plaatsen
’Green perfume,’ geurt naar sandelhout.
Incense bamboo.
Winterhard.
Uit www.lewisbamboo.com
1) Phyllostachys aurea, Carr. (goudkleurig) Opstaande stengel staat rechtop en is 1.5-2.5cm in doorsnede, eerst groen en later goudgeel.
Lancetvormige bladeren zijn 5-12cm lang en 1-2cm breed, eerst geelachtig/groen en later helder groen met blauwachtig/groene achterkant.
Vormt dichte bossen.
Vrij droge plaatsen.
Uit China en Japan wordt 2-5m hoog.
Gouden bamboe. De hotei-chika. Goldrohrbambus.
Uit; https://en.wikipedia.org/wiki/Phyllostachys_aureosulcata
Phyllostachys aureosulcata McClure. (gouden groef) Yellow groove (groef) bamboo komt uit China.
Halmschede met een gele groef.
Kruipende en doorgroeiende vorm tot 9m hoog, in warmere gebieden wel tot 14m met een diameter van 6.5cm.
Jonge stengels zijn zwavelgeel die in de zon soms bloedrood worden. Ook gele halmen. Een van de hardste vormen van dit geslacht. Waar de temperatuur niet onder de 4 graden komt is het altijdgroen. Spectabilis’
Uit; https://www.google.nl/
Phyllostachys bissetii. (naar zijn Amerikaanse ontdekker David Bisset) Heeft donkergroen glimmend blad en heldergroene stam.
Geschikt als haag van 1-5m hoog. Haagbamboe.
Vormt uitlopers en groene halmen.
Zeer winterhard.
Uit China.
Uit en.wikipedia.org
Phyllostachys edulis Mazel (eetbaar) (Arundinaria puberala Bean. Phyllostachys pubescens) (zacht behaard) Lancetvormige bladeren zijn 6-10mm lang en 1cm breed, toegespitst en helder groen, fijn getand, de achterkant op de middennerf behaard.
Opstaande stengels zijn dof, eerst groen en later blauwachtig/grijs.
Zeer breed uitgroeiende plant.
Uit midden China wordt 3-6m hoog.
Het is de ha-chiku.
Var. albo-variegata, (wit gevarieerd) de shima-hachiku, verschilt door de wit bonte bladeren.
Var. boryana, (J.B.M baron Bory de Saint-Vincent, Franse botanicus, 1780-1846) de ummon chiku, heeft eerst groene en later geel en donkerbruin gevlekte stengels, oude stengels zijn mahonie/bruin. Moso bamboo, tortoise shell bamboo.
Uit www.palmaverde.nl
Phyllostachys flexuosa A&C Riv. (heen en weer gebogen) Lancetvormige bladeren van 5-10cm lang en 8-15mm breed, donkergroen met blauwachtig/groene achterkant.
Sterke soort met opstaande stengels van 2.5cm in doorsnede, eerst groen en later donker bruin gevlekt.
Vormt geen uitlopers.
Uit N. China wordt 3.5-6m hoog. Bloeide in 1995.
Chinese bamboe.
Uit; https://www.google.nl/
Phyllostachys humilis (laag blijvend, nederig) Sterke woekerende snel groeiende bamboe die snel een bos vormt, 5m met stamdikte van 2,5cm
De stammen zijn zeer donker bij het uitlopen.
Het blad is wat langwerpig.
Zeer winterhard en geeft een zoete geur.
Uit Curtis botanical magazine.
Phyllostachys nigra Munro (zwart)
Lancetvormige bladeren zijn 5-10cm lang en 5-15mm breed, dun en fijn getand met blauwachtig/groene achterkant
Opstaande stengels zijn glanzend en dicht bebladerd, eerst groen en zwart gestippeld, later geheel zwart, dat meest het tweede jaar.
Een breed uitgroeiende plant .
Ook deze heeft een vitaal wortelgestel.
Hiervan zijn vele winterharde vormen en vaak met kleurige halmen.
De zwarte bamboe, komt uit China en wordt 3-7m hoog, soms wel tot 12m..
Var. punctata is in alle delen forser, verder zijn de stengels donker geel/bruin met zwarte vlekken. ‘Boryana’ heeft vlekken op de stam en blad. Henonis; lijkt er op maar met wat lichter blad.
De kuro-dake. Schwarzrohrbambus.
Phyllostachys nuda (naakt) Lijkt veel op bissetii. Blad is wat lichter
Een van de meest winterharde vormen.
Hoogte 6-8m met een stamdikte van 3cm.
Jonge scheuten zijn eetbaar.
Sheath bamboo.
Uit www.eflora.org
Phyllostachys reticulata, K. Koch. (netvormig geaderd) (=Phyllostachys bambusoides) (bamboe-achtig) Lancetvormige bladeren zijn 8-15cm lang en 1-3cm breed, lang toegespitst en gezaagd.
Sterk groeiende soort waarvan de buitenste stengels sierlijk overhangen.
Opstaande stengels zijn ca. 2cm in doorsnede, glanzend donkergroen en aan de zonkant vaak geelachtig getint.
Uit China wordt 6-10m hoog.
Het is de ya-dake of ku-chiku.
Var. castillonis, de kimmei-chiku verschilt door de lagere groeiwijze, verder zijn de stengels eerst geelachtig/groen gestreept, vaak geheel goud/geel en de bladeren wat bleekgeel gestreept.
Uit; https://www.google.nl/
Phyllostachys parvifolia (kleine bladeren) Kleine, stompe licht groene bladeren.
Olijfkleurige stammen met witte strepen.
Hoogte 6-10m met een stamdikte van 5cm.
Zeer winterhard. Uit China.
Reuzenbamboe.
Uit; https://www.google.nl/
Phyllostachys stimulosa. (met brandharen voorzien) Deze lijkt op humilis, maar veel kleiner. De knopen zijn opvallend.
Ook te gebruiken als haagplant, 3m met een stamdikte van 2cm.
Zeer winterhard.
Uit www.allposters.nl
Phyllostachys sulphurea, A.&C. Riv. (zwavelgeel) Lancetvormige bladeren van 8-12cm lang en 1.5-2cm breed zijn donker groen en fijn getand met blauwachtig/groene achterkant.
Opstaande stengels zijn 4-6.5cm in doorsnede en mooi zwavelgeel.
Uit Japan wordt 4-8m hoog.
Het is de ogon-chiku.
Uit www.jamesgangpublishing.com
Phyllostachys violascens, A. & C. Riv. (steeds vioolkleurig)
Lancetvormige bladeren zijn 6-15cm lang en 1.5-4cm breed, donker groen en fijn gezaagd met blauwachtige achterkant.
Opstaande stengels zijn 4-7cm in doorsnede, eerst donker violet en later geel/bruin, oude stengels zijn geelbruin en violet gestreept.
Breed uitgroeiende plant.
Uit N. China, wordt 3-4m hoog.
Uit Curtis botanical magazine.
Phyllostachys viridiglaucescens, A. & C. Riv. (groen/blauwachtig) Lancetvormige bladeren zijn 5-10cm lang en 8-20mm breed, helder groen en fijn getand met blauwachtig/groene achterkant.
Opstaande stengels zijn tot 4.5cm in doorsnede, eerst groen en later violet gevlekt, vooral aan de zonkant.
Sterk uitgroeiende plant.
Uit China, wordt 4-8m hoog.
Uit; https://www.google.nl/
Phyllostachys vivax. (van vivo; leven, lang levend)
Zeer hoog, meer dan 10m met helder groene stammen van 6cm dik.
Grote bladeren en donkergroen.
Goed winterhard op beschutte plaats.
‘Aureocaulis’ met fel gele halmen en verticale groene strepen.
