Cimicifuga

Over Cimicifuga

Zilverkaars, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.

Uit J. Carson.

12-18 soorten komen voor. Het zijn kruidachtige meerjarige met een geurtje.

Ze zijn geschikt voor achtergrondbeplanting en schaduwpartijen.

Dit geslacht vormt bosplanten in het Noordelijk halfrond, Japan en VS.

Nauw verwant met Actaea waarin sommige botanisten het plaatsen.

Ranunculaceae, ranonkelfamilie.

Ze worden door de Engelse botanist James Compton onder Actaea gezet.

=Cimicifuga dahurica, Hutt. (uit Dahurica) (=Actaea dahurica) Licht groene bladeren zijn 2-3maal drietallig met geveerde tot ingesneden, gezaagde blaadjes.

Talrijke grote, sterk vertakte en aarvormige zuiver witte bloemtrossen met kleine bloempjes, de buitenste meeldraden zijn onvruchtbaar in september/oktober.

2-3 kort gesteelde vruchtjes.

Komt uit China, Amur gebied, wordt 100-175cm hoog.

Uit emnconline.org

Cimicifuga americana, Michx. (uit Amerika) (Actaea americana)Een sterk groeiende plant met 2-3maal drietallige bladeren met eivormige en diep ingesneden blaadjes

Bloemen zijn zeer klein in augustus/september.

3-5 kort gesteelde kokervrucht.

Stevige opstaande stengels die eindigen in een 30-60cm lange, aarvormige, fijn behaarde en helder witte bloemtros.

Van Pennsylvania tot Georgia, wordt 125-175cm hoog. Is beschreven in 1824. American bug bane.

Uit plantillustrations.org

Cimicifuga japonica, Spreng. (uit Japan) (Actaea japonica) Wortelstandige bladeren zijn drietallig, glanzend donkergroen met lang geteelde hartvormige en toegespitste, 3-5lobbige, ingesneden blaadjes.

De niet bebladerde stengels zijn bijna zwart en eindigen in een stijve opstaande en aarvormige, zuiver witte bloemtros met kleine bloemen in augustus/oktober.

De vrucht is een gesteelde kokervrucht.

Wordt 50-75cm hoog.

Acerina’, verschilt ervan door de sterk glanzende en dieper ingesneden bladeren met langer toegespitste slippen waardoor die wat op de Acer lijken.

Uit P. Good.

Cimicifuga racemosa, Nutt. (trosvormig) (=Actaea racemosa (L) Nutt. ) Onderste bladeren zijn 2-3maal geveerd, bovenste bladeren zijn dubbel drietallig en alle donkergroen met ingesneden, scherp gezaagde blaadjes.

Bebladerde en vertakte stengels met sierlijke 20-30cm lange aarvormige helderwitte bloemtrossen in juli/augustus.

Zittend kokervruchtje.

Zilverkaars is een sierlijker naam. De plant geeft een wat kromme of buigende en soms grillig gebogen kaars van zuiver wit of gele borstels als een lampenpoetser. De zilverkaars zendt blanke lange pluimen op die schijnbaar uit niets anders dan meeldraden bestaat. Dit is net als bij de Thalictrum maar dan nog meer in de vorm van een kwast.

Is afkomstig uit N. Amerika, Maine tot Ontario en Missouri, wordt 100-150cm hoog.

Rhyzomen en wortels werden als medicijn gebruikt.

Vormen.

De mooiste is de var. simplex, (enkelvoudig, niet vertakt) met crème/witte bloemen die zeer laat bloeit met ijle stengels tegen de donkere tijd of achtergrond. Deze vorm wordt 100cm hoog en bloeit tegen september.

‘White Pearl’, is wat forser, wordt ook wel ‘Armleuchter’, genoemd, zuiver wit en rijk bloeiend.

Een wat forse plant die goed te combineren is met andere laatbloeiers als de herfstanemoon en herfstasters.

‘Atropurpurea’, heeft roodbruin blad met witte bloem. Deze vorm wordt wel een paar meter hoog.

Naam, etymologie.

Cimicifuga is afgeleid van Latijn cimex: een vlieg, fugo: wegjagen, de onaangename geur van de bloemen zou vliegen wegjagen. De plant geurt behoorlijk en zo worden de stinkende wantsen door stank verdreven. Kever- , insecten- of luizenkruid, Duits Wanzekraut, Engelse bugwort en bugbane, rattletop, de bloemvorm als de staart van een rat, black snake root, rattle root, fairy candle, cohosh en squaw root. Trauben-Silberkerze, Amerikanische-, Schwarze-, Wilde Schlangenwurzel, Amerikanisches-, Hohes-, Staudiges Christophskraut, Frauenwurzel, Klapperschlangenkraut, Schwindsuchtwurzel, Traubenfrmige Schwarzwurz.

Zilverkaars, Duitse Silberkerze.

Planten.

Bloeit het best op rijke gronden in de border of als solitair. Kan op beschaduwde plaatsen groeien.

De vermeerdering kan geschieden door het scheuren van de wortelstok in het voorjaar. Het zaad wordt 6 weken bij 22 graden bewaard, dan 8 weken 0 graden en in februari gezaaid bij 10 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl