Torreya
Over Torreya
Nutmet yew, vorm, coniferen, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, teelt, planten,
Uit www.pfaf.org
Dit geslacht komt met 6 soorten voor, waarvan 4 in China en Japan en 2 verder in zuid en noord Amerika.
Ook Torreya lopen we niet alle dagen tegen het lijf. Synoniem Tumion.
De plant lijkt veel op Taxus maar heeft forsere naalden.
Daardoor lijkt het ook op Cephalotaxus maar wordt daarvan onderscheiden doordat het aan de onderkant smallere grijsachtige lijnen bezit. Het belangrijkste verschil met de Cephalotaxus is wel dat de Torreya stugge en scherp gepunte naalden heeft, de ander slappe naalden met een stompe punt.
Een verschil zit hem ook in de geur, bij Torreya grandis (groot) ruiken de bladeren aangenaam en bij de anderen het tegenovergestelde.
Het harde en dicht nervige hout heeft in Japan veel waarde, is zeer duurzaam in de grond.
Taxaceae, Cephalotaxaceae.
=Torreya californica, Torr. (uit Californië) De takken zijn bekleed met 2 rijen en donkergroene taxusnaalden. Het blad staat op onregelmatige afstanden en in 2 onregelmatige rijen. De boom maakt zo een wat onverzorgde en slordige indruk.
De vrucht is eivormig en bevat hard zaad dat wel lijkt op die van de nootmuskaat en is geheel gesloten. Een boom/struik met een open kroon en uitÂspreidende takken met dikke twijgen. 25m.
Het is een boom uit Californië die in 1851 door W. Lobb Engeland bereikte.
Naam, etymologie.
Torreya is zo genoemd naar Dr. John Torrey, een belangrijke Amerikaanse botanist, 1796-1873. Duitse Nuseibe, Engelse California nutmeg yew, stinking yew. Door de inlanders gebruikt om er bogen van te maken.
Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.
=Torreya nucifera, Sieb. & Zucc. (nootdragend) de Japanse vorm heeft kortere en afhangende glanzende naalden. Deze vorm kwam voor 1764 in Engeland in cultuur, is wat harder dan de voorgaande. Japanese Nutmet-yew, Japans Kaya.
Uit; http://www.natureserve.org/news-events/stories/apalachicola
Torreya taxifolia Arn. (met blad als Taxus) (Tumion taxifolium) struik boom 6-18m met open kegelvormige kroon.
Verspreid staande takken die op het eind wat hangen.
Naalden van 1.5-4cm lang en 3mm breed die aangenaam geuren bij kneuzen.
Stuifmeel is geel, bes rood.
Uit Florida tot Georgia.
Planten.
Een enkel soort wordt wel eens in de tuin gekweekt. Zaaien in februari bij 15 graden, zaden koel bewaren. Stekken in oktober, naz 50mg per liter oplossing een nacht laten staan.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/