Reuzenbamboe.
Pleioblastus, Grieks pleion: meer, blastos: kiem.
Diep wortelende planten, meestal wat lagere vormen. Vooral P. pygmaeus.
Uit; https://www.google.nl/
Pleioblastus auricomus (met een gouden kuif)
Heeft prachtig groen bont blad.
Wordt een 100-150cm hoog.
Winterhard.
Uit; https://www.google.nl/
Pleioblastus fortunei (Engels, Schotse botanist Robert Fortune die planten in China verzamelde, 1812-1880.)
Vooral de wit bonte ‘Variegata’ wordt aangeboden.
Winterhard en breed groeiende, woekerende die tot een meter hoog wordt.
Geschikt voor haag en als solitair.
Dwarf whitestripe.
Uit Curtis botanical magazine.
Pleioblastus simonii, Nakai. (Gabriel Eugene Simon, Franse plantenverzamelaar in het midden van de 19de eeuw)
Lancetvormige bladeren zijn lang toegespitst en helder groen, jonge bladeren wat witachtig gevlekt of gestreept.
Opstaande stengels zijn 2.5cm dik.
Sterk groeiende plant met lange uitlopers.
Uit Japan wordt 3-5m hoog.
=Var. variegatus heeft mooie wit gestreepte bladeren.
Bambos metake of medake.
Uit; https://www.google.nl/
Pleioblastus pygmaeus (klein als een pygmee) Wordt 20-30cm hoog, goede bodembedekker.
De var. distichus groeit iets krachtiger, 40cm, maar zou iets meer vorstgevoelig zijn.
Zeer winterhard.
Varenloofbamboe.
Uit; https://www.google.nl/
Pleioblastus variegatus (gevarieerd, het blad)
Wit bonte soort.
Wordt nog een meter hoog.
Goed winterhard.
Dwarf white striped bamboo.
Uit l'llustration horticole.
Pleioblastus viridistriatus (groen gestreept) Pleioblasus auricoma, (gouden kuif) Gesteelde bladeren zijn lancetvormig en 12-16cm lang, 1.5-2.5cm breed, aan beide kanten spits en fijn getand, donker groen en goud/geel gestreept, bovenkant is zacht viltig behaard, schede is aan de voet behaard en de randen fijn gewimperd.
Opstaande stengels zijn rond en ongeveer 0.5cm dik, nauwelijks hol.
Twijgen 1-2 per knoop.
Kruipende wortelstok.
Uit Japan en China wordt 60-100cm hoog.
=Var. aureo-striata (goud gestreept) wordt 30-60cm hoog. Zeer dunne en gladde stengels op de knopen met 2 ringen en meestal 3 korte twijgjes. Lancetvormige bladeren zijn 4-8cm lang en 1.5-2cm breed, donker groen en goud/geel gestreept, soms half groen en half geel, soms geheel geel.
Fargesia. (P.G. Farges, 1844-1912, Franse missionaris en plantenverzamelaar in W. China. (synoniem Arundinaria of Sinarundinaria, van Latijn arundo, een riet, Sinarundinaria komt van sina: de Latijnse naam voor China)
Arundinaria heeft tegenwoordig geen echte soorten meer. Arundinaria murielae hoort thans thuis in het geslacht Fargesia. Ook de soortnaam wordt tegenwoordig iets anders geschreven Fargesia murieliae.
Het geslacht Fargesia telt ongeveer zes soorten waarvan drie soorten en hun variteiten van belang zijn voor gebruik, die lijken veel op elkaar. Het zijn mooie planten met vaak opvallend gekleurde scheuten.
Fargesia demissa.
Winterhard en altijd groen.
'Gerry'heeft donkere halmen tot paars. Uit China.
Opgaande groeiwijze, 2-250cm.
Uit; https://www.mijntuin.org/plants/14587-bamboe-jiuzhaigou