Calanthe
Over Calanthe
Orchidee, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Naam, etymologie.
Calanthe komt van Grieks kalos: mooi, en anthos: een bloem.
188 soorten komen voor in dit geslacht waarvan de meeste groeien in Z. Azië, verder tropisch Afrika, Amerika en Australië.
Ze groeien als sub epifyten en op aardoppervlakte en bezitten knollen.
Sommige soorten zijn bladverliezend en hebben een wortelstok met een bebladerde centrale stengel.
Bloeistengel begint aan de basis van de wortelstok of bladeren.
Andere soorten behouden hun blad en hebben vrij grote schijnknollen met twee of vier bladeren met korte bladsteel die aan de basis van de schijnknol ontspruiten. Hierop zitten enkele grote en gevouwen bladeren met een korte bladstengel.
Bloemen zijn wit of roze kleurig en zelden geel.
Orchidaceae, orchideefamilie.
Uit; http://www.wikiwand.com/az/Calanthe_striata
Calanthe striata Lindley (gestreept) (Calanthe sieboldii) een mooie gele vorm.
Aardorchidee met kleine pseudobulbs.
Brede elliptisch glanzende en onder fijn behaarde bladeren.
Bloeit in de winter tot voorjaar aan opgaande takken van 6-15cm lang gele bloemen die naar citroen ruiken.
Komt uit Korea, Japan.
Bij te veel schaduw worden er mindere zware scheuten gevormd en slaan ze een jaar over met bloeien.
Is hier aan de kust wat winterhard, wel afdekken.
Var. flava, var. kawakamii.
Uit Curtis botanical magazine.
Calanthe sylvatica Lindl. (uit het bos) uit India is beschreven in 1838.
Violet/purperen bloemen komen in juni/juli.
Calanthe masuca a des fleurs tres bleues.
Uit; https://en.wikipedia.org/wiki/Calanthe_tricarinata
Calanthe tricarinata Lindl. (drie en carinata: kielvormig, de omwindselbladeren)
Wordt een 35-50cm hoge bloeitakken dicht bezet met mooie bloemen.
Groeit met korte ovale pseudobulbs die 2-3 scheden dragen met lans tot elliptische bladeren.
Groeit op goede grond in half schaduw.
Komt uit India tot Japan op hoogtes van 1500-3000m.
Three keelde Calanthe.
Planten.
De meeste soorten zijn bladverliezend en verliezen het blad tijdens de bloeitijd. Die hebben wortelstokken en een bebladerde stengel.
Water geven moet je in de bloeitijd ook maar weinig doen.
De bollen worden dan in een droge en warme plaats bewaard tot er tekenen van groei komt in het voorjaar. Pot ze in zeer luchtige grond met weinig mest. Verwijder voorzichtig de oude bollen, dan zijn ze ook te vermeerderen, geef weinig water tot ze in volle groei zijn. Geef dan water met wat mest. Het jonge blad is zeer gevoelig voor de zon, maar houden wel van licht en warmte.
Uit revue de l’horticulture belge.
=Calanthe vestita, Lindl. (bekleed of sterk behaard) Wordt 50-70cm hoog. Bladverliezende soort.
De bloemstengel, die in het najaar onderaan de bol ontstaat, kan tot 70 cm lang zijn. De ongeveer 10 15 bloemen zijn voornamelijk wit met een geel of roze hart en de lip soms heel lichtroze gekleurd. De bloei strekt zich uit over 6 tot 8 weken en er zijn vaak 8 tot 10 bloemen tegelijk open.
Uit Birma en Maleisië, geen water geven tussen december en maart, de rusttijd.
Is omstreeks 1848 door Thomas Lobb (1820- 1894) gevonden en met een grote partij andere orchideeën uit zuidelijk Malakka naar de kwekerijen van Veitch & Sons gezonden; maar al eerder ontdekt en beschreven.
Calanthe veitchii uit R. Warner.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